31 oktober 2017

Luthers 95 stellingen

Heeft Luther wel 95 stellingen op de deur van de Wittenbergse Slotkerk hebben gespijkerd? Het is enige tijd discussie geweest of deze daad van Luther wel historisch gebeurd is.

Ik heb er nooit aan getwijfeld. Waarom niet? De Slotkerk was de thuisbasis van de Wittenbergse universiteit. Aan deze universiteit gaf de jonge Maarten Luther les.

Het was in die tijd heel normaal als een wetenschapper stellingen publiceerde en openbaar maakte op de deur van het universiteitsgebouw. De deur als mededelingenbord. Nog altijd verspreiden wetenschappers belangrijke informatie op dit soort borden. Vaak in de buurt van een deur of een gang.

Er ontbreekt duidelijk bewijs. Het document dat Maarten Luther aan de deur spijkerde, is er niet meer. Zelfs de eerste druk die vergezeld ging met deze actie is verdwenen. Tot een aantal jaar geleden in een boekband andere stellingen teruggevonden uit de tijd van de 95 stellingen.

De vondst vormt het overtuigende bewijs van een traditie waaraan niet getwijfeld hoeft te worden. Dat er geen ooggetuigenverslagen zijn, heeft mogelijk andere oorzaken. Maarten Luther heeft er nooit een theater van gemaakt. Iets wat hij later wel beter kon. Daarnaast is het niet spannend om deze daad te zien als je de inhoud niet weet. Niet zo verwonderlijk dat niemand erover geschreven heeft.

Zoals vaker met dit soort documenten gebeurde, zal het zijn overwoekerd door andere stellingen en mededelingen. Daar zal een medewerker of iemand die iets anders wilde ophangen, het document hebben verwijderd. Zo wiste deze persoon onbedoeld een belangrijk bewijs van de geschiedenis.

30 oktober 2017

Veel bewaard gebleven van Luther

Uit het onderzoek van biograaf Volker Leppin blijkt dat er heel veel bewaard is gebleven van Luther. Naast de boeken zelf zijn er bijvoorbeeld ook veel college-aantekeningen van Luthers studenten te vinden. Ze geven een natuurgetrouwer beeld dan de gemythologiseerde Luther die later naar voren komt.

Wat in Leppins biografie vooral opvalt, is dat hij het boek heeft opgebouwd in een vorm waarbij hij de opkomst, het hoogtepunt en uiteindelijk ook de neergang van Luther beschrijft. Luther heeft aan het eind van zijn leven ook een aantal beslissingen genomen die niet altijd voordelig waren.

Daarmee benadrukt Volker Leppin ook dat Luther gewoon een mens van vlees en bloed is geweest. Aan een aantal dingen hield hij halsstarrig vast en dat stond een goede samenwerking met andere hervormers in de weg. Best jammer, ook omdat dit een samenwerking met mensen als Zwingli in de weg stond. Daarmee is het verhaal van Luther niet alleen een verhaal van lof, maar ook een waarin de mindere kanten van deze beroemde reformator aan bod komen.

De gemythologiseerde Luther laat bijna een goddelijk persoon zien. Hij stond ook midden in de wereld en zijn onbuigzame karakter heeft ook in de weg gestaan. Het laat zien dat alles mooie en minder mooie kanten heeft. Daarmee is de biografie van Volker Leppin mooi om te lezen. Al moet je wel door de saaie gedeeltes heen worstelen waarin de theologische verhandelingen belangrijker zijn dan de verhalen.

Volker Leppin: Maarten Luther, Biografie van een hervormer: denker, monnik, rebel. Originele titel: Martin Luther, Vom Mönch zum Feind des Papstes. Uit het Duits vertaald door Huub Stegeman. Amsterdam: Meulenhoff, 2017. ISBN: 978 90 290 9190 9. 192 pagina’s. Prijs: € 17,99. Bestel

29 oktober 2017

Het spoor van Luther

Het spoor van Maarten Luther zoek ik verder in de biografie van Volker Leppin. Het is een samenvatting van een groter werk dat de Duitse kerkhistoricus en theoloog in 2006 schreef.

In zijn boek betrekt Leppin niet alleen de vele verhalen die over de reformator bekend zijn. Hij ontkracht ook een aantal mythen die rond de figuur van de Duitse kerkhervormer zijn ontstaan. Zoals het verhaal van de appelboom die Luther vandaag zou planten als hij wist dat morgen de wereld zou vergaan. Deze uitspraak is pas na de Tweede Wereldoorlog de wereld in geholpen, maar komt op 1 of andere manier bijzonder authentiek over.

Er zou een heel boek te schrijven zijn over alle verhalen van Luther die niet waar zijn. Denk aan de inktpot die hij op de Wartburg tegen de muur zou hebben gesmeten omdat de duivel hem verzocht. Aan dit verhaal wordt oprecht getwijfeld, net als de opmerking ‘Hier sta ik, ik kan niet anders’. Luther heeft dit nooit uitgesproken voor de Rijksdag in Worms. Na afloop zou hij ook gezegd hebben: ‘En nu een pot bier’. Die opmerking is niet geboekstaafd, maar bevat mogelijk meer waarheid.

Overigens zijn het niet alleen de mythes die na Luthers dood zijn ontstaan, maar ook de duiding die de latere Luther geeft aan zijn eerdere leven. Hij weet de afloop dan en heeft eigenlijk zijn jonge jaren herschreven. Voor Volker Leppin is het reden om juist te onderzoeken hoe het echt gegaan is.

Volker Leppin: Maarten Luther, Biografie van een hervormer: denker, monnik, rebel. Originele titel: Martin Luther, Vom Mönch zum Feind des Papstes. Uit het Duits vertaald door Huub Stegeman. Amsterdam: Meulenhoff, 2017. ISBN: 978 90 290 9190 9. 192 pagina’s. Prijs: € 17,99. Bestel

28 oktober 2017

Koraalfantasie op het Lutherlied

Het absolute hoogtepunt van de dubbelcd ligt bij de titelsong, de koraalfantasie op het Lutherlied ‘Ein feste Burg ist unser Gott’ van Michael Praetorius. Het strijdlied van de Reformatie, steevast gezongen op Hervormingsdag. De muziektheoreticus Praetorius is vooral bekend van zijn koorwerken, maar Bart Jacobs laat hier een koraalfantasie horen dat zijn weerga niet kent. Wat een prachtig werk. Het staat daarmee onbetwist aan het begin van de rijke traditie van Noord-Duitse koraalfantasieën als van Scheidemann, Scheidt en niet te vergeten Matthias Weckmann.

Namen om wie je niet heen komt, die allemaal terecht zijn opgenomen op de dubbelcd: Samuel Scheidt (1587 – 1654) en Heinrich Schütz (1585 – 1672). De 2e cd is samengesteld rond de Lutherse mis. Het bevat alle elementen waaruit in de Lutherse traditie de liturgie is samengesteld. Het opent met het Deutsches Magnificat van Heinrich Schütz, gevolgd door de Deutsche Messe van Christoph Bernard (1628 – 1692).

Deutsche Passion

Verrassend element is de Deutsche Passion van Joachim Burck (1546 – 1610) waarin duidelijk de kerkmuzikale praktijk van de gezongen passie tot uiting komt. Het legt een mooie link naar de latere passies zoals Bach deze componeerde. Hier bevat het alleen nog de tekst uit het evangelie gezongen, zonder koralen en aria’s.

Ook op de 2e cd pronkt een koraalfantasie. Dit keer van een andere Praetorius, Hieronymus. Geen familie overigens van die andere, Michael. De koraalfantasie over Christ unser Herr zum Jordan kam. Evenaart niet helemaal de koraalfantasie van de 1e cd, maar komt wel akelig dichtbij. Heerlijk om naar te luisteren.

Schütz

Wat samensteller en artistieke leider Jérôme Lejeune vooral demonstreert met deze cd’s is dat de vocale muziek heel mooi klinkt samen met het orgel. De muziek van Schütz wordt vaak met ensembles gespeeld, wat in de kerkmuzikale praktijk heel vaak zo gedaan werd. Alleen zou het goed kunnen in de wat minder toebedeelde plaatsen vaak alleen met orgel gespeeld werd.

Bart Jacobs speelt de solowerken en begeleidt soms bij de vocale werken. Het deel van de grote koorwerken wordt begeleid door Haru Kitamika op een orgelpositief. De begeleiding van de koorwerken doet Bart Jacobs op het Thomas-orgel in Gedinne (Ardennen, tegen Franse grens). Dit instrument is geïnspireerd op kleinere orgels van dé Duitse orgelbouwer uit de barok Silbermann.

Op het grotere Thomas-orgel in het Franse Ciboure speelt Jacobs de solowerken. Een imposant instrument dat meer op de Nederlandse traditie is geënt. Verraden de registerbenamingen en de klank. Alleen misschien is het pedaal wat meer Duits georiënteerd. Het 5 jaar oude instrument klinkt vooral door de oude stemming innemend. Al

Achtergrondinformatie

Overigens mis ik dat wel in het zeer uitgebreide boekje waarin de cd’s zitten, de achtergrondinformatie bij de orgels en de keuze van deze instrumenten. Er had natuurlijk ook op historische Duitse orgels gespeeld kunnen worden zoals in Tangermünde of Katharinenkirche te Hamburg. Of minder vanzelfsprekende veel kleinere instrumenten.

Neemt niet weg dat met name het instrument in Ciboure, in de Franse Pyreneën, erg overtuigend klinkt. Al is de ruimte waarin het instrument staat tamelijk droog. Het is fraai geïntoneerd, meer Noord-Duits dan Nederlands vind ik, en ook met rijke afwisseling in registraties geeft Bart Jacobs een mooi beeld van dit orgel.

Soli Deo Gloria

Soli Deo Gloria, Alleen God de eer, is wel de lijfspreuk van Maarten Luther, maar in onze tijd draait het toch ook om de personen. Wat meer informatie over de uitvoerders van deze cd, zou wel een rijkdom geweest zijn. Dat geldt niet alleen voor Bart Jacobs en Lionel Meunier, maar ook voor de zangers van Vox Luminis. Een koor van wereldformaat.

Ein feste Burg ist unser Gott, Luther and the Music of the Reformation. Vox Luminis, o.l.v. Lionel Meunier. Bart Jacobs, Thomas-orgel in Ciboure. Label: Ricercar, RIC 376 (2cd). Speelduur: 2:35:00. Met boek 104 pagina’s. Prijs: € 33,00. Bestellen

27 oktober 2017

Luthers muziek

Wat Maarten Luther naast zijn bijbelvertaling gebracht heeft, is vooral zijn muziek. Een enorme hoeveelheid liederen heeft de Duitse reformator gebracht. Zijn liederen zijn vaak geënt op de bestaande muzikale traditie. Het oeuvre vormt in elk geval een grote inspiratie voor heel veel componisten en muzikanten en krijgt onbetwist zijn hoogtepunt in de muziek van Johann Sebastian Bach.

De Brusselse organist Bart Jacobs werkt mee aan een dubbel-cd waarin de muziek van Maarten Luther een rol speelt. Het is van een andere orde dan bijvoorbeeld de orgelcd die Christiaan Ingelse ruim 20 jaar geleden in de St. Jan van Gouda speelde. Op deze dubbel-cd benaderen de makers de muziek vanuit de vocale ontstaanstijd.

Rijke Lutherse muzikale traditie

De cd biedt een buitengewoon interessante inkijk in de rijke Lutherse muzikale traditie. Zoals Pettegree opmerkt in zijn boek, maakt de reformatie in de begintijd een vrij heftige splitsing door. Het is de groep in Geneve die het niet eens wordt met Luther en zijn eigen weg gaat. Vanuit deze groep is in Nederland vooral de reformatie ingezet.

De muzikale traditie in de Nederlandse protestantse kerken gaat daarom uit van het Geneefse psalter en leunt minder op de rijke schat aan liederen die de Duitse beweging vanuit Luther kent. De dubbel-cd geeft een luisterrijke inkijk in deze prachtige traditie.

Meerstemmigheid

De meerstemmigheid staat hierin centraal. Daarbij proberen de samenstellers de muziek vooral te benaderen vanuit de kerkmuzikale praktijk waarin ze vooral in de eerste periode van de reformatie al tijdens Luthers leven zijn ingezet.

De cd’s laten veel vocale werken horen, bijna allemaal met orgelbegeleiding. Afgewisseld met enkele orgelbewerkingen van de betreffende liederen. Voor de dubbel-cd zijn 2 benaderingen gekozen. De eerste cd is vanuit het kerkelijk jaar samengesteld en loopt met de liederen het jaar door. Eindigend met de titelsong van de cd’s het strijdlied van de reformatie: ‘Ein feste Burg ist unser Gott’.

Lees morgen het 2e deel van deze cd-bespreking: Lutherkoraal

Ein feste Burg ist unser Gott, Luther and the Music of the Reformation. Vox Luminis, o.l.v. Lionel Meunier. Bart Jacobs, Thomas-orgel in Ciboure. Label: Ricercar, RIC 376 (2cd). Speelduur: 2:35:00. Met boek 104 pagina’s. Prijs: € 33,00. Bestellen

24 oktober 2017

Aflaten

De 95 stellingen die Luther op 31 oktober 1517 op de deur van de Slotkerk in Wittenberg spijkert, zijn vooral een aanklacht tegen de aflatenhandel van de Rooms Katholieke kerk. In zijn stellingen verwijst Luther naar de verrijking van de kerk door in te spelen op het zielenheil van haar volgelingen.

In zijn boek Het merk Luther beschrijft de Schotse hoogleraar Andrew Pettegree de geschiedenis van de aflatenhandel. De aflatenhandel speelt al langere tijd een rol in de katholieke kerk. Juist de Franciscanen spelen een belangrijke rol als aflaatpredikers, schrijft Pettegree.

Een klein jaar geleden ging de protestantse Andries Knevel op zoek naar de wortels van de paus. De huidige paus is Fransiscaan. Hij streeft niet alleen een sobere levensstijl. Hij staat ook aan de basis van een grote ‘dwaling’ van de katholieke kerk. De aflaten en de bijbehorende aflatenhandel is volgens Luther een grote misser.

De sobere levensstijl en een dwaling waar gigantische geldbedragen in omgaan, dat zijn 2 dingen die niet met elkaar te verenigen zijn. Ik heb mij erover verwonderd waarom Andries Knevel hier niet op in ging. Als protestant moet dat je kritiek zijn op de leer van Franciscus. Geen woord, alleen maar oog voor de sobere levensstijl.

De Franciscanen zien het zelf ook wel als een dubbele rol. Ze pleiten nog altijd voor de aflaten, al veroordelen ze de houding waarmee in de Middeleeuwen hiermee is omgegaan. Het inzetten van aflaten om er financieel beter van te worden veroordelen ze.

De aflaat ‘an sich’ zien zij als uitdrukking voor de barmhartigheid van God en de last van de zonde die gedeeld wordt gedragen. Dat dit tot zo’n grote dwaling in de kerk heeft geleid, poetsen ze wel erg snel weg. Een rol die elke journalist en zeker een protestantse documentairemaker als Andries Knevel zou moeten benoemen.

Andrew Pettegree: Het merk Luther. Hoe een monnik vanuit het niets zijn stadje tot het centrum van de boekdrukkunst maakte en zichzelf tot de beroemdste man van Europa – en de Reformatie aanzwengelde. Oorspronkelijke titel: Brand Luther. Nederlandse vertaling Frits van der Waa. Amsterdam/Antwerpen: uitgeverij Atlas Contact, 2016. ISBN: 978 90 450 31644. 432 pagina’s. Prijs: € 29,99. Bestel

23 oktober 2017

Luthers enorme hoeveelheid drukwerk

De keuze van Andrew Pettegree in zijn boek Het merk Luther voor een benadering van Luther vanuit al het drukwerk is eveneens een nadeel. De enorme hoeveelheid drukwerk die Luther heeft uitgebracht, brengt hem in de verleiding om uitvoerig bij veel van deze boeken stil te staan.

Dat levert niet altijd een spannend verhaal op. Ook verlies ik als lezer soms de aandacht bij uitgebreide verhandelingen waar veel drama in zit, maar die toch saai overkomen.

Het verblijf op de Wartburg bijvoorbeeld wordt best saai gebracht, terwijl het in mijn ogen 1 van de meest dramatische episodes uit het leven van Luther is geweest. Net als de controversie met zijn vroegere medestrijder Erasmus.

Pas dan komt de vaart in het verhaal weer terug. Maar Andrew Pettegree zou veel winnen door hier met grotere stappen over de boeken heen te stappen en meer accent te leggen op de persoonlijke verhalen.

Blijft staan dat de zienswijze zoals Andrew Pettegree die op de hervormer uit Wittenberg geeft, heel mooi is. Hij laat je zien hoe Maarten Luther een groot deel van Europa weet te pakken met zijn denkbeelden. Het levert jaren van onrust op.

Overigens wijs Pettegree meteen op de reikwijdte van Luther. Door de keuze om in de landstaal te publiceren, bereikt Maarten Luther veel mensen, maar hij verliest er wel weer het grote bereik over heel Europa. Iets waar Erasmus bijvoorbeeld wel in slaagde.

Vast blijft staan dat het werk van Maarten Luther een groot deel van Europa op de grondvesten doet schudden. Hij bewijst dat een massamedium als het boek een gigantische uitwerking kan hebben.

Andrew Pettegree: Het merk Luther. Hoe een monnik vanuit het niets zijn stadje tot het centrum van de boekdrukkunst maakte en zichzelf tot de beroemdste man van Europa – en de Reformatie aanzwengelde. Oorspronkelijke titel: Brand Luther. Nederlandse vertaling Frits van der Waa. Amsterdam/Antwerpen: uitgeverij Atlas Contact, 2016. ISBN: 978 90 450 31644. 432 pagina’s. Prijs: € 29,99. Bestel

22 oktober 2017

Het merk Luther

Dit jaar is het 500 jaar geleden dat een redelijk onbekende monnik in het Duitse stadje Wittenberg zijn 95 stellingen op de deur van de slotkerk timmerde. Het was Maarten Luther die met deze daad op 31 oktober, de dag voor Allerheiligen, een revolutie in de katholieke kerk bezorgde.

De Schotse hoogleraar Andrew Pettegree moderne geschiedenis is een expert op het gebied van boekdrukkunst. Hij heeft de levensgeschiedenis van Maarten Luther herschreven in het boek Het merk Luther. Hierin beziet hij de Duitse reformator vanuit het nieuwe fenomeen in Europa: de boekdrukkunst.

Hoe is het mogelijk?

Hij vraagt zich af hoe het mogelijk is dat een tamelijk onbekende monnik in een kleine stad, tot de bekendste persoon van Duitsland en een groot deel van Europa weet te worden. Dat dankt hij met name aan de boekdrukkunst. Maarten Luther weet op een buitengewoon handige manier deze techniek in te zetten voor de nieuwe beweging waarvan hij de grondlegger is: de Reformatie.

Het verhaal van Andrew Pettegree is heel fascinerend. Juist Wittenberg heeft met zijn nieuwe universiteit en heel slecht georganiseerde drukkers een gering bereik voor Luther. Toch weet hij vanuit deze plek waar hij de rest van zijn leven zal blijven wonen, een grote beweging op te zetten die tot op de dag van vandaag zijn invloed heeft op de maatschappij.

Effectief inzetten boekdrukkunst

Maarten Luther zet in zijn strijd de boekdrukkunst zeer effectief in. Zo bestrijdt hij niet de vele roofdrukken die er van zijn werk uitkomen. Zelfs al zijn ze wat van wat mindere kwaliteit dan hij zou willen. Het helpt bij de verspreiding van zijn opvattingen en dat ziet hij goed in. Het levert hem een grote bekendheid op.

Andrew Pettegree: Het merk Luther. Hoe een monnik vanuit het niets zijn stadje tot het centrum van de boekdrukkunst maakte en zichzelf tot de beroemdste man van Europa – en de Reformatie aanzwengelde. Oorspronkelijke titel: Brand Luther. Nederlandse vertaling Frits van der Waa. Amsterdam/Antwerpen: uitgeverij Atlas Contact, 2016. ISBN: 978 90 450 31644. 432 pagina’s. Prijs: € 29,99. Bestel

21 oktober 2017

Plantenbak of kathedraal

Bij zijn eerste reis door Engeland in Een klein eiland vindt Bill Bryson dat de kerkbesturen van de kathedralen wel erg bedelen. Al verbaast hij er zich over hoe weinig geld bezoekers over hebben voor een bezoek aan een godshuis. De collectebussen bij de ingangen hebben echter geen effect.

In het vervolgboek, 25 jaar later, De weg naar Little Dribbling laat Bill Bryson zich niet uit over bedelende kerkbesturen. Nu is het echter een ander verhaal dat zijn verbazing wekt.

Bij het Londense metrostation Gloucester Road heeft altijd een plantenbak gestaan. Niet noemenswaardig, een paar winterharde struiken stonden erin en je kon op de rand gaan zitten. De bak is echter geruimd omdat de gemeente de bak niet meer zou kunnen onderhouden. Daarom is er maar een lege plaza voor in de plaats gekomen. Een kale vlakte met niks.

Van daaraf duikt Bill Bryson de kathedraal van Durham in. Hij beschrijft uitgebreid hoe goed er over het ontwerp is nagedacht. De kerk is opzettelijk schuin gebouwd omdat de specie in de muren 40 jaar de tijd nodig had om te drogen. Daarmee stond het gebouw na 40 jaar helemaal waterpas.

Een vooruitziende blik hadden die bouwmeesters. Een blik die Bill Bryson tot verbazing wekt over de Londense ambtenaren die beweren dat de plantenbak niet onderhouden kan worden:

Nu ben ik geen deskundige op dit gebied, maar ik weet wel vrij zeker dat we tegenwoordig een stuk rijker zijn dan in de elfde eeuw, dat met toentertijd niettemin de middelen wist te vinden om iets te bouwen zo schitterend en duurzaam is als de kathedraal van Durham, en dat wij het ons vandaag de dag niet kunnen veroorloven om zes struiken in een plantenbak te onderhouden. (322)

Een prachtige manier om de majesteitelijke pracht van de kathedraal van Durham te benoemen. Daarom ben ik zo gek op Bill Bryson. Hij weet je namelijk op het verkeerde been te zetten om over een plantenbak bij een Londens metrostation te beginnen en uiteindelijk daarom bij de schitterende kathedraal van Durham uitkomt.

En je moet hem gelijk geven: hoe bestaat het dat wij zulke gebouwen niet meer neer kunnen zetten. In elk geval niet met zo’n vooruitziende blik als de bouwers van deze kathedraal. Wij breken na 40 jaar de meeste gebouwen af en zeker een plantenbak is dan allang verdwenen.

Bill Bryson: De weg naar Little Dribbling, Een reis door Groot-Brittanië. Vertaald door Peter Diderich. Oorsponkelijke titel: The Road to Little Dribbling. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas Contact, 2016. ISBN: 978 90 450 3075 3. 352 pagina’s.Bestel

20 oktober 2017

Natural Historic Museum

Als Bill Bryson in De weg naar Little Dribbling het Natural Historic Museum in Londen bezoekt, is hij verwonderd hoe het museum is toegetakeld. Zijn herinnering komt niet meer overeen met het beeld dat hij nu krijgt van dit museum.

De rust van vroeger is vervangen door een permanente dynamiek en luidruchtigheid. De groepen mensen bestaan uit veel buitenlandse toeristen. Ze lijken overal herrie bij te moeten maken. Verder oogt de museumwinkel meer als een overbelaste speelgoedwinkel. Met een museum heeft dit niet veel meer van doen, concludeert Bryson als hij in het wereldberoemde museum is.

Hij is er voor een expositie over de eerste mensen die zich in Groot-Brittannië vestigden. Het zijn mensen van wie resten vuursteen zijn teruggevonden. Bewerkte vuursteen om precies te zijn, ze zouden afkomstig zijn van een groep mensen die niet zo goed te definiëren is. Daarom heten ze maar ‘eerste mensen’.

Dat is de betaalde tentoonstelling, waardoor het hier nog vrij rustig is. Natuurlijk komt hij weer uit op een winkel waar je spullen kunt kopen die niet altijd verband houden met de expositie. Hij snapt het ook wel. Het is het lot van een gratis museum die zichzelf moet zien te bedruipen. Daarom die verandering in een zelfbedieningsrestaurant:

Als ik mijn kleinkinderen nu meeneem, kan ik ze onder het genot van een glas frisdrank vertellen hoe het vroeger was. ‘Daar waar die ijsautomaat staat, stond vroeger een vitrine met een ijsbeer erin. Drink je glas leeg, dan gaan we naar beneden en zal ik jullie laten zien waar de blauwe vinvis vroeger stond. We zullen er nog wat krulfrietjes nemen.’ (184)

Dit lot dreigt ook veel Nederlandse musea. Al moet ik zeggen dat het Rijksmuseum nog altijd heel interessant is om te bekijken. Naturalis dat momenteel verbouwd wordt, blijft hopelijk ook interessant voor het publiek. Ik hoop namelijk dat ik ooit mijn kleinkinderen dezelfde beleving mag meegeven als ik aantal jaren terug zelf met mijn kind meemaakte.

Bill Bryson: De weg naar Little Dribbling, Een reis door Groot-Brittanië. Vertaald door Peter Diderich. Oorsponkelijke titel: The Road to Little Dribbling. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas Contact, 2016. ISBN: 978 90 450 3075 3. 352 pagina’s.Bestel

17 oktober 2017

Reviews

In zijn boek De weg naar Little Dribbling spreekt Bill Bryson zich kritisch uit over de beoordelingen die bezoekers op internet achterlaten. Hij verwondert er zich over dat deze reviews op internet blijkbaar belangrijker zijn dan de beoordeling die gerenommeerde instellingen of tijdschriften geven over bepaalde accommodaties.

Dat gebeurt als Bill Bryson een account aanmaakt op Tripadvisor en daarin refereert naar een krantenartikel:

Het was eigenlijk geen beoordeling, maar een bericht waarin ik klanten waarschuwde dat het hotel een boete had gekregen voor de aanwezigheid van ratten in de keukens en waarin lezers naar een link met het krantenartikel werden gedirigeerd. Mijn idee was dat als ikzelf op het punt zou staan een kamer te reserveren in een hotel dat onlangs was beboet voor ratten in zijn keuken, ik het zeer op prijs zou stellen als iemand daar mijn aandacht op vestigde. (101)

Het bericht wordt geweigerd door TripAdvisor. Hij mag geen informatie geven over een locatie als hij het niet van een concrete, persoonlijke ervaring heeft. Blijkbaar gelden overheidsboetes en rechtbankveroordelingen niet als bewijs dat iets ondeugdelijk is.

De andere kant van het verhaal is dus dat er eindeloos veel mensen wel reviews achterlaten, waar je als bezoeker wel blind op zou moeten vertrouwen. Berichten boordevol spelfouten moeten hem een indruk geven. Nota bene de plek waar hij zo gek op is, wordt kritisch beoordeeld voorzien van alle vormen van spelfouten:

Een recente bezoeker deelde mee dat hij ’teloor gesteld’ was over deze ervaring. Goed, dan volgt hier een nieuwe regel: als je te dom bent om ’teleurgesteld’ ook maar bij benadering juist te spellen, mag je niet deelnemen aan openbare discussies, op welk niveau dan ook. (41)

Het is mooi om te zien hoe Bill Bryson op de zere plek van onze huidige levensstijl wijst. Blijkbaar mag een bezoeker die het nauwelijks goed kan verwoorden wel een review schrijven, terwijl een verwijzing naar documentatie van overheden en hoogwaardige instellingen, niet gelden. We trekken ons meer iets aan van een beoordeling door een willekeurig iemand die niet kan spellen, dan dat mensen dit doen die er wel verstand van hebben.

Bill Bryson: De weg naar Little Dribbling, Een reis door Groot-Brittanië. Vertaald door Peter Diderich. Oorsponkelijke titel: The Road to Little Dribbling. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas Contact, 2016. ISBN: 978 90 450 3075 3. 352 pagina’s.Bestel

16 oktober 2017

Gebedenboek

Bill Bryson beschrijft de hedendaagse tijd op een herkenbare, maar ook indringende manier in zijn boek De weg naar Little Dribbling. De tijden zijn veranderd, zeker in vergelijking met zijn boek van 25 jaar geleden.

Wat te denken van het mobieltje. Naast de gratis krant in de trein, is dit wel het meest wezenlijk wat er veranderd is. Natuurlijk zijn de treinen zelf ook veranderd en soms zijn ze zelfs erbarmelijk anders dan toen Bill Bryson de eerste keer door Engeland reisde.

Reizigers zijn niet meer bezig met hun reis, ze kijken niet meer naar het raam, maar naar dat kleine schermpje van enkele vierkante centimeters:

De twee mannen tegenover me hielden smartphones beet alsof het gebedenboekjes waren, gebiologeerd door wat ze op hun schermpjes aantroffen. Bijna iedereen die ik kon zien had een telefoontje vast en deed snelle dingen met zijn of haar duimen. Twee jonge mannen die het gebruik van hun duimen klaarblijkelijk nog niet onder de knie hadden, waren in slaap gevallen met hun oortelefoontje nog in. (223/224)

Een prachtige vergelijking over het gebruik van mobiele telefoontjes. In een kleine 10 jaar tijd is de mobiel helemaal verworden tot onderdeel van onszelf. Mensen dragen het ding dag en nacht bij zich. Ze kijken er meerdere keren per uur op en kijken vaker naar het schermpje dan hun vrouw of kind.

Voor Bill Bryson is het hoofdstuk ook om te benadrukken dat mensen in de trein helemaal niet werken. Hij ziet alleen maar 1 man achter een laptop zitten en iets doen dat nog het meeste op werken lijkt. De trein is ook veel te ideaal om er hard in te werken. Het is de cadans en de mogelijkheid om rustig naar buiten te kijken.

En om heerlijk even verzonken te zijn in die paar vierkante centimeters van je gebedenboekje. Gelijk even app’en met je vrouw en kind.

Bill Bryson: De weg naar Little Dribbling, Een reis door Groot-Brittanië. Vertaald door Peter Diderich. Oorsponkelijke titel: The Road to Little Dribbling. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas Contact, 2016. ISBN: 978 90 450 3075 3. 352 pagina’s.Bestel

15 oktober 2017

McDonald's

Bill Bryson heeft een bijzondere relatie met het fastfoodketen McDonald’s verklapt hij in zijn reisverhaal De weg naar Little Dribbling. De biecht mondt natuurlijk uit in een prachtig en vooral grappig verhaal.

Het is een persoonlijke geschiedenis met dit fastfoodketen. Hij vertelt daarna dat hij met zijn hele familie bij de McDonald’s wil eten. Hij neemt vooraf netjes de bestelling op, maar terwijl hij in de rij staat en zelf aan de beurt is, verandert de bestelling steeds. Iedere keer komt een familielid vertellen dat hij toch iets anders wil.

Steeds als een familielid hem onderbreekt, bestelt hij opnieuw. De medewerker achter de balie, wijzigt iedere keer netjes de bestelling. Als alles gemaakt is, volgt de verrassing:

‘Uw bestelling,’ antwoordde hij en las mijn bestelling vanaf de kassa voor mij op: ‘Vierendertig Big Macs, twintig quaterpoudercheeseburgers, twaalf chocoladeshakes…’ Het bleek dat hij in plaats van mijn bestelling aan te passen, elke keer als ik opnieuw begon het vernoemde gewoon aan de bestelling had toegevoegd. (26)

Bill Bryson voelt een woede in hem ontsteken. Er ontstaat een discussie over de enorme bestelling die hij gedaan zou hebben. Hij zou erom hebben gevraagd. Zo krijgt hij het voor elkaar dat zelfs zijn eigen grote kinderen zich tegen hem keren en hem ongelijk geven.

Er is nog maar 1 oplossing om hieruit te komen:

Ten slotte kwam mijn vrouw naar me toe en voerde me bij de elleboog weg, net zoals ik haar destijds brabbelende psychiatrische patiënten naar rustige kamer had zien escorteren. (26)

Ze weet daarna een schikking te treffen met de bedrijfsleider en legt Bill Bryson het bevel op dat hij nooit meer naar de McDonald’s mag gaan.

Hoe hij op dit verhaal komt? Hij overtreedt de regel toch en raakt nu verzeild in een discussie met een medewerker die vraagt of hij frietjes bij zijn bestelling wil. Nee, dat wil hij niet en hij begint een tirade dat als hij dat zou willen, hij dag wel zou vragen.

Uiteindelijk concludeert Bil Bryson dat hij waarschijnlijk nog niet toe is aan een bestelling doen bij McDonald’s.

Bill Bryson: De weg naar Little Dribbling, Een reis door Groot-Brittanië. Vertaald door Peter Diderich. Oorsponkelijke titel: The Road to Little Dribbling. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas Contact, 2016. ISBN: 978 90 450 3075 3. 352 pagina’s.Bestel

14 oktober 2017

Vliegtuigen

Als Bill Bryson in zijn boek De weg naar Little Dribbling door Windsor Great Park loopt is hij zo ontzettend blij dat dit gebied nog bestaat. De natuur en de rust zo dicht bij Londen doen hem goed. Het kan niet anders dan er iets moet gebeuren. Inderdaad het gebied wordt bedreigd door de oprukkende luchthaven Heatrow.

Alles is mooi hier, behalve de lucht. Het is al een komen en gaan van vliegtuigen en nu ligt er een serieus plan om de luchthaven uit te gaan breiden met een derde landingsbaan. Als dat niet gebeurt, kan Heatrow niet concurreren met andere luchthavens in Europa, is de redenering.

Het antwoord van Bill Bryson is helder:

Ik zal u zeggen wat je daadwerkelijk krijgt met nog een start- en landingsbaan erbij. Je krijgt nog meer opstijgende en landende vliegtuigen, maar die zijn dan kleiner. Dat is wat er in Amerika is gebeurd. (76)

En ik denk dat Bill Bryson gelijk heeft. Het aantal vliegtuigen dat op Schiphol landt, ligt lager dan wat er op Heatrow landt, terwijl Schiphol 6 banen heeft. Heatrow heeft er 2, maar wel een half miljoen vluchten per jaar.

Er komen inderdaad meer vluchten, maar minder passagiers. Ik heb dat beeld ook vaak met de vele vliegtuigen die hier over het huis vliegen. Ze zetten hun landing in naar Schiphol. Het zijn vrijwel allemaal kleine en middelgrote vliegtuigen, nauwelijks grote. Juist deze kleine vliegtuigen maken veel herrie. En ze vliegen af en aan. Meer vliegbewegingen en meer overlast, maar minder resultaat. Wie snijdt zich hier in de vingers?

Bill Bryson: De weg naar Little Dribbling, Een reis door Groot-Brittanië. Vertaald door Peter Diderich. Oorsponkelijke titel: The Road to Little Dribbling. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas Contact, 2016. ISBN: 978 90 450 3075 3. 352 pagina’s.Bestel

13 oktober 2017

De weg naar Little Dribbling

Het is mij al weleens gezegd. Als je zo van de reisverhalen van Paul Theroux houdt, waarom lees je dan niet eens Bill Bryson. Ik had al eens Een geschiedenis van bijna alles proberen te lezen. Een boek waarin de hele wereld gevat wordt. Niet altijd even spannend. Het is ook wel heel veel. Ergens halverwege ben ik gestrand.

De reisverhalen van de Amerikaanse Bill Bryson kende ik niet. Tot ik onlangs de sprong heb gewaagd. Bill Bryson bereist in zijn nieuwste boek De weg naar Little Dribbling opnieuw Groot Brittannie. Dat is 25 jaar na zijn hilarische trip door Engeland in het boek Een klein eiland. Nu moet ik er toch eens aan toegeven, dacht ik.

Om goed beslagen ten ijs te komen las ik eerst Een klein eiland. Je moet wat referentie hebben. Bovendien zou ik mij hopeloos kunnen vergissen als ik deze boeken door elkaar zou lezen. Het verhaal van Een klein eiland laat zich in 1 woord omschrijven als: hilarisch. Wat een boek is dit! Je komt alles te weten over Engeland en de Engelsen. Maar vooral over Bill Bryson!

Slagboom

Het nieuwste reisboek, De weg naar Little Dribbling, begint even hilarisch. De slagboom bij een parkeerterrein waarmee Bill Bryson een klap op zijn hoofd krijgt. Hoe presteert deze Amerikaanse Engelsman het om dat gewoon nog een keer te laten gebeuren? Zijn eigen onhandigheid is daarmee onderwerp van het verhaal geworden. Ik houd van die zelfspot.

De klap met de slagboom is nog maar het begin. De hele reis langs de denkbeeldige lijn die Bill Bryson aan het begin van zijn boek trekt, is een aaneenschakeling van onhandigheden en lachwekkende voorvallen. Zijn bezoek aan McDonald’s bijvoorbeeld waarbij hij het voor elkaar krijgt er een gigantisch grote bestelling van te maken.

Het is die stijl waarbij Bill Bryson een hoofdstuk opent met een onderwerp waarbij niet direct de link met de plek die hij in dat hoofdstuk bezoekt. Neem het hoofdstuk ‘Cronwall’ dat opent met een lijst met Reflex-aversies. Het zijn er 15 waaronder een uitnodiging invitatie noemen of Meryl Streep als ze schattig doet.

Ik weet dat het er meer dan twaalf zijn, maar dit is míjn concept en daarom heb ik recht op wat extra dingen. U dacht misschien dat ’s zomers in het zuidwesten van Engeland rijden ook op die lijst zou staan, maar dat komt niet in aanmerking, omdat het daarbij om een voor de hand liggende en rationele afkeer gaat. (160)

Sommige mensen haten je

Je begrijpt het al. De rest van het stuk gaat over het rijden door Cornwall in de zomer. Om daarna zonder gene te concluderen dat sommige mensen je haten. Bijvoorbeeld de mensen van Microsoft of – nog erger – mensen die bushokjes ontwerpen. Het zitten op die onlogische smalle rode plastic plaat in de bushokjes is een ware marteling. Je glijdt erover uit als een gebakken ei in een koekenpan met antiaanbaklaag.

Daarmee is het een feest om Bill Bryson te lezen. Ik ga zeker nog meer boeken van hem lezen, zijn reizen door zijn geboorteland Amerika bijvoorbeeld. Of het Australië-boek waarin hij over onze tegenvoeters schrijft. Al bescherm ik mijzelf ook een beetje. Na 2 boeken van Bill Bryson houd ik eerst even pauze voor ik verder ga.

Bill Bryson: De weg naar Little Dribbling, Een reis door Groot-Brittanië. Vertaald door Peter Diderich. Oorsponkelijke titel: The Road to Little Dribbling. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas Contact, 2016. ISBN: 978 90 450 3075 3. 352 pagina’s.Bestel

10 oktober 2017

Rachmaninov en Skrjabin in Concertgebouw

We zitten vooraan, aan de kant van de cellisten. De piano staat dicht bij het publiek, met een beetje schuin voorover leunen kan ik hem net ontwaren. Ik heb meer zicht op de onderkant van de vleugel en de benen van de pianist. De dirigent is nauwelijks te ontwaren. Best een krappe bedoeling. De dirigent staat met zijn kont tegen de piano aan.

Dan barst het concert los. Wat een prachtig muziekstuk is het Derde pianoconcert. Er zitten een paar adembenemende solo’s in, waar ik echt van onder de indruk ben. De klep van de vleugel die openstaat, trilt flink onder het pianogeweld van de solo’s. Hier staat pianist echt duidelijk zijn mannetjes. Wat een orkaan aan tonen en akkoorden. Het orkest haakt hier weer mooi op in.

Daarmee is het pianoconcert wat het hoort te zijn een dialoog tussen piano en orkest. Soms trekken ze gelijk op, andere keren strijken ze elkaar tegen de haren in. Het verlevendigt dit muziekstuk ongelooflijk. Er zit geen saai moment in. Ook al zitten we hier heel dicht op het orkest en krijgen daarmee vooral de strijkers goed te horen. Het lijkt wel of je midden in het orkest zit. De koperblazers, fluiten en harpen vallen een beetje weg.

Na de pauze, is het tijd voor die andere Rus: Skrjabin. Hij heeft een heel ander muziekstuk geschreven waarin het Concertgebouworkest even helemaal kan exeleren. De Derde symfonie, op. 43 ‘Le poème divin’, is overduidelijk een symfonisch gedicht. Al heeft Skrjabin een ‘echt’ symfonisch gedicht geschreven, deze symfonie bezit veel kenmerken van een dergelijk werk. Daar zijn veel andere componisten hem in voorgegaan, waaronder Liszt en Sibelius.

Skrjabin neemt je mee op deze muzikale reis, helemaal verzonken in de kracht van het symfonisch orkest. Die geweldige contrabassen die je hele lijf in beroering brengt. Prachtig om naar te luisteren. Indringend en meeslepend tegelijk. Ik ben er diep van onder de indruk. De muziek vervoert je en neemt je soms mee zoals in een waterstroom. Dan is het de kunst om je gedwee mee te laten voeren. Een heerlijke ervaring is dat. De beleving is zoveel anders dan wanneer je naar een orgelconcert gaat. Ook kleinere orkesten, zelfs met een groot koor, laten een andere indruk bij je achter.

Zeker de moeite waard om eens naar een groot symfonie-orkest te luisteren. Zeker met die mate van kwaliteit als het Concertgebouworkest. De dirigent Valery Gergiev weet het orkest ook perfect te regisseren. De subtiele aanwijzingen die hij geeft met het minieme dirigentenstokje dat hij vasthoudt, is buitengewoon.

Ik ben ervan onder de indruk. Daarmee bewijst Valery Gergiev dat hij een dirigent van formaat is. Hij heeft het Concertgebouworkest goed in bedwang. De tempi die hij kiest liggen zeker niet te hoog. Iets dat mij wel kan bekoren. Ik hou er wel van als een muziekstuk gedragen wordt uitgevoerd. Het geeft daarmee soms een andere beleving, maar voor mij is het erg waardevol. Zeker als het muziek is die ik niet eerder hoorde. Skrjabin is daarbij de moeite van het beluisteren waard.

Zo verliet ik een ervaring rijker het Concertgebouw. Deze bijzonder mooie concertzaal behoort absoluut tot 1 van de mooiste van de wereld. Compleet met het beleven van het enorme orkest. De ruimte is prachtig en maakt daarmee de ervaring compleet. De moeite waard en eigenlijk zou iedere Nederlander dit een keer moeten ervaren.

Ik kan het in elk geval weten, want een bezoek aan het Concertgebouw hoort zeker bij je opvoeding, net als een bezoek aan het nabijgelegen Rijksmuseum. Al is het niet een probleem als het niet gebeurt bij je opvoeding, de meeste mensen hebben tijd genoeg om het in te halen. Zoals ik dat in beide gevallen heb gedaan.

09 oktober 2017

Concert in concertgebouw

Laat ik eerst beginnen met een bekentenis: tot woensdag was ik nog nooit in het Concertgebouw geweest. Ook had ik nog nooit het Koninklijk Concertgebouworkest live gehoord.

Tot woensdag. Mijn collega vroeg of ik meewilde naar het concert van Valery Gergiev. Deze beroemde dirigent zou samen met het Concertgebouworkest en Behzod Abduraimov aan de piano het Derde pianoconcert in d van Rachmaninov uitvoeren. Na de pauze zou het Concertgebouworkest de Derde symfonie van Skrjabin spelen.

Niet direct muziek waar ik heel vaak naar luister, al ken ik de pianoconcerten van Rachmaninov, gecomponeerd vlak voor de Eerste Wereldoorlog. Een indrukwekkend werk is het Derde pianoconcert. Er zitten een paar erg mooie delen in, virtuoos en soms ook schurend tegen de tonaliteit aan.

Het werk van Skrjabin ken ik verder niet. Het is een tijdgenoot van Rachmaninov, jonger overleden en ook een andere muzikale wereld vertegenwoordigend. Zijn Derde symfonie, op. 43 ‘Le poème divin’ is geschreven tussen 1902 en 1904. Het is veel meer een muzikaal gedicht waarin de verschillende delen mooi in elkaar vervloeien.

Als we aankomen bij het Concertgebouw is het al donker. Het gebouw staat mooi verlicht aan het Museumplein. Ik zie dat de deur openstaat en kijk naar binnen. De vleugel wordt opgepoetst. De eerste mensen lopen de zaal binnen. Wij drinken eerst nog een kopje koffie voor we ons plekje opzoeken.

Wat mij onmiddellijk opvalt is de hoge plek waarop het orkest speelt. Ik had in gedachten dat ze veel lager zouden spelen, maar het is bijna 2 meter hoger dan waar wij zitten. We zitten ook mooi vooraan. Het geluid van de orkestleden die al klaarzitten en nog de laatste passages repeteren, is al prachtig. Net als het geroezemoes van al die mensen die gaan zitten. Hier zit het ‘crème de la crème’ van Nederland. Sommigen zijn hier ook alleen maar om gezien te worden, niet om te luisteren.

Lees verder: Rachmaninov en Skrjabin in Concertgebouw

08 oktober 2017

Je weet de afloop

Dat maakt een boek als 1917, Op de rand van oorlog en revolutie zo interessant. Je weet de afloop, maar Will Englund benadert het verhaal heel sterk vanuit het moment. Met hulp van dagboeken, brieven en vooral krantenberichten benadert hij dit deel van de geschiedenis.

Vooral de verslagen van buitenlandcorrespondenten uit deze tijd, geven een indringend beeld van hoe het in deze periode eraan toe ging. Wat lazen de krantenlezers uit die tijd over de revolutie en de oorlog? Het is frappant hoe goed enkele geciteerde correspondenten de situatie doorzagen.

Het hele boek bekijkt het conflict vooral vanuit Amerikaans oogpunt. Zeker nemen ze hierbij ook enkele aspecten die internationaal speelden. Niet alleen de Russische revolutie, maar ook iets als het vrouwenkiesrecht dat in enkele Europese landen – waaronder Nederland – in 1917 is ingevoerd. Veel hangt samen met die Eerste Wereldoorlog. Vergeet bijvoorbeeld niet de invoering van de 8-urige werkdag. Allemaal dingen de oorlog hebben beïnvloed.

Net als dat de oorlogsverklaring van Amerika ook door enkele binnenlandse problemen werd geleid. Er komen gedurende de oorlog geen immigranten meer in Amerika. Daardoor ontstaat er in de Noord-Oostelijke staten een arbeidstekort.

Veel Afro-Amerikanen verhuizen naar het Noorden, wat in het Zuiden weer niet wordt gewaardeerd. Het heeft allemaal consequenties. Net als dat de Eerste Wereldoorlog de jazzmuziek naar Europa brengt. Mede dankzij de komst van Afro-Amerikanen in steden als New York.

Verbanden die je als onschuldige Nederlandse lezer niet zo snel ziet, maar die op een indringende manier laten zien hoe anders de geschiedenis had kunnen lopen. Want wat als Duitsland de Eerste Wereldoorlog had gewonnen? Hoe zou het hedendaagse Europa er dan uitgezien?

Heel anders, dat zeker. Al blijft het lastig om te denken vanuit situaties die niet zijn gebeurd. Het is moeilijk te voorspellen hoe de loop van de geschiedenis zou zijn gelopen. Daarvoor zijn we te afhankelijk van de latere uitkomst van dit alles.

Will Englund: Maart 1917, Op de rand van oorlog en revolutie. Oorspronkelijke titel: March 1917: On the Brink of War en Revolution. Vertaling uit het Engels: Jan van den Berg, Piet Dal, Willem van Paassen en Jan Verschoor. Amsterdam: Hollands Diep, 2017. ISBN: 978 90 488 2954 5. 448 pagina’s. Prijs: € 29,99. Bestel

07 oktober 2017

1917 in kranten, brieven en dagboeken

In het boek Maart 1917, Op de rand van oorlog en revolutie schetst de voormalig buitenlandcorrespondent van The Washington Post, Will Englund de situatie in deze maand van de oorlog. Het begint iets eerder als Duitsland in januari 1917 de totale oorlog ontketend door te zeggen dat ze alle boten op de Atlantische Oceaan het doelwit zullen zijn voor hun onderzeeboten. Eigenlijk is dit een rechtstreekse aanval aan de Verenigde Staten.

Aan de andere kant van het front, gebeurt iets heel anders. Daar ontketenen de Russsen zich van hun leider, Tsaar Nicolaas II. Een heuse volksdespoot die zijn volk in de problemen heeft gebracht met deze verschrikkelijke oorlog. Er is geen voedsel en de bevolking komt in opstand.

Iets soortgelijks laat zich zien in New York, waar een graanopstand is vanwege de belachelijk hoge graanprijzen. Ook hier zou de sfeer makkelijk kunnen omslaan zoals het geval is in het Russische Petrograd (Sint Petersburg). Hier gaan huisvrouwen de straat op en komen in opstand. Ze weten de Tsaar van zijn troon te stoten.

De opstand in Rusland luidt de opmars in van de vrede met Duitsland. Die vrede biedt Duitsland weer de kans om zich te concentreren op het westen, Engeland en Frankrijk. Het zou hen goed ten gunste kunnen keren. Ze zijn overtuigd van kracht en hun overwinning.

In Amerika ligt president Wilson met een griep op bed en als hij weer fit genoeg is, overweegt hij zijn vervolgstappen. Wat moet de man die beloofd heeft geen oorlog te zullen voeren, doen? Is de duikbotenoorlog niet rechtstreeks een oorlogsverklaring van Duitsland?

Hij overlegt met zijn ministers, maar neemt nog geen besluit. Dat presenteert hij pas in april, als hij het congres bijeen heeft geroepen. Zijn ministers horen het verhaal ook daar pas voor het eerst.

De rest is geschiedenis.

Will Englund: Maart 1917, Op de rand van oorlog en revolutie. Oorspronkelijke titel: March 1917: On the Brink of War en Revolution. Vertaling uit het Engels: Jan van den Berg, Piet Dal, Willem van Paassen en Jan Verschoor. Amsterdam: Hollands Diep, 2017. ISBN: 978 90 488 2954 5. 448 pagina’s. Prijs: € 29,99. Bestel

06 oktober 2017

Op de rand van oorlog en revolutie

Een bezoek aan Huis Doorn confronteert je met de Eerste Wereldoorlog. Niet op heel veel plekken in Nederland dringt zich dat beeld zo aan je op. De pracht en praal van de Duitse keizer Wilhelm en tegelijkertijd die verschrikkelijke oorlog waarin de keizer zijn volk had geworpen.

Ik begreep van de rondleider dat koningin Wilhelmina niet zo’n hoge pet op had van de keizer. Ze vond het ergens laf dat hij gevlucht was en niet de consequenties wilde aanvaarden van zijn vroegere keuzes. De keizer was een oorlogsmisdadiger en zou bij overlevering aan het buitenland zeker zijn berecht. Nu speelde hij in Doorn zijn keizerrijk nog eens in het klein – heel klein – na.

In het Paviljoen krijg je een mooi beeld van de Eerste Wereldoorlog en wat het voor Nederland betekende. De helden van weleer komen voorbij en Mata Hari. De nachtclubdanseres speelde wel een heel gevaarlijke rol in de oorlog.

Mata Hari maakte zich erg verdacht bij de Fransen en is uiteindelijk berecht. Voor haar de doodstraf. Al heeft ze altijd de beschuldigingen ontkend. Wat dat betreft ben ik verschrikkelijk benieuwd naar de tentoonstelling die vanaf 14 okotober te zien is in Leeuwarden.

Mata Hari is berecht in 1917. Dit jaar betekent het keerpunt in deze verschrikkelijke oorlog. En dan concentreert zich die kentering in de maand maart. In maart 1917 worden de grote zetten gedaan op het schaakbord van de Eerste Wereldoorlog.

Will Englund: Maart 1917, Op de rand van oorlog en revolutie. Oorspronkelijke titel: March 1917: On the Brink of War en Revolution. Vertaling uit het Engels: Jan van den Berg, Piet Dal, Willem van Paassen en Jan Verschoor. Amsterdam: Hollands Diep, 2017. ISBN: 978 90 488 2954 5. 448 pagina’s. Prijs: € 29,99. Bestel

03 oktober 2017

Meesterwerk - Licht en donker II

Een heus meesterwerk is Licht en donker II voor orgel van Jan Welmers. Het thema en de ondertitel is Te Deum. Eerbetoon aan God, waarin alle facetten van licht, donker, schaduw en schemer samenkomen. De eerste keer dat ik het werk hoorde op de cd Orgelwerken uit 1999, stonden mijn oren perplex. Wat een lawine aan geluid! Stel je je oren open, dan hoor je opeens alle tonen apart en krijgt het geluid zijn bestemming.

De uitvoering van Licht en donker in de Domkerk is er eentje waar ik mij het hele Jan Welmers Festival al op verheug. Deze compositie van de 80-jarige Welmers begint overweldigend. Wat ik hoor in de Domkerk, uitgevoerd door Jan Hage, geeft precies hetzelfde effect.

Een stortvloed van geluid waarbij langzaam alle tonen hun eigen plek krijgen. Alsof de zon fel de kerk binnenschijnt, waarna de klank langzaam wegsterft en zijn bestemming krijgt. Licht en donker II is een dynamisch werk waarbij de melodie in heel veel gedaantes terugkomt. Het geeft mij een verzadigd gevoel om dit muziekstuk in het echt te horen.

Het orgel zoals het orgel op zijn sterkst klinkt. Kan ook alleen maar zo geschreven zijn door een organist. De muzikale rijkdom van dit instrument dat mij al zo lang fascineert. Hier komen bij mij de werelden samen. Enerzijds de kerk, het instituut met de kakofonie aan liederen. Anderzijds ik als individu, losgescheurd en verscheurd door dat instituut, zoekend naar de waarde van deze muziek.

Dat balt voor mij samen in dit muziekstuk. Jan Welmers grijpt je in deze muziek bij de kladden. En daar betrap ik mijzelf ook op in de Domkerk. Je kunt zelf de melodieën uit dit orgelwerk halen, waarbij je met meer muziek weggaat dan waarmee je gekomen bent. Wat is dit een prachtige ervaring.

Dat geldt voor het hele Welmers Festival. Ik heb de 3 concerten in de Domkerk mogen meemaken. Een belevenis waarbij het eerste concert overweldigend was en mij dagenlang in de tang hield. Het 2e concert was voor mij een feest vanwege Invocazione en het grote koorwerk Licht en Donker IV.

Het laatste concert in de Dom staat voor mij met het meesterwerk Licht en donker II voor orgel. Hier uitgevoerd met de gezongen melodie. Het geeft een beleving die zijn weerga niet kent. Niet op te roepen met de cd-opnames van dit muziekstuk. Wat een kracht klinkt er in dit muziekstuk. Het is eindeloos te beluisteren, maar de beleving in de kerk is niet te overtreffen.

Ik hoop dat het Jan Welmers Festival bijdraagt aan het vaker uitvoeren van werken uit het bijzondere oeuvre van Jan Welmers. En ik hoop dat Jan Welmers nog veel mooie, nieuwe werken zal schrijven. Hij heeft al een compositieopdracht van het orgelpark, dus dat zit wel goed.

02 oktober 2017

Adembenemend - Licht en donker IV in Domkerk

Jan Welmers volgt in Licht en donker IV prachtig de tekst van Dag Hammarskjöld. De solo’s met sopraan, mezzo-sopraan en tenor zijn een mooie afwisseling met de delen die het koor zingt. Ook hier soms moeilijke passages waarbij de tekst soms erg wringt met het tempo van de grillige melodielijn.

Adembenemend zijn de langer uitgesponnen melodielijnen. Het is de bijzonder zorgvuldig opgebouwde spanning die zo kenmerkend is in het werk van Jan Welmers. Bij een uitvoering in de gotische Domkerk waar de najaarszon zo speelt met de hoge vensters. Het spel van licht en donker is niet alleen te horen, maar ook te zien.

Het zijn natuurlijk ook de contrasten die hier naar voren komen en die het licht en donker zo mooi laten klinken. Zoals de lange toon die meer en meer aanzwelt gedurende het 5e deel. Hier staat de vermoeidheid centraal, maar dat je desondanks je rug recht moet houden.

De lange toon met de stemmen die erboven klinken, maken het contrastrijk. De klankstroom waarbij melodieën en ritmes samenkomen en hun muzikale verhaal vertellen. Ze versterken de teksten van Hammerskjöd die Welmers heeft gebruikt in deze compositie.

Het is de grote gemene deler die de werken uit de serie Licht en donker met elkaar verbinden: de contrastrijke muziek. Ik kan daar bijzonder van genieten. Net als de vele motieven uit het ‘Te Deum’ en liederen als ‘Nun komm’ der Heiden Heiland’ die in elke compositie uit deze serie terugkomen.

Het mooie van dit Jan Welmers Festival is de mogelijkheid om deze woorden live te horen. De indruk die dat op je maakt, is niet te vergelijken met magere beleving die een klankdrager geeft. Daarom is het voor mij zo de moeite waard elke week weer naar Utrecht af te reizen voor een welkom deel uit deze serie.

Tegelijkertijd is je hoofd ook een spons die snel verzadigd raakt. Zo vind ik de afsluitende koraalfantasie van Max Reger, ‘Halleluja Gott zu loben’, bij dit concert overbodig. Schitterende uitvoering van Gerrit Christiaan de Gier, maar na Invocazione en Licht en donker IV, komt het wel over als een zwaar toetje na een overdadige maaltijd waarvan je al helemaal vol bent.

01 oktober 2017

Licht en donker IV

Het koorwerk Licht en Donker IV schreef Jan Welmers bij zijn 25-jarig jubileum als cantor-organist in Nijmegen. Het is onderdeel van een serie werken die hij schreef, waarvan ik het orgelwerk Licht en Donker II bijzonder intrigerend vind. Misschien behoort het tot zijn beste orgelwerken.

Voor het koorwerk koos Jan Welmers teksten van de Zweedse diplomaat Dag Hammarskjöld. Onder de titel Merkstenen verscheen na zijn dood zijn dagboekaantekeningen. Een boek vol met spirituele teksten en haiku’s over de innerlijke reis die Dag Hammarskjöld maakt. De ideeënwereld van Dag Hammarskjöld hangt tussen Bijbelse teksten van de Psalmen tot aan beschouwingen van middeleeuwse mystici, Nietzsche en Herman Hesse.

Jan Welmers weet deze teksten heel mooi te voegen in zijn cyclus. Het benadrukt de zoektocht naar licht en donker en vooral de scheidslijn van de schemering. Niet voor niets ben ik zo gek op deze cyclus van Jan Welmers, Franz Junghuhns filosofische beschouwing kreeg ook de naam Licht- en Schaduwbeelden mee.

Licht en donker IV is lastig stuk om te zingen, valt mij in de Domkerk op. Ik ken het van de opname van een live-uitvoering in het Orgelpark een paar jaar terug. Nu zingt de Utrechtse cantorij onder leiding van Remco de Graas het soms een beetje aarzelend.

Van mij mag het best wat zekerder en overtuigender. Dat verdient dit muziekstuk echt. Al bevat dit koorwerk van Jan Welmers zeker ook heel pittige delen. Bijvoorbeeld het 4e deel waarbij het koor versplintert in 6 stemmen. Of als de orgelpartij helemaal zijn eigen gang gaat, zoals bij het 6e deel.

Juist de verscheidenheid van alle koorstemmen krijgt in dit koorwerk veel aandacht. Daarbij zijn de passages waarbij het orgel aanzwelt of juist wegsterft, het zwaarste beladen. Het is de scheidslijn tussen licht en donker. Dat effect dat de sopranen heel krachtig, bijna schreeuwerig klinken, geeft dit muziekstuk zijn zilverglans.

Lees het vervolg van deze bespreking: Adembenemend