Ik kijk naar het kikkerpoeltje. De zonnestralen schijnen tussen de bladeren van de struiken en boom op het water. Ineens zie ik ze: een grote hoeveelheid dikkopjes. De kikkervisjes knagen aan de algen die tegen de rand van de poel groeien.
Het krioelt van de dikkopjes. De kikkervisjes bewegen door het water. Ze knabbelen aan de blaadjes en bloesem. Eten genoeg voor ze. De diertjes trekken massaal naar het warme hoekje waar de zon schijnt.
Nu begrijp ik waarom vader en moeder een maand geleden zo lang op elkaar bleven liggen. De massa nakomelingen liegt er niet om. Het zijn er meer dan genoeg. Al blijft het de vraag hoeveel er straks overleven en in volwassen kikkers veranderen.
En de trots ouders? Ze zijn in geen velden of wegen te bekennen. Ver van hier of opgegeten door de ooievaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten