Met de ontdekking dat Sientje wel degelijk kon blaffen, verdween meteen de stilte. Sientje bleek al snel een waakse hond te zijn. Ze bezat al spoedig het gedrag dat veel teckels hebben: blaffen om niks. Of tenminste: blaffen om weinig. Heel weinig en ook niet bepaald functioneel.
Het blaffen zonder onraad richtte tegen dingen die buiten gebeurden. Liep er iemand langs het huis, belde er iemand aan of kwam er iemand onverwachts binnen. Allemaal evenveel reden om te gaan blaffen voor Sientje. Gelukkig kreeg ze in Almelo niet zoveel kans.
Aan de straatzijde hadden we vitrage hangen, wat veel langskomend verkeer dempte. Achterom gebeurde niet zoveel. Kreeg ze echter de mogelijkheid dan barstte een luid geblaf los. Met weinig zin overigens. Het was vooral een ergernis voor ons.
Het blaffen escaleerde geleidelijk steeds meer in een werkelijk blaffen om niks. Na de verhuizing naar Almere blafte ze om elk wezen dat langs het huis liep. De vitrage was weg en aan de voorkant van het huis gebeurde veel. Elke beweging registreerde ze zorgvuldig met een blaf. Ze kon heel goed blaffen. Op sommige dagen als de pet niet goed stond, dan zette het blaffen door en veranderde in mosteren. Ze kon dan bijna niet stoppen.
We namen Sientje altijd overal mee naar toe. Wanneer we bij mijn ouders gingen logeren of gewoon een dagje waren, zorgde de onbekende omgeving voor genoeg onraad om te moeten blaffen. Bij mijn ouders was er een grote favoriet: de klok.
De klok die elk halfuur met een klap op de bel afgaat en om het hele uur het aantal uren aftelt, zorgde bij haar voor heel veel ergernis. Een bezoek aan mijn ouders was daarmee een ramp. Ze blafte elk hele en halve uur bij het klinken van de bel in de richting van de klok. Luid blaffend stond ze daar dan, nauwelijks te kalmeren.
Bij een logeerpartij ging het de hele dag door, maar wanneer wij ’s avonds naar bed gingen en haar achterlieten in de bench in de woonkamer, bleef het opvallend genoeg doodstil. Alleen zodra er iemand beneden was, sloeg ze aan het blaffen als de klok daartoe aanleiding gaf.
Het echte grote verschil was als wij weggingen en Sientje achterlieten. Ze ging dan de bench in en kwam er niet meer uit. Als mijn moeder haar wilde uitlaten, moest ze Sientje uit de bench trekken. Ook was ze doodstil als de klok sloeg, maar zodra wij weer terug waren, sloeg ze keurig aan met de klok. Zelfs het tikje dat de klok gaf vlak voor hij het uur sloeg, ontsnapte niet aan haar aandacht. Ze zat al helemaal klaar in de startblokken om even later te blaffen.
De ervaring met de hond die niet te vermurwen was, had onze buurvrouw ook. We lieten Sientje weleens uitlaten door onze buurvrouw Annie. Ze was heel lief met het beest, maar zodra ze binnenkwam, schoot Sientje voor haar weg. Annie loste het op door wat kaakjes mee te nemen. Die gaf ze dan aan Sientje, dan greep ze haar en zette haar vast aan de riem voor de uitlaatronde. Het eten dat ze soms erbij kreeg, verdween eveneens gelijk in haar maag.
Een gebrek aan vertrouwen in andere mensen. Ze was heel sterk aan ons gehecht. Dat merkten we nog veel meer toen we een kind kregen. Onze dochter moest beschermd worden. Wanneer een onbekend in de buurt kwam, was ze niet goed voorspelbaar. Ze sprong dan op de ander al blaffend af. Zo greep ze eens – per ongeluk – een kennis van mijn ouders die bleef stilstaan terwijl ik onze dochter de luier verschoonde.
Vreemde mensen moesten bij binnenkomst niet stoppen voor de blaffende Sientje, maar gewoon doorlopen. Als ze stilstonden, dan blafte ze onverminderd door en hapte soms al blaffend en in de knie. Of dat dit bijten gebeurde bij het blaffen waarbij ze heel dicht bij iemand ging staan of dat het bewust bijten was, durf ik niet te zeggen. We adviseerden mensen gewoon door te lopen, want dan hield ze wel op. Stilstaan was een overgave, leek het.
Het overkwam zelfs mijn schoonmoeder. Ze kreeg Sientjes tanden in haar knie. Exclusief de hoektanden. Eigen schuld, dikke bult, vond ze zelf. Ik was het niet helemaal met haar eens. Maar we kregen het niet uit Sientje. Het nieuwe gezinslid maakte haar extra waaks. Mensen moesten uit de buurt van ons en ons kind blijven. De schade bij de kennis van mijn ouders bleef beperkt tot schrik. Al vond mijn vader dat wij onze hond niet goed opvoedden.
Lees het vervolg: Geen bot te groot »
Lees elke week een nieuwe blog met een nieuwe herinnering aan Sientje.
[mc4wp_form id=”20905″]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten