Gijzelaar, gegijzelde, gijzelhouder en gijzelnemer. Gijzelingen leveren een compleet Babylonische spraakverwarring. Iedereen zegt maar wat. Dit wordt veroorzaakt door het suffix '-aar' bij gijzelaar. Normaal gesproken betekent dit juist iemand die de handeling verricht en niet ondergaat, zoals oorspronkelijk 'gijzelaar' betekent.
Zo is de gijzelaar gegijzeld in een dubbele betekenis, een gijzelaar kan gijzelen of gegijzeld worden. Koppen, quotes en mededelingen worstelen met deze verwarring. Het gijzelt de journalistiek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten