05 november 2009

Hoofdrekenen

Het ligt niet aan de rekenmethode, maar aan de leraar. Dat is de uitkomst van een studie waarom leerlingen zo slecht leren rekenen. Geruststellend dat de methodes en de dure boeken gebruikt mogen blijven worden. Minder geruststellend is de onkundige leraar.

Hoe komt het dat leraren zo slecht rekenen. De reden ligt volgens mij niet zozeer in het slechte onderwijs dat ze genoten hebben, maar veel meer in de training. Oefening baart kunst en dat geldt zeker voor rekenen. Het begint al heel eenvoudig: hoe vaak reken je in de praktijk nog.

Ik denk dat ik hoogstens één keer per dag met een simpele berekening te maken krijg. Bijvoorbeeld wat kost mij de maandelijkse 5 euro meer aan ziektenkostenverzekering, per jaar. Dat is niet zo moeilijk, die 60 komt vrij snel los. Moeilijker wordt het om bijvoorbeeld heel snel de gemeentebelasting, die per jaar gerekend wordt, in een maandelijks bedrag te krijgen.

De hoofdoorzaak is dat vanaf de middelbare school gebruik werd gemaakt van rekenmachines om ingewikkelde toestanden bij handelskennis, wiskunde en natuurkunde te berekenen. Geen hoofd(b)rekens meer, maar vingervlug over de toetsen. Dat betekent bijvoorbeeld voor mij dat ik al meer dan 20 jaar geen gebruik meer maak van staartdelingen. Ik verwacht persoonlijk dat ik het rekenen van een groep 8-leerling moeilijk kan evenaren. Ik doe er in elk geval langer over, gewoon omdat ik het nooit meer doe.

Dat probleem heeft de nieuwe aanwas op de pabo's ook. Deze leerlingen hebben zo'n vijf jaar niet meer intensief gerekend uit het hoofd. Alles ging via het rekenmachientje. Het is net als met schrijven. Ik schrijf per dag gemiddeld zo'n 100 woorden op papier. Verder verlopen al die andere duizenden woorden via het toetsenbord. Waarom verwachten we dan van een basisschoolleerling dat hij netjes schrijft?

Voor de oplossing zal iets bedacht moeten worden dat de leerlingen wel rekenprincipes aanleert en de nodige logische redeneringen. De realistische rekenmethode kan daar goed bij helpen. Een andere oplossing is om het gebruik van rekenmachines op de middelbare school nog even uit te stellen, maar of het rekenonderwijs daar echt bij gebaat is, betwijfel ik. Hoe dan ook moet het onderwijs participeren op maatschappelijke ontwikkelingen en niet teveel blijven hangen in wat mensen niet meer kunnen, maar meer wijzen op de noodzaak om iets te kunnen.

Geen opmerkingen: