17 oktober 2016

Opbouw

img_20161010_205343.jpgDe bijzonder strakke opbouw, ingedeeld volgens het dagritme van de monniken in een klooster. Umberto Eco’s roman De naam van de roos speelt in 7 dagen, verdeeld naar de gebedsmomenten op de dag: metten, lauden, priem, terts, sext, noon, vespers en completen.

Het is die strakke opbouw waarmee Umberto Eco zijn lezers uitdaagt. Alles speelt zich ook in deze momenten van het klooster. Daarbuiten lijkt de wereld niet te bestaan. Het verhaal wordt gedragen door het vaste ritme van de dagen.

Het is de ademhaling van de roman. Het brengt de lezer in het verhaal. Het strakke leven in een klooster is hiermee prachtig in de structuur van de roman gebracht. Zo geformeerd rond de dagelijkse cyclus aan gebeden krijgt de roman een duidelijke opbouw, waarbij de lezer meteen ingewijd wordt in het kloosterleven.

Het bijzondere klooster in Melk dat de verteller Adson hier aanhaalt, ken ik vooral als dat klooster dat je ziet liggen vanuit de trein in Oostenrijk. Dat is een gebouw in barokstijl. Het klooster van De naam van de roos ligt eveneens mooi bovenop een berg. Alleen is het een paar eeuwen voor het huidige klooster er staat.

De monniken in De naam van de roos leven volgens de orde van de benedictijnen. Deze orde is gesticht door kerkvader Benedictus. Onder het kopje ‘Opmerking’ vermeldt de verteller, de persoon die zegt dat hij het manuscript van monnik Adson heeft bewerkt naar onze tijd:

Adsons verwijzingen naar de canonieke uren hebben me enigszins in verlegenheid gebracht, want niet alleen varieert de bepaling ervan naargelang van de plaats en de jaargetijden, maar naar alle waarschijnlijkheid hield men zich in de veertiende eeuw niet angstvallig precies aan de door de heilige Benedictus in de regel vastgelegde aanwijzingen. (12)

Daarmee speelt de verteller of bewerker van het manuscripten van Adson al meteen het spel van het verhaal. Hij trekt hiermee meteen al het manuscript in twijfel voor de lezer. Net als het aanhalen van een boek dat in de 20e eeuw het kloosterleven beschrijft. Het is een leuk spel, omdat het verhaal heel strak is opgebouwd door het volgen van dagindeling in het klooster.

Meteen merkt de verteller erbij op dat het mogelijk helemaal niet zo strak gevolgd werd in de Middeleeuwen, de tijd waarin het verhaal speelt. De opbouw van het verhaal volgt deze regel wel heel strak. Het geeft de roman het ritme, waarover Umberto Eco in het naschrift nog een aantal interessante dingen schrijft.

Umberto Eco: De naam van de roos. Oorspronkelijke titel: Il nome della Rosa, Postille a ‘ll nome della Rosa’ Vertaald door Jenny Tuin, Pietha de Voogd en Henny Vlot. 36e druk. Amsterdam: Ooievaars Pockethouse, 1996 [1983, 1e druk]. ISBN: 90 5713 117 X. 582 pagina’s. Prijs: € 15 Bestel

Geen opmerkingen: