Ik heb mijzelf belooft voorbij de volgende huizen aan het water pauze te houden. Een science fiction beeld is dit stukje. De vijf huizen die het water in drijven als een schip. Langs de boulevard staan zogeheten drive-inn-woningen. Garages beneden, de woonkamers op de eerste verdieping. Een patserige auto staat beneden.
Voor het raam van een huis boven zie ik een werkster boenen. Ze houdt de steel van een zwabber vast. Haar grote boezem valt elegant in haar schort. Ze staat een verdieping hoger dan waar ik fiets. Ik zie haar en denk aan een passage over een huishoudelijke hulp en borsten in het boek dat ik momenteel lees. Het boek ligt in mijn fietstas die achterop de fiets zit vastgeklemd, maar ik fiets. Ik heb geen tijd om te gaan lezen.
De pauze stel ik uit tot ik voorbij de sluisjes ben. Het is een schattig sluisje, voorbij de science fiction huizen. Een brommertje komt hard aan gescheurd en neemt al slippend de poortjes bij de sluis. Het is verboden hier te fietsen over de smalle sluis. Maar iedereen doet het. Net als ik. Een aanlegsteiger trekt vanaf de sluizen een heel eind het Gooimeer in. Aan het einde van de aanlegsteiger staat iemand te kijken. Ik kan niet zien of het een man of een vrouw is.
De pauze blijft bij even stilstaan. Ik houd de fiets tussen mijn benen geklemd en drink van de meegenomen roosvicee. Het boek en de verrekijker blijven in de fietstas. De zon schijnt nog lekker warm. Ik hoef mijn meegenomen trui nog niet aan te trekken. Ik ga verder besluit ik.
Dit is het derde verhaal in een serie van vijf over mijn fietsrit gemaakt op Bevrijdingsdag
Geen opmerkingen:
Een reactie posten