Gewoon omdat het zulk mooi weer is en omdat ik niet lekker in de tuin kan lezen door de herrie van bevrijdingspop, stap ik op de fiets voor een omzwerving. Ik kies een bekende route en pak de twee bruggen die Almere verbindt met het westen van Nederland: de Hollandse brug en de Stichtse brug.
De keuze van de richting, eerst de Hollandse brug en dan via Naarden naar Huizen, komt mij vandaag erg goed uit. Er staat een stevige bries die mij straks in de bossen bij Blaricum genoeg uit de wind houdt. Eerst rijd ik nog langs de Zuiderzeedijk. Schapen grazen er. De lammetjes kijken schattig om zich heen. Het geeft deze dag nog iets extra’s.
De polder oogt rustig al zie ik het verkeer over de snelweg langs komen. Ik sta er ver genoeg vanaf om er speelgoedauto’s in te zien. Ik verbaas mij over de weg die hier dwars door de oude zee gaat. Het verkeer raast aan alle schoonheid voorbij. Twee vrouwen rijden dwars over de polder en ik vraag mij af of het niet sneller zou zijn die weg te kiezen.
Maar ik fiets langs de vesting en rijd door. Uiteindelijk rij ik daar waar de twee vrouwen vandaan kwamen. Ik probeer uit te rekenen waar ik zou fietsen als ik die snellere route gekozen zou hebben. Onder de snelweg door kom ik uit bij het vervolg van de dijk. Een moeder en zoon fietsen mij tegemoet, maar ik wil het vastleggen wat ik zie. Deze dijk waar de snelweg overheen gaat.
Ik zie de verte, de brug waar ik eerder fietste, een trein trekt in een dunne slang over de brug. De verrekijker ligt in mijn fietstas, maar ik neem de moeite niet hem tevoorschijn te halen. Daarvoor is dit uitzicht te mooi. De stad waar ik woon ligt aan mijn voeten en ik kijk alleen maar.
Dit is het eerste verhaal in een serie van vijf over mijn fietsrit gemaakt op Bevrijdingsdag
Lees deel 2
Geen opmerkingen:
Een reactie posten