Ze zat er de hele dag. Moeder zwaan, langs de waterkant op het nest van opgestapeld riet. Vlak langs het fietspad. Als je het tunneltje uitkwam zag je haar zitten. Alle fietsers zagen haar, draaiden even hun nekken naar het dier dat er zo rustig zat. Vader zwaan zat ernaast. Voor de bewaking.
Soms stapte een fietser af en stond op het voetpad naast zijn fiets een foto te maken. De mobieltjes klikten en maakten overuren. Een broedende zwaan, het zag er ook heel mooi uit. Het riet stond er mooi omheen. Een niet in te nemen vesting daar langs de waterkant.
Gisteren fietste ik erlangs en zag dat het nest verlaten was. Geen moeder of vader zwaan te bekennen. Geen fietser die even stopte om te kijken naar het nest. Geen mobieltje dat klikte om dit bijzondere moment vast te leggen en te delen. Alle fietsers reden voorbij, gehaast als altijd. Alsof hier niets bijzonders was.
Ik stapte af. Keek nog eens goed rond. Was er nergens een familie zwaan te zien? Ik daalde af naar het nest aan de waterkant, tegen de rietkragen aan. Geen zwaan te bekennen. Ik keek nog eens goed in het riet waarvan de zwanen een nest gemaakt hadden. Geen eierschaal niks. Alleen een paar donsveertjes dansten op de wind. Verder niets.
Achter het riet hoorde ik een eend snateren. Het leek wel of hij mij uitlachte. Net als de fietsers die langsreden. Ze draaiden even hun nekken in mijn richting, om dan met enig dedain het hoofd terug te draaien. Het leek dan of ze harder trapten op hun pedalen om snel van dit tafereel verlost te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten