Ze wil even wat drinken. ‘Daar achter de boom is een bankje’, zeg ik. ‘Hoe weet jij dat?’ ‘Ik fietste hier vorige week ook.’ Ook toen stopte ik daar om een slok water te drinken, even te zitten en te genieten van het uitzicht over de Noorderplassen en de stad erachter.
We rijden langs de boom, de bocht in het fietspad om. Er zit al iemand op het bankje. ‘Dan gaan we er toch naast zitten.’ Een man met een pet staart voor zich uit over het water, in de richting van de stad en de ringweg. De auto’s roetsjen over de weg alsof het speelgoedauto’s zijn. Verder hoor je niks.
We gaan zitten, nemen een slok van de roosvicee. Ik sta alweer op om een foto van een pluizenbol te nemen. ‘Waarom doe je dat?’ vraagt ze. Ze is naast me gaan staan. ‘Omdat het mooi is.’ Ik pluk de bol en laat haar de pluisjes wegblazen. Het blijft leuk. Onderwijl maak ik foto’s met mijn mobieltje.
We gaan weer zitten. De man staat op, loopt naar zijn fiets, rijdt naar het fietspad en stapt op. Zijn banden knisperen over het schelpenpad. Het geluid sterft weg bij elke trap op de pedalen die hij geeft.
Zij pakt een schelp uit de schelpenbak rond het bankje en gooit het in het water. Er klinkt een plons. De schelp valt op de basaltblokken in het water. Het water is zo helder dat ik de lichte steen zie liggen. Ik maak een foto.
We zitten op het Bliek-bankje. ‘Anne Bliek, Gedeputeerde Flevoland 2007-2012’ staat eronder. Ik zie een ceremonie met allemaal hotemetoten en bobo’s. Ze staan op de versgelegde schelpen, een vlag van Flevoland bedekt het stukje koper. Een toespraak en een paar hoge borreltafels met glazen.
We nemen nog een slok roosvicee, kijken over het water van de Noorderplassen. De wolken vormen een hooggebergte achter de stad. De punt in de wolk steekt een lange tong uit naar het hoge kantoorgebouw Carlton. ‘Kom we gaan verder’, zeg ik en sta op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten