Zo’n boek dat ik al een tijdje in de boekenkast heb staan en waarvan ik weet dat ik het zou moeten lezen. Als ik het dan eindelijk lees, kan ik mijzelf niet begrijpen: waarom heb ik het niet eerder gelezen!
Wat een geweldige reisschrijver is Bill Bryson. Zijn trektocht door Engeland, Een klein eiland is een genot om te lezen. De zelfspot en humor waarin hij zijn reis door Groot-Brittanië beschrijft, zijn onnavolgbaar.
Natuurlijk stuit je ook op de onhebbelijkheden van Bill Bryson. Hij heeft een hekel aan de autisten van de Blaenau Ffestiniog Railway. Zij laten de beroemde stoom trein vertrekken 4 minuten voor de bus aankomt en Bryson 4 uur moet wachten tot de volgende trein gaat.
Ook andere ongemakken meet Bill Bryson uitvoerig uit in zijn reis door Groot Brittannië. Zoals de lelijke gebouwen die Engelsen in hun steden weten te zetten. Elke stad heeft wel zoiets lelijks. Sommige steden zagen er in het verleden heel mooi uit en zijn voorgoed verknalt. In de Victoriaanse tijd moet Engeland er adembenemend uit hebben gezien volgens Bryson. Daar is veel moois van verdwenen.
En dan is er natuurlijk nog de hel van het zoeken naar een goed hotel. Bill Bryson stelt dat zijn vrouw hier een kei in is. Hij niet. Net als dat hij in de supermarkt altijd de verkeerde rij bij de kassa kiest, zo weet hij uit een rijtje hotels perfect de verkeerde te kiezen.
Mijn vrouw kan een rij pensions bekijken en dan direct datgene uitkiezen waar een witharige weduwe met een vriendelijk karakter en een zwak voor kinderen de scepter zwaait en dat sneeuwwitte lakens en fonkelend badkamersanitair te bieden heeft, terwijl ik meestal uitkom bij datgene waar een vent met een inhalige instelling, een peuk op zijn lip en zo’n hoest waarbij je je afvraagt waar hij de fluim laat, de baas is. En ik dat, wist ik akelig stellig, zou vanavond het geval zijn. (281/282) |
Inderdaad vindt hij zo’n pension. Niet onvermakelijk natuurlijk. Het zou een saai verhaal opleveren als hij met zijn vrouw zou zijn geweest of haar mooie eigenschap zou hebben gehad. Nu geeft het veel vertier. Waarbij de veel te hoge prijs voor de overnachting samen met de walgelijk smerige koffiepotjes prachtig zijn om te lezen.
Tussen al het gemopper valt het dan op als Bill Bryson onverwacht positief is over een stad. Of als hij na een dag mopperen, de volgende dag ineens de schoonheid van Edinburgh ziet. Dan moet hij wel oppassen in de trein als hij in slaap valt, de kwijl die uit zijn mond valt, zorgt daar voor een groot web van slijm.
Zo rol je van het ene plezier in het andere als je Bill Brysons boek leest. Het stimuleert mij zelfs bij het schrijven. Ik betrapte mij erop dat ik het reisje naar het Muiderslot opeens op eenzelfde manier ging beschrijven. Onhandig, want ik geloof nooit dat ik deze reisheld kan evenaren.
Lees morgen het vervolg: Little Dribbling
Bill Bryson: Een klein eiland. Oorspronkelijke titel: Notes from a Small Island. Vertaald door Suzan de Wilde. 2e druk. Amsterdam: uitgeverij Contact, 1999. ISBN: 978 90 254 9989 9. 400 pagina’s. Pandora Pocket.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten