29 februari 2008

Schrikkel

Ik heb er schrikkel an
en adem de zoete lucht
van een extra dagje
in als het kopje thee
op een gevoelige maag

Tel alles op en trek dan
weer alles af. Wat er overblijft
vermeng je in tot een dag
wat de een minder heeft
krijg je wat later vier keer terug

Nee dan trouwen op deze
snipperdag dan mag je elk
jaar je trouwdag vergeten
behalve die ene dag in de vier
jaar die het feest nog groter maakt

28 februari 2008

Pulp voor de griep

De griep gebruik ik om mijn bibliotheek wat op te lezen. Boeken die lang op mijn nachtkastje stonden mocht ik weer aanroeren. Ik had immers de tijd terwijl mijn darmen knorden en aangaven dat vooral in de buurt van hety toilet moest blijven.
Zo had ik een maandje terug het veertiende deel van het Verzameld werk van Louis Paul Boon aangeschaft. Hierin zitten drie romans over de 'moderne bandeloze jeugd'. De eerste maarliefst 500 tellende De liefde van Annie Mols is nu uit. Het is een enigszins plat verhaal.
In Boons poging een broodschrijver te worden, heeft hij zich voor het pulp-karretje laten spannen. Het resultaat is deze roman uit 1959. Hij publiceerde het werk wel onder de naam Lew Waitmans. De roman is snel geschreven, zit boordevol stijlfoutjes en constructiefouten, maar dat deert niet. Mijn hersenen konden door de darmperikelen toch niet al teveel hebben, dus liet ik mij het Vlaams goed smaken.
Het is een liefdesverhaal, schuurt tegen het verhaal van de keukenmeid aan. Boordevol spanning en intriges. Hoofdpersoon Annie Mols probeert een schatrijke fabrieksdirecteur Philip van Dongen te verschalken. Het begint aanvankelijk als een geintje. Ze vangt namelijk ook de zoon Albert en zoekt zo naar de tienduizende Franks. Dat terwijl de arme rijkeluisjongen dolgraag het barmeisje Yvette in zijn armen wil sluiten.
Ze verleidt Philip voor een ontmoeting. Hij trapt erin en langzaam ontspint het verhaal zich. Liesje, haar vriendin probeert er bij haar verkeerde vrienden Marc en Tom een grammetje uit te slaan. De bende wil de fabrikant chanteren met zijn buitenechtelijke uitspattingen met het meisje Annie.
Verder heel veel drank, dronkenschap en losbandigheid. Voor 2008 met het comazuipen, komt het misschien wat zoetjes over, maar voor 1959 moet het ontzettend losbandig zijn. Bovendien komt er één boek in voor, die de snoeperij van de oude Van Dongen typeert, namelijk Nobokovs Lolita.
Zoals bij eveneens echte pulp hoort, komt alles uit. De onhebbelijke vrouw sterft en iedereen trouwt met wie die wil. Kortom, verschrikkelijk en toch is het boekje heel aardig om te lezen. Zo merk ik het gehele werk dat Boon een meester is. Een vlotte stijl boordevol snelle dialogen, maken het best de moeite waard door te lezen. Soms betrapte ik hem op langdradigheid, maar de spanning van het verhaal bracht me steeds aan het lezen. Alsof de keukenmeid in mij ontwaakte.
En mag dat eigenlijk niet? Boon is een meester in zijn vak en kan zelfs zonder al teveel aandacht een spannend verhaal schrijven. Ik heb ervan genoten, zo tussen de koppen thee en beschuitjes door. Nu de rest van dit deel nog: Het nieuwe onkruid en Als het onkruid bloeit. Deze werken zijn wel geschreven onder de eigen naam van Louis Paul.
Maar gelijk is de griep over en loeren er allerlei andere belangrijke boeken op mijn nachtkastje die schreeuwen om een recensie. Wat dacht je van Klinkhamers Woensdag gehaktdag, of Jan van Akens nieuweling Koning voor een dag over de dichter en troubadoer?
Genoeg van de beschuit op naar de zuurkool met vette jus...

27 februari 2008

Schijtziek

De dromer slaapt dat hij zoekt
het juiste toilet vindt hij niet
overal stinkt het en nergens
ruikt het helemaal gosjer

Dan vloeit de kont leeg
het bruin sijpelt de benen
langs en zoekt de weg
van de minste weerstand

Ontwaak, ontwaak, roept
de poeperd en ademt waanzin
totdat hij wakker wordt
en merkt dat het toilet hier is

26 februari 2008

Griep

Hij kwam terug voelde ik gistermiddag op mijn werk. En ja hoor, daar is hij weer: de griep. Ik was vorige week in mijn vakantie ziek, maar gaf mijzelf geen tijd goed te herstellen. De opknapbeurten in huis waren belangrijk.
Gisteravond barste hij in alle hevigheid weer los, met koorts en veel maagpijn. Nu gaat het weer ietsje beter. Kortom, dit keer moet ik echt wat beter uitzieken dan de vorige keer.

25 februari 2008

Populieren

De trein reed heel hoorbaar evenwijdig aan mij. Ik fietste zojuist langs de spoorbaan naar huis. Ik hoorde de trein niet alleen heel sterk, ik zag hem ook overduidelijk aan mij voorbij trekken.
Het was met niet zo opgevallen, maar nu zag ik dat de rij populieren langs de spoordijk was gekapt. Een treurig gezicht hoe de hoge windvangers mij het zicht niet meer ontnamen. Hoe het treingeel niet meer wegviel achter een gordijn van stammen en takken. Hoe de windruis zich liet vervangen door het suizen van de trein.
Ik dacht aan de gevelde boom in het Vondelpark van Vasalis en stapte over op de rij peppels, om mij oud woonhuis. Of de ijle rijen die oneindig met de fiere pluimen aan de einder staan. Poëzie genoeg, maar het onbegrip over de populier heerst.
Ik maakte hier twee zomers mee waarin de pluizen om je oren sneeuwden. Het Manifestatieveld bij mij achter telde tot dit najaar een honderdtal van die hoge joekels. Prachtig gezicht, vooral bij storm, de wind leek door het gebulder in de takken tien windkrachten sterker. Alleen die pluisjes zorgen voor veel overlast die paar weken in mei.
Wanneer de heren stedenplanners beter nagedacht hadden en niet voor het geld gekozen hadden, was het leed opgelost door de veel duurdere mannetjesbomen te planten. Dat geeft namelijk geen pluis.
Ook hier in Almere heeft de boom verloren. Het haalt veel groen weg. Want als de snelgroeier iets heeft, dan is dat wel groen. Ik vraag mij af wat er gebeurd zou zijn als Anne Frank deze bomen zag groeien door het zolderraam van het achterhuis.

24 februari 2008

Flink ftinken de finkdieren

In Gent versnijden ze al jaren hun boeken bij het inscannen. Dat staat in de NRC van dit weekend. ' Met de oude boeken doen we dat natuurlijk niet, maar met moderne boeken doen we dat al jaren, hier beneden in de kelder, op onze eigen scanners. Eerst lossnijden, en zonodig weer inbinden. We schreeuwen dit alleen niet van de daken', aldus directeur dr. Sylvia van Peteghem.
Is het erg, het versnijden van boeken? Ik ben vooral tekeer gegaan tegen het versnijden van boeken voor ca. 1900. Vooral in de negentiende eeuw zijn veel boekuitgaven heel uniek. Ik heb hier eerder het voorbeeld aangehaald van Junghuhns Java, waarvan bij de eerste druk geen exemplaar hetzelfde is.
Ewoud Sanders gebruikt zijn artikel weer om van leer te trekken tegen de aanpak van Google en daarnaast weer stelling te nemen in de overtuiging dat de boeken versneden moeten worden voor het inscannen. Hetzelfde doet hij in de Onze taal van deze maand, waar hij vertelt dat hij zijn eigen bibliotheek aan het versnijden is. De opbrengst: 1,5 miljoen pagina's en hij groeit maandelijks met 50.000 pagina's.
Ik vind dat het initiatief van Google zeker niet negatief benaderd moet worden. De bibliotheek van Gent stelt haar oude collectie boeken beschikbaar. Gent levert 300.000 boeken, van de zestiende eeuw tot 1867. Ze is de eerste bibliotheek in het Nederlands taalgebied, maar ik begrijp dat diverse bibliotheken al in gesprek zijn met Google. Dat hiermee het Nederlandstalige aandeel van boeken via Google books enorm toeneemt, verdient niets anders dan lof. Bovendien is de dienst van Google gratis. Een bibliotheek zou dergelijke initiatieven alleen maar moeten toejuichen. Natuurlijk wel met het recht om zelf de teksten ook naar believen in te scannen en te gebruiken. Google mag geen alleenheerser worden op het web. Dat Google nog veel moeite heeft met het lezen van de boeken, is een ander verhaal.
Mijn afstudeerscriptie bestond uit een heruitgave van Junghuhns Terugreis van Java naar Europa. Een boek uit 1851. Ton Harmsen scande het boek destijds voor mij in en liet het door een Engelstalige OCR (Optical Chartacter Recognition) overzetten. Een lovenswaardig karwei, waar ik hem nog altijd erg dankbaar voor ben. De moeilijkheid waar hij mij ook op wees, was het vertalen van de enigszins onduidelijke en verwarrende leestekens uit de negentiende eeuw. Ik ploos de tekst op letterniveau na, zoals een aap zijn soortgenoot haar voor haar uitvlooit.
Ik weet dat Google een goed programma ontwikkeld heeft om de gotische drukletters uit Duitse uitgaven om te zetten. Nu zal een goed programma moeten komen dat zonder al teveel problemen de Nederlandse drukletters ontrafeld en omzet naar een digitaal goed leesbaar schrift. Vooral met de 's' heeft Google het zwaar en steevast vertaalt de programmatuur de 's' voor een 'f' (zie hier bijvoorbeeld).
Het is voor Ewoud Sanders genoeg ergernis om Google af te kraken: 'Het ftinkdier flaapt' grapt hij in de kop van zijn artikel. Twee maanden is Google nu bezig en volgens de officiële cijfers zou de Amerikaanse zoeker al 20.000 titels moeten hebben verwerkt. Zonder kapotknippen en met respect voor de boeken.
Ik denk dat de fouten die de programmatuur maakt, goed zijn op te lossen. Het vraagt om een corpus van teksten van waaruit de machine ontwikkeld kan worden. Het is net zoiets als het verhaal van Mathias de Vries waarmee Sanders zijn artikel in de Onze taal begint. Voordat je een woordenboek hebt, heb je een corpus nodig. Voordat je een goede OCR hebt, moet je eerst duizenden pagina's hebben ingescant. Verknipt of met de rug er nog aan. Dat maakt niet uit.

23 februari 2008

Meerijden

De biografie over Den Uyl levert flink wat media-aandacht op. In al het feestgedruis liet de internetzender 'Geschiedenis TV' afgelopen week een prachtige documentaire zien over Den Uyl met de veelzeggende naam 'Premier Den Uyl'.
De jaren zeventig heersen niet alleen in de wijde broekspijpen en de oranje bloesjes. Ook de hele houding van het kabinet toont vrijheid en blijheid. Zo vraagt de documentairemaker of hij mee mag rijden met de kersverse premier. 'Dat is prima', zegt Den Uyl tegen de onvoorbereide vraag. In de auto probeert de verslaggever te zeggen hoezeer hij onder de indruk is van de lift. 'Ach', zegt Den Uyl, 'we moeten er geen gewoonte van maken, maar zo voor een keertje moet dat kunnen, vind ik. Het hoort bij mijn werk.' Ondertussen bladert hij wat in een stapeltje papieren op weg van Catshuis naar torentje. Het is allemaal spontaan, niet doordrenkt van de taal van voorlichters, misdienaars, woordvoerders en spindoktoren.
Ik waardeer zo'n antwoord. Het overheidsgeld is van ons allemaal, dus waarom zou de gewone man niet gewoon een lift krijgen met de premier?

22 februari 2008

Groot bed

Drie loodzware pakketten. Dat was het bed Hemnes van Doris. Felgele stickers waarschuwden dat het bed uit drie delen bestond. Eén doos kon ik niet alleen optillen. 'Moet ik even helpen?' Een vriendelijke vrouw bood me aan om de vierkante doos op mijn kar te schuiven.
Een heel karwei om het spul thuis te krijgen achterin ons kleine autootje. Toen ik thuis de dozen uitpakte om ze boven op Doris' kamer te stallen, besloot ik direct het ding in elkaar te schroeven. De drie pakketten bestond uit heel veel onderdelen, met schroefjes erbij zeker enige honderden. Gelukkig hielp de gebruiksaanwijzing mij goed bij het in elkaar zetten.
Een kleine middag werk, heeft het mij gekost en het bed ziet er schattig uit. Best confronterend dat het meisje haar ledikant is ontgroeid. De verhaaltjes kunnen nu lekker op bed worden voorgelezen. Voor de zekerheid ligt het oude matras uit haar ledikant naast het bed. Als ze eruit valt dan landt ze zacht.

21 februari 2008

Om je gat te vegen

Misschien is het gewoon toeval dat ik achter loop met de dagkalender van Geert Mak. Net nu het zo roerig is in Sarajevo en Kosovo. Ik lees net over het begin van de Eerste Wereldoorlog.
Bij de televisieserie In Europa is een scheurkalender uitgegeven door uitgever Atlas. Het zijn de artikeltjes van 230 woorden, 17 schermregels, die Mak schreef in 1999. Het jaar waarin hij een tocht door Europa maakte.
De kalender hangt bij ons op het toilet, naast de Onze Taal scheurkalender. Ik loop bij beide kalenders achter en Inge heeft ze keurig voor mij geklemd tussen het kraantje en de muur. Een stapeltje artikelen wacht nu bij iedere poepronde om door mij gelezen te worden. Omdat ik een weekje vakantie heb, bezoek ik wat vaker het huistoilet en kan mij weer aardig bijlezen. Bovendien heb mij de laatste dagen aangewend niet meer met iets te lezen naar de wc te gaan.
Toeval of niet, ik lees net de stukjes bij 11 en 12 februari. Omdat Inge het laatste artikel voorin klemt, lees ik de stukjes in een merkwaardige volgorde. Ze dragen de titel 'Rampenfilm' (I en II).
De drie maal 230 woorden behandelen de vraag rond het schot van Gavrilo Princip op de Oostenrijkse kroonprins Franz Ferdinand en zijn vrouw Sophie op 28 juni 1914 in Sarajevo. Hoe begint een wereldoorlog? Dat vraagt Mak zich op deze februaridagen in 1999 af, in een leeszaal van de Nationale Bibliotheek van Oostenrijk.
Nee, niet het schot veroorzaakte de oorlog, maar het diplomatieke werk faalde, meent Mak op 12 februari. Loert ook vandaag niet het lontje in hetzelfde kruitvat? Ik vroeg het mij vandaag meerdere malen af bij het zien van de demonstraties in Sarajevo.
Nee, concludeerde ik tevreden terwijl ik mijn gat veegde. We zijn ons nu veel bewuster van het kruitvat in die regionen. Daarom letten we beter op en kunnen we misschien veel voorkomen. In 1914 heerste de naïeteit en nu is de angst heer en meester. Dat is het grote verschil.

Wil je meer weten over de In Europa -kalender? Lees mijn recensie op Litnet Neerlandinet.

20 februari 2008

Hele noten

Ik dacht altijd dat de St. Eustach alleen stond voor wierook en misgezang. Maar nu hebben de protestanten zonder beeldenstorm Parijs overtuigd: 'Looft God, looft zijn naam allom, want de roomsen die zijn om.'
Vreemd gezicht hoe in zo'n op-en-top katholieke kerk de genefen klinken. En in hele noten... Het gaat nog redelijk vlug, maar ik denk dat dit komt omdat ze kerk maar een halfuur hebben afgehuurd.

Maïzena

Ze wilde Inge graag meehelpen met koken. Ze schoof haar stoel erbij en keek aandachtig in de richting van de kok. Het geduld werd echter snel beproefd en ze wilde haar moeder graag helpen.
Ik kwam op het idee haar wat water te geven, er wat maïzena bij te doen en haar lekker in de smurrie te laten roeren. Het kind heeft zich kostelijk vermaakt.
Zojuist dweilde ik al haar activiteiten op. De smurrie was al een beetje hard geworden en liet zich niet simpel verwijderen.
Ik bedacht hoe ik vanmorgen nog de toekomstige naaikamer van Inge sausde. De smurrie leek er wel een beetje op. Eerder vanavond verwijderde ik de morssporen van deze activiteit. Eigenlijk niet zo'n groot verschil, alleen mijn werk wordt als nuttig gezien en dat van Doris onnuttig. Het verschil is dat zij er meer plezier in heeft dan ik.

19 februari 2008

Wat vindt Harry Mulisch

Fidel Castro is vandaag officieel afgetreden. Wat vindt Harry Mulisch daarvan? Man bijt hond liet dit nieuws liggen, dus trok ik vanmiddag de stoute schoenen aan en ben hem gaan opzoeken. Toevallig was hij thuis in zijn riante woning aan het Leidseplein.
Hendrik-Jan: 'Meneer Mulisch, vandaag is Fidel Castro officieel afgetreden. Bijna vijftig jaar zwaaide hij de dictatorische scepter over Cuba. Wat vindt u van dit nieuws?'
Mulisch: 'Ach, het doet met niet zoveel. Vijftig jaar is lang.'
Hendrik-Jan: 'Maar u bent een fervent aanhanger van deze regeringsleider geweest. U ging zelfs in de jaren '70 naar Cuba.'
Harry: 'Ja, wat ik daarvan vind, kunt u in mijn boeken lezen.'
Hendrik-Jan: 'Zoals in De ontdekking van de hemel. U laat er zelfs een omvangrijke passage op het eiland spelen. U heeft zich weleens euforisch over hem uitgelaten.'
Harry: 'Dan moet u wel mijn boek aanhalen, nu haalt u er iets bij uit het boek van Elsbeht Etty.'
Hendrik-Jan: 'Sorry, ik heb dat boek laatst gelezen en De ontdekking ligt bij mij ergens op zolder in een doos.'
Harry: 'Meneer de journalist, doe u werk eens behoorlijk. Het is echt niet zo dat De ontdekking van de hemel onverkrijgbaar is. Het is moeilijker om aan het boek van Etty te komen, dan aan mijn boek.'
Hendrik-Jan: 'Excuses, meneer Mulisch, mijn oprechte verontschuldigingen, maar wat vindt u nu van het nieuws dat Fidel Castro is afgetreden.'
Harry: 'Kijk, er zijn schrijvers die zonder ziek te worden de tachtig halen, er zijn staatslieden en pausen die er wat meer moeite mee hebben. Wat Fidel en ik gemeen hebben is dat wel allebei tot onze dood ons werk willen blijven doen. Hem is dat niet gelukt en mij tot op heden ook nog niet, maar ik kan wel door schrijven en hij niet door regeren. Uiteindelijk zijn er ook genoeg schrijvers die tachtig werden, maar die evenmin een letter op papier kregen. Ik ben vitaal genoeg en aan inspiratie ontbreekt het niet.'
Hendrik-Jan: 'Maar wat vindt u nu dat uw grote vriend is afgetreden.'
Harry: 'Zoals u weet, kunt u in mijn werk lezen wat ik van Castro vindt. Daar is geen televisiecamera voor nodig. Bovendien vijftig jaar is een lange tijd, dus een mening groeit mee met de baard van meneer Castro..'
Hendrik-Jan: 'Maar,'
Harry: ' Genoeg, genoeg. Basta. Ik heb genoeg tijd verspild aan dit item. Dat u het niet voorbereid, is u kwalijk te nemen. We wisten al anderhalf jaar dat meneer Castro vroeg of laat afscheid zou nemen. Bovendien heeft mijn tachtigste verjaardag genoeg tijd van mij gevreten. Het leek mij eens tijd om te gaan schrijven wat ik van Castro vindt. Wist u dat ik al langer schrijf, dan hij regeert. Dan ziet u eens wie belangrijker is. Tot ziens meneer De Wit. Dag.'

18 februari 2008

Krap

Gestaag vordert de inrichting van mijn studeerkamer op zolder. Vandaag heb ik de laatste plankjes opgehangen en de deur op hoogte gezaagd. Zo met de deur erin, valt op hoe klein de kamer is. Het is echt passen en meten met de ruimte.
Het harmonium pakt de meeste vierkante meters en mijn nieuwe bureau de rest. Morgen ga ik de boel schoonmaken. Dan kijk ik of ik genoeg ruimte heb om te kunnen doen wat ik wil doen.

17 februari 2008

Zonder plot

Het verklappen van een plot in een recensie. Voor sommige lezers is dit als het verklappen van de uitslag van de voetbalwedstrijd. Onthutst is een lezer van NRC dat een recensent het plot heeft verklapt van Kees van Beijnums Paradiso. Hij schrijft een brief naar de hoofdredacteur. Net op de helft was hij van het boek en nu is zijn plezier vergalt.
De recensie vertelt iets van verdwenen vrouw keert terug. Is dat zo erg? De hoofdredacteur vraagt het in zijn antwoord ook. Als je het plot weet, hoeft je leesplezier nog niet vergalt te zijn. Soms moedigt het aan tot verder lezen, soms lees je juist nieuwe dingen.
Ik recenseer ook weleens en bedenk mij nooit of ik het plot aan het verklappen ben. Ik schrijf gewoon een recensie en haal daarin fragmenten aan om mijn oordelen te verduidelijken. Als dat toevallig om het plot draait, dan is het zo.
Tegelijkertijd vind ik dat een recensent veel meer over een boek kan vertellen dan het plot. Meestal laat ik het plot achterwege, gewoon omdat ik dat niet interessant vindt. Als het boek alleen een plot is, kun je net zo goed alleen de laatste bladzijden lezen.
Een recensie is natuurlijk iets anders dan een reclameuiting, dat de lezer moet aanzetten het boek te kopen en te lezen. Een recensie mag een kritisch geluid laten horen, ook over het plot. Als ik van het plot genoten heb, verklap ik het niet, want dan wil ik de lezer dat genot niet ontnemen. Als het plot me niet aanstond, haal ik het ook niet aan, dan is het de moeite van het vermelden niet waard. In alle andere gevallen is het plot onbelangrijk genoeg om het te noemen.
Verder probeer ik het verhaal het verhaal te laten. In een recensie kan ik volstaan met een regel samenvatting, de rest moet kritiek zijn. De recensie is een kritiek op het verhaal en moet vooral niet het verhaal navertellen, dan kan iemand beter het boek gaan lezen.

16 februari 2008

Dans ontsprongen

Alle vernieuwingen in het onderwijs, ben ik ontsprongen. Ik was net te oud voor de basisvorming en te jong voor het studiehuis, pas in het volwassenonderwijs kwam ik daar een proefje van tegen. De Tweede Fase en de glazige term nieuwe leren mochten helemaal aan mijn aandacht ontsnappen.
Ik las vandaag een interessant betoog van Ton van Haperen in de NRC. Hij meent dat het onderzoekers van de parlementaire enquête aan 'weinig concrete en ambitieuze voorstellen ontbreekt'. Ook wijst hij naar directies en besturen die het allemaal wel spannend vonden het leren te vernieuwen en op een bij de tijd passende manier les te geven.
Ik mis het voorstel ook in het advies van de commissie. Het grootste deel van het rapport is geschreven in de verleden tijd, maar de onvoltooid tegenwoordige tijd ontbreekt in de teksten. Het lijkt of Dijsselbloem zijn vingers niet meer wil branden aan een voorstel en vooral de macht bij de scholen neerlegt.
Mijn herinnering aan school en de manier van lesgeven, is de leraar die zegt dat ik het moet snappen omdat hij het altijd zo heeft uitgelegd. Op mijn vraag het op een andere manier uit te leggen, reageerde hij nors: 'Waarom zou jij het niet snappen als iedereen het snapt.' Een weinig motiverende manier van lesgeven.
Daarom zou ik het echt jammer vinden als alle winst van de onderwijsvernieuwingen wordt omgezet in het verlies van het oude en klassikale leren. Het zou jammer zijn als mijn dochter op precies dezelfde manier leskrijgt als ik, omdat we vinden dat vernieuwing in het onderwijs niet mag.
Overigens ontsnapte de filosoof Ad Verbrugge de media-aandacht. Ik ben voor de zekerheid even op de website van Beter Onderwijs Nederland gaan kijken. Wat schetst mijn verbazing: slechts één bericht over Dijsselbloem, met 42 reacties. De belofte 'velen zullen volgen' wordt gevolgd door een artikel over het onverminderd doorgaan van het nieuwe leren op het ROC van Amsterdam. Zouden ze het eens zijn met de commissie, of bezinnen ze zich kritisch over de toekomst van het onderwijs en komen ze binnenkort met een heel mooi voorstel? Ik denk het eerste en hoop het laatste.

15 februari 2008

Uitruimen en inrichten

De eerste vrije dag van een week. Ik ga verder met klussen en natuurlijk heerlijk uitrusten. Op het werk was het door de introductie van de nieuwe website erg druk. Nu hoop ik alles even te vergeten.
Vandaag ben ik gelijk doorgegaan met het uitruimen van het oude studiehok en het inrichten van de nieuwe studeerkamer op zolder. Het dreigt allemaal erg mooi te worden. Ergens is het best jammer dat nauwelijks anderhalf na het inrichten van het studiehok, alweer alles moet verhuizen. De oude verhuisdozen zijn hier heel handig bij.
Waar het ene plankje wordt opgeruimd, daar wordt het andere gebouwd. Daarom moet alles eerst in dozen wachten. De oude plankjes krijgen een nieuw plekje. Net zo handig. Er moeten in elk geval ongeveer even veel meters plank komen als in de oude situatie, anders red ik het niet.

14 februari 2008

Hoogwater

Een enveloppe met erop de hoofdletters van een grote firma. Een sticker plakte over het raampje van het enveloppe. Ook hier plakte even overtuigend het logo van een grote bouwgroep. En dat op de dag van de liefde...
Ik maakte de enveloppe snel open en ontdekte tot mijn vreugde dat er twee Hoogwaters inlagen. Hoogwater is het literaire tijdschrift van het NNP, mijn oude studievereniging van Nederlands.
Dat ik twee exemplaren van het blad kreeg toegestuurd, had te maken met het gedicht dat ik speciaal voor dit blad schreef. Het gedicht 'Twintig' staat er mooi in afgedrukt. Even voelde ik weer de trots van weleer, die mij vervulde bij het zien van mijn eigen gedicht, afgedrukt op het papier. Ik heb menig verhaal geschreven in de krant, maar daar voelde ik mij beduidend minder trots op, dan op dit gedicht.
Ik bladerde gelijk door het tijdschrift en ik was heel blij. Blij te zien dat de hedendaagse student nog prachtige verhalen schrijft en mooie gedichten dicht. Ik was daarnaast vooral blij te zien dat er nog altijd studenten zijn die mooie blaadjes maken. Dergelijke initiatieven koester ik.
Ze gaan zelfs nog een stapje verder dan toen ik studeerde: ze hebben een prachtige website waar een pdf van het tijdschrift Hoogwater binnenkort verschijnt. Met mijn gedicht.

Kots

We lieten gisteravond de hond uit en ontweken een plakkaat kots dat midden ons trottoir lag. We kregen Sientje net op tijd weg van het onverteerde gebeuren dat waarschijnlijk een kat aan het voetpad had toevertrouwd.
In een verhaal zou dit de voorbode zijn voor een wilde nacht. In het echt niet, alleen voor dit verhaal geldt dit wel. Doris werd vannacht drie keer wakker en de drie keer moest ze overgeven. Het hele bed hebben we vannacht driemaal moeten verschonen.
Vanmorgen zag ik het plakkaat nog liggen. In een goed verhaal kom je aan het einde weer terug op het begin. Ik voelde me moe van de doorwaakte nacht, maar wist dat dit te mooi was om waar te zijn.

13 februari 2008

Manfred en Hilmar gestopt

Best wel een schrik vanavond: Manfred en Hilmar stoppen bij Man bijt hond. Ik genoot van de broers uit het Utrechtse Kanaleneiland. Ik had nog maar net een artikeltje over de twee broers geschreven.
De uitzending van vanavond liet niet veel zien van een afscheid. Ik vermoed dat de broers er geen zin meer in hadden. Natuurlijk zijn ze niet een onuitputtelijke bron voor onderwerpen voor televisie. Manfred loopt wekelijks rond op Schiphol en Hilmar kijkt dagelijks zijn favoriete Duitse soapserie Julia - Wege zum Glück. Waar het precies over gaat, weet hij ook niet, maar hij kijkt wel iedere dag.
Het is verschrikkelijk jammer dat de heren niet meer te zien zijn op televisie. De chaos in hun flat en het verschil tussen de twee broers, genoeg inspiratie voor een spannende serie. Ze maken toch iedere dag weer iets nieuws mee en is het nieuw voor hun, dan is het wel nieuw voor mij.

Ronald Joosten

Een kop om de speurders van Google een plezier te doen. Bloggen is erg leuk, net zoals het kijken naar de herkomst van de bezoekers via het programma Google Analytics, het gratis website-statistiekprogramma van meneer Google.
Wat vooral leuk is om de mensen te bekijken die via de zoekmachine van meneer Google binnenkomen. Was vorige maand het artikel over het Kogelvisje bijzonder populair (zoekwoorden waren hierbij: kogelvisje, slakkenplaag en aquarium), deze maand scoort het artikel over Dini Kantine hoog (zoekwoorden hierbij: Ron Joosten, Dini Kantini, Diny Kantini en de hele leus: Ronald Joosten wie kent hem niet).
Om de laatste zoekers te plezieren: de kop bepaalt heel veel. Bovendien heeft Google kortgeleden de zoekmachine aangepast op actualiteit. Websites die het laatst geschreven hebben op een zoekterm, krijgen een hogere plaats in de ranking. Ook maakt het uit of een van de zoekwoorden in de kop van het artikel staat. Het belangrijkste blijft echter je populariteit.
Ik gebruik al deze informatie vooral als 'spielerei'. Een vreemd idee dat het lezen via internet door zulke dingen wordt bepaald. Een vlotte schrijfstijl levert niet meer bezoek op, maar houdt wel lezers vast. Trefwoorden, koppen en aantrekkelijke inleidingen zuigen de lezer naar binnen. Dat is minstens zo belangrijk.

12 februari 2008

Nog niet dood

Ik blader wat door de nieuwste dichtbundel van Leo Vroman Nee, nog niet dood. Vromans gedichten leveren vaak een chemische reactie op, zoals het gedicht 'Late liefde':

Om op een avond, gelokt door het wit
van een tafellaken een huis in te dringen
en die kamer in van vreemdelingen
waar nog niemand aan tafel zit,

en op hun lege etensborden
mijn vleselijke maar gare dingen
neer te vlijen en men komt eten

dat is minstens net zo goed
als echt gelezen worden
door wie ik nooit heb ontmoet.

Geloof maar dat ik het zal weten
als je wat regels uit een gedicht
van mij oudbakken bot gelicht
bij je naar binnen werkt

Geloof maar dat iets van mij dat merkt.
Dan ben je zoveel dichter bij.
Niet bij die dichter, maar bij mij.

Zo'n gedicht kan ik eindeloos lezen. Het slingert mij tussen metafoor, gedicht en de 'ik'. Van het tafellaken naar de dichter en dan terug naar de ik, die zich zo liefdevol in een gedicht verstopt. Ik laat me daar dan echt in meevoeren.

De naam van de bundel ademt de sfeer van een tweeennegentig-jarige dichter. Elke ochtend wakker te worden met de blijdschap dat je nog niet dood bent. De dagen gaan snel voorbij in het gedicht 'Een psalm voor vandaag en morgen':

waardoor lijkt mijn vandaag zo kort
dat morgen er gisteren wordt?
Heb ik iets overgeslagen.

De dood kwam in Finkers' voorstelling van zaterdag ook heel dichtbij. Soms voelde ik hem echt om mij heen, maar de dreiging voelde niet beangstigend. Zeker ook door de humor die Finkers erbij haalde. In veel opzichten sluit de bundel van Vroman hier bij aan. Dezelfde gelatenheid en openheid, en ook prachtige kwinkslagen. Een bundel om lief te hebben.

Nee, nog niet dood laat zien dat Vroman een dichter van formaat is, net zoals zijn vorige bundel Tweede verschiet uit 2003. Het klimmen der jaren vormt hierbij geen beletsel, maar zelfs een inspiratiebron.

11 februari 2008

De maan

We kwamen gisteravond in het donker thuis en Inge zong 'In de maneschijn'. Doris begreep niet waar het over ging en Inge verduidelijkte het haar door naar de maan te wijzen. Ze staarde vol ontzag naar de hemel en stamelde 'maan'.
Ik was vooruit gelopen en kwam naar haar toe. Ze cirkelde met haar knuistje naar het uitspansel. 'Sterren', riep ze. Een wolkje adem vergezelde de uitspraak. Nogmaals wees ze naar de maan. Ze was vol van de ontdekking.
Ze kende de maan wel en ze heeft hem ook wel gezien, maar het was nog nooit zo tot haar doorgedrongen. Toen ik aan het einde van de middag naar het park ging om van de glijbaan te glijden, kwam de ontdekking weer.
'Maan', riep ze terwijl ze op mijn schouders naar huis werd gedragen. Ik zag niets en hief mijn nek wat hoger op naar de hemel. 'Inderdaad Doris, de maan.' Het kleine sokkeltje glinsterde en gaf ons een klein knipoogje.

10 februari 2008

Herman Finkers

Hij stelde zich heel netjes voor aan het publiek. 'Vraag het je ouders maar, misschien kunnen ze me herinneren. Ik heb ooit opgetreden in De Roestbak en Metropool, maar dat is lang geleden. Als je je ouders opzoekt in het verzorgingstehuis, moet je het toch maar eens vragen.
Herman Finkers (ja met een F) trad gisteren voor de derde en laatste avond op in de nieuwe schouwburg van Almere. Hartverwarmend en ontroerend, dat is zijn voorstelling Na de pauze. En zoals het bij een echt goed theaterprogramma hoort, eigenlijk zou je twee keer moeten gaan. Dat was mijn voornemen wel gisteravond toen ik naar huis fietste. De volgende keer bestel ik voor twee voorstellingen, dacht ik. Want als ik vanavond weer zou kunnen, zou ik zo weer gaan.
De kracht van zijn voorstelling is het alledaagse dat Finkers uitstraalt en ook met zijn publiek deelt. Alsof het een goede vriend is die zijn verhaal vertelt over zijn ziekte, zijn frustraties en angsten. Hij doet dit met de vertrouwde humor. De voorstelling verschilt wezenlijk van de oudere voorstellingen, waarmee hij zeven jaar geleden mee stopte. Volwassener, ingetogener en heel intiem, dat is Na de pauze.
Het zou zonde zijn dat ik hier de grappen herhaal die hij maakte. Het zou ook jammer zijn als ik hier een korte samenvatting geef van zijn onderwerpen. Er lag een heel leuk boekje te koop voor bij de voorstelling. Daar heb ik gisteravond en vanmorgen nog veel in gebladerd. Er staan citaatjes in uit de voorstelling en aanvullend staan er allerlei verhalen in. Sommigen zijn al eerder gepubliceerd in diverse bundels, zoals de herinnering aan zijn vriend Willem Wilmink en het artikel over Gerard Reve. Het is een genot om te lezen, met leuke anekdotes en herinneringen aan Almelo. Voor een oud-inwoner van deze Twentse stad, leuk om te lezen.

09 februari 2008

Pas op

Met het mooie weer vanmiddag liepen we een rondje door het park. 'Glijbaan, glijbaan', zei Doris al enthousiast toen we de jassen aantrokken. Ze weet het precies. Als we een rondje door het park maken, mag ze van de glijbaan.
We liepen over het bruggetje dat naar het park leidt. Hier rijden ook auto's en Doris moest van mij een hand geven. Ik groette vriendelijk naar een vrouw die aan de overkant met haar hond liep. De vrouw barstte in lachen uit. 'Haha', zei ze. 'Je dochter gebaarde naar de auto die langsreed en zei: 'Pas op.'' Ze maakte met haar hand een afwijzend teken, om voor te doen hoe het gebeurde. Ik nam haar lachen over. Mijn dochter waarschuwt mij al voor de gevaren op de weg. Schitterend

08 februari 2008

Of je stopt de stekker erin

Hij had de printer geinstalleerd en vroeg of ik iets uit wilde printen. Er gebeurde niets. 'Heb je stekker er wel in?' vroeg ik de stagiair ICT. Hij knikte overtuigd. Ik keek nog eens naar het ding, maar zag niet de gebruikelijke lichtjes branden. Ik boog over het apparaat en zag dat het kabeltje voor de stroom los lag.
'Of je stopt de stekker erin.' Ik zei het even parmantig als de dochter destijds bij de IBM-reclame. Vader kocht een heuse Personal Computer, was in de weer met ettelijke draadjes, drukte op de knop en er gebeurde niks. De dochter hield eigenzinnig de stekker in de hand omhoog en zei erbij 'Of je stopt de stekker erin'.
De stagiair kende de reclame niet. Hoe snel iets moderns alweer achterhaald is. Ik word oud, dacht ik.

07 februari 2008

Bertjes knuffelkamer

Een droevig verhaal, was het. De vrijwilligers van kinderboerderij de Stek in Almere hadden met veel enthousiasme en energie een kerstmarkt georganiseerd. Van de opbrengst zou een grote knuffelschuur worden gebouwd, waar varkentje Bert een eigen knuffelkamer zou krijgen.
Ik was al verbaasd hoe het kleine kunekune-varkentje zich onder een slechts een klein afdakje kon schuilen tegen wind en regen. Het dier leek er niet ongelukkig van te zijn, maar als mens vind ik dit zielig. Dierenleed is meer mensenleed, dan dierenleed.
De plannen werden flink gedwarsboomd doordat er in december liefst twee keer werd ingebroken en de dieven ondermeer met het geld voor Bertjes onderkomen vandoor gingen. Hoe dit leed nu opgelost kon worden, wist niemand. Het wachten was op een gulle gever.
Vandaag bij het hardlopen begon mijn hart nog sneller te kloppen, want ik zag bij de Stek een heuse knuffelschuur. Groot genoeg om het varkentje van een riante kamer voor zichzelf te geven. Bovendien las ik op de website van de Stek dat er heuse plannen zijn met een caviadorp.
Gefeliciteerd Bertje.

06 februari 2008

Fantasie

Ik vergeet mijn eigen verbeelding
en schrijf hart waar liefde staat
en aardig waar boos hoort

De zinnen rijgen zich aaneen
in losse kralen zonder woorden
met een leeg einde

Als mijn hart aardig tikt
verdwijnt de verbeelding
en sleurt de waarheid mee

Als ik kon fantaseren
verzon ik een leeg huis
met alleen jou en haar

05 februari 2008

Invulling

Je ziet het in de verte naderen. Je bent al te laat. De golf overspoelt je en sleurt je mee. Iedereen praat erover en je wilt dolgraag meepraten. Daarom keek ik zondagavond ook naar de onthulling van Peter R.
Onthulling, over dat woord durf ik nog te twijfelen. Het was meer de invulling van de theorieën van meneer De Vries, weliswaar uit de mond van de vermeende dader. Gaat het hier om een heuse gewetenloze psychopaat of om een tiener die klunzig zijn eigen onschuld in zee gooit?
Zeven miljoen kijkers, zeven miljoen rechters die de jongen minstens tot levenslang veroordelen. Waarvan ik nog het meeste schrok was een psychiater die op de televisie een complete analyse wist te geven van Joran, terwijl hij niet meer gezien had over de jongen dan wij. Als hij altijd zo snel zijn oordeel klaar heeft, mag half Nederland de sticker TBS op de rug geplakt krijgen.
Zeker het zou niet mijn vriend zijn en de televisie-uitzending had allemaal wel een hoog 'Charlie da Silva'-gehalte, waarbij pocherij en grootdoenerij schering en inslag waren. Ik kon vaak het lachen niet inhouden. Het Antilliaans vloog je om de oren. Veel stoerdoenerij en opgeklopte waarheden. Bovendien ontlokte de bestuurder van de auto bomvol verborgen camera's ook één en ander bij de dader.
Daarnaast riepen de 'bekentenissen' meer vragen op dan antwoorden. Wie waren die handlangers en waarom had Peter R ze niet gezocht? Hij maakte het zich wel makkelijk af door te vertellen dat dit een zaak van de politie was. Journalistiek gezien lag het goud voor het oprapen en Peter R had een echte onthulling gehad. De enige fact-check die Peter maakte was de ontdekking van het zandpaadje en de telefoon waarmee Joran zijn handlanger belde.
Nu jaagt iedereen op de man met de achternaam die Peter R wegpiepte, behalve de politie. Volgens mij heeft de butler het gedaan.

04 februari 2008

Vaatdoekje

Weet je hoe je een vaatdoekje weer bacteriënvrij kunt maken? Je stopt hem een minuut in de magnetron. Je moet wel goed opletten dat het doekje niet in brand vliegt.
Het was vandaag de gouden tip bij de lunch en vormde gelijk het gesprek voor de rest van de maaltijd. 'Trouwens weet je dat je nooit een ei in de magnetron moet doen?' reageerde een collega. Iedereen schudde woest met het hoofd om te vertellen dat dit oud nieuws was. 'Nou, je kunt zeggen wat je wilt, maar het stond echt niet duidelijk in de handleiding beschreven.'
Ik stelde gewoon voor om het vaatdoekje in de was te stoppen. Dat niet elke vaatdoekje zonder bacteriën is, is alleen maar een goede zaak. Van een paar bacteriën is nog nooit iemand doodgegaan. Dus waarom zou je een vaatdoekje in de magnetron doen.

03 februari 2008

Eindelijk

Het vloertje ligt er in mijn toekomstige studeerkamer. Een kamer voor mij alleen. Ik ben er erg blij mee. Dat het de spreekwoordelijke bloed, zweet en tranen gekost heeft, mag duidelijk zijn uit de vele blogs die ik aan dit onderwerp heb gewijd.
Vorige week maandag was het ophangen van het dakraam mislukt. Het was maandagmorgen, ik moest naar mijn werk en de verf was niet droog. Ik durfde er niet meer over te schrijven vorige week. Nu heb ik weer het lef, want dit weekend ging ik ondanks alle dramatische weersvoorspellingen toch schilderen.
Het prachtige weer gisteren nodigde me uit om opnieuw het dakraam uit het kozijn te halen en dapper de beschadigingen van vorige week te verwijderen. Eigenlijk viel het allemaal mee en ik beschilderde de dingen gisteren opnieuw. Ondanks de koude was het vanmorgen vrijwel helemaal droog en kon ik hem vanmiddag weer ophangen. Het ging prima, de paar lichte beschadigingen heb ik direct aangestipt. Nu ziet alles eruit of vorige week alles is goedgegaan.
Vandaag met veel moeite de scheve vloer gelegd. Het viel behoorlijk tegen om alle naadjes netjes aan elkaar te krijgen. Toen ik eenmaal de deuropening dicht had zitten en het harmonium op het nieuwe vloerdeel had gelegd, ging het snel.
Nu is de studeerkamer bijna af. Bijna, want er moet nog heel wat gebeuren. Zo komen er nog boekenkasten tot het plafond, krijgt het nieuwe bureau een plekje en moet de betonmuur ook plankjes krijgen voor de boeken. Werk genoeg.

02 februari 2008

Kinderfietsjes

Het zou de laatste winterdag worden, volgens de weerberichten. Maar bij het hardlopen aan het eind van de middag, leek het meer op de eerste voorjaarsdag. Overal fietsten ouders met kleine kinderen naast zich.
De kinderfietsjes slingerden over de fietspaden. De ouders duwden hun kroost vooruit of probeerden op alle mogelijke manieren de kromme banen recht te breien. Moeders en vaders instrueerden met een lichte paniek in de stem hun kinderen vanaf hun hoge fiets. Anderen pakten het wat wijzer aan en liepen ernaast.
Niet ieder kind waardeerde de bemoeienis van de ouders. Zo trof ik een huilend jongetje aan dat niet meer wilde trappen. Het fietsje wipte van het ene zijwieltje op de andere. 'Wat wil je dan?' vroeg de vader moedeloos. Het antwoord bleef beperkt tot gekrijs.
Hoe het verder liep zou ik niet weten, want ik holde de zonsondergang tegemoet. De wind blies nog wat koud over mij heen, maar het voelde inderdaad als voorjaar. Hoezo laatste winterdag?

01 februari 2008

Nieuwe fiets

Hij rijdt werkelijk heerlijk mijn nieuwe fiets. Gisteren reed ik een proefrondje en had zelfs geen last van de regen en wind. Het is een Giant met acht versnellingen, zo'n luxe fiets heb ik nooit van mijn leven gehad. Hij heeft de mooiste kleuren in grijs- en zwarttinten.
Het is mijn tweede nieuwe fiets. De eerste kreeg ik van mijn ouders toen ik op de middelbare school zat voor mijn verjaardag. Het zou de laatste zijn, maar deze heb ik ook grotendeels van mijn ouders gekregen.
Ik heb hem vandaag opgehaald. We waren de eerste klanten vanmorgen, zoveel haast had ik. Vervolgens heb ik er heerlijk Almere mee doorgereden. Heel trots en blij op mijn nieuwe fiets.

Zwaar bureau

'Je komt toch niet uit Den Haag?' vroeg de kerel van De Kringloper. De kerel keek mij streng aan. Ik kwam welgeteld drie bureau's en twee bureaustoelen ophalen. We gingen eventjes na het bezoek aan de stad vanmiddag wat rondneuzen.
Ik trof een eenvoudig, doch stevig bureau aan. Ik zag de prijs en besloot het ding gelijk mee te nemen. Het stelde niet veel voor, maar voor mij is het goed genoeg om een plekje te krijgen op de nieuwe studeerkamer op zolder.
Inge neusde ook rond en zag een zwaar metalen bureau. Ze was gelijk verkocht, net als het betreffende bureau. 'Ideaal om straks mijn lockmachine op te zetten', was voor haar het argument tot de aanschaf.
We vonden ook een schitterend schoolbureau'tje met bijpassend stoeltje. Een bureau'tje waar ik aan gezeten kon hebben, compleet met het grote metalen vak eronder. Doris mag er straks op zitten als ik werk in mijn studeerkamer.
Ik moest die dingen vervolgens ophalen en reed even later met de auto naar de achterkant van het pand. De aankoop was zo groot, dat het onmogelijk bleek de boel in één keer mee te nemen. Dat vonden ook de heren die me allervriendelijkst hielpen en mij voor een Hagenees hielden.
Toen ik na afloop van de dubbele trip het loodzware bureau, waar Inges lockmachine straks op mag staan, naar boven tilde, onthulde zich een geheim. Uit één van de laatjes dwarrelde een briefje met dreigend daarop de tekst: 'Instructie'. 'Nou weet ik waar het ding vandaan komt', riep Inge. Ze wees naar het logo bovenop de brief: 'Bloed en vuur. Leger des Heils', stond erop. Niet alleen in letterlijke zin een zwaar bureau.