Enthousiast geworden door mijn verhaal over de Lepelaarsplassen fietst ze vandaag mee. Een rondje om de plas met die bijzondere watervogels. We fietsen via het Wilgenbos.
Het zonnetje schijnt voorzichtig tussen de bomen. Ze vertelt hoe heerlijk het is hier te rijden. We genieten van het mooie weer. De heerlijke zon maakt het extra mooi. We rijden door naar het bezoekerscentrum voor een bezoek aan de opgezette lepelaar.
Binnen staat hij, naast de grote zilverreiger. De bek in de vorm van een lepel, een geel puntje vooraan de bek en onder de keel kleurt het eveneens geel. Als we op een afstandje gaan staan, zien we dat de borst ook gelig is.
Aan de gastheer vertellen we dat we op zoek gaan naar de lepelaar. ‘Ik hoop het voor je dat je er eentje ziet’, zegt hij. Hij wil de pret niet drukken, maar de kans is volgens hem klein dat we er eentje zien.
We gaan weer op de pedalen. Op het eerste uitzichtspunt moet ze nog erg wennen aan de kijker. Ze ziet nog niet zoveel. ‘Ik zie alleen maar zwart’, zegt ze. We fietsen maar verder.
De eerste observatiehut zit vol met vogelaars. We sluiten aan in de rij en turen naar twee kleine eilandjes midden in de plas. De kale takken zitten vol met reigers en aalscholvers. Zo kan ze goed leren kijken. Ze heeft het snel in de gaten.
De vogels staan met de vleugels wijd uit elkaar. Zachtjes trillen ze en draaien de vogels heel traag rond. Het donkere verenkleed en het brede gebaar doen denken aan de gespreide armen van een Gereformeerde Bondsdominee aan het einde van een dienst bij de zegenbede.
We rijden door naar het volgende uitzichtpunt. Dit ligt dichter bij de natte graslanden. Ik weet uit ervaring dat je daar in het verre uitzicht ook Lepelaars kunt treffen. We turen door de kijker en zien vooral grote zilverreigers. Dan verschijnt ineens een lepelaar in het vizier. Beet!
Het kost even wat tijd voor zij hem ook te pakken heeft. Ze juicht. ‘Ja, een lepelaar’, roept ze. Ik heb haar niet zo vaak zo blij gezien. Het bijzondere moment om dit dier in het wild te zien. Je eigen natuurfilm te laten spelen voor de kijker. Genieten.
We kijken elke observatiepunt verder door de verrekijker van opa. De vergezichten zijn prachtig, de wind blaast door het kijkgat en de ogen beginnen te tranen als je zo lang staat te turen.
Het andere gezichtspunt – een stuk lager – maakt het extra lastig om de gevonden lepelaars met elkaar te delen. Maar het lukt. Vrijwel elke lepelaar die ik zie, ziet zij ook. Net als de vele zilverreigers. Al zijn we het soms oneens of het een grote of een kleine – met een kuif – is.
Tevreden rijden we de woonwijk Noorderplassen West in. De natuurbeleving rekent ze tot een hoogtepunt van de vakantie. Ronduit prachtig is het wat we daar voor ons gezien hebben. Ze gaat er absoluut iets over vertellen op school.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten