Anton Lagerweij liet in de Herstel Hervormde Brugkerk aan de Kerkewijk een heel ander orgel horen dan het instrument in de Oude kerk. Misschien is dit wel het mooiste orgel van Veenendaal, vond Bert Wisgerhof. Hij organiseerde de 2e Veense orgeldag samen met Ad Verhage. Maar daar is er wel een grondige historiserende restauratie nodig.
Het programma van Anton Lagerweij gaf veel mogelijkheden dit instrument goed aan de toehoorders te laten horen. De werken van Zwart, Stanley, Rinck en Schumann zijn heel goed uit te voeren op dit orgel waarvan de basis uit het revolutiejaar 1848 stamt. Alleen liet Anton Lagerweij het een beetje afweten in zijn registratiekeuze en zorgvuldigheid van de uitvoering. Het orgel van de Brugkerk is heel mooi, maar niet eenvoudig te ontginnen.
Veel registers uittrekken
Ook had Anton Lagerweij de neiging veel registers uit te trekken, waardoor veel nuance en fijnzinnigheid verloren ging. Een werk als de Fuge über den Namen B-A-C-H van Robert Schumann kan eenvoudig met alleen een prestant of fluit gespeeld worden. Eventueel gecombineerd met een strijker. Anton Lagerweij combineerde hier teveel registers waardoor de klank een samensmelting werd.
Dat was jammer. Voor een mooie demonstratie is niet altijd een moeilijk werk nodig. De eenvoudige variatiereeks van Rinck bood hier mogelijkheden toe. Op het gebied van registeren geldt ook de eenvoud. Less is more, zeggen de Engelsen. In de beperking toont zich de meester, zei Goethe. Zekere een orgel als dat van de Brugkerk vraagt om een dergelijke benadering.
Goed geconserveerd
Het orgel is bij de laatste restauratie van 2007 door de firma Nijsse uit Oud-Sabbinge goed geconserveerd. Het instrument kreeg een nieuw front voor het eigentijdse front dat orgelmaker De Koff uit 1970 had gebouwd. Ook verplaatste Nijsse het orgel naar de andere kant van de kerk. Het kreeg zo weer zijn oorspronkelijke plek boven de kansel.
De dulciaan van het bovenwerk viel bij het concert wel een beetje uit de toon. Het orgel in gaf zich niet makkelijk prijs. Het bezit een eigen karakter. Dat vraagt om een zorgvuldige registratie en benadering.
Historisch pijpwerk
Het orgel bestaat dan wel voor ruim 80 procent uit historisch pijpwerk, het instrument kreeg flink wat aanpassingen te verduren. Ondermeer de wijzigingen van Van Leeuwen pasten ook het karakter van het orgel. Dat maakt dit instrument tot een uitdaging voor organisten. Ik denk dat heel veel winst te behalen valt door registers veel afzonderlijk te laten horen en combinaties uitvoerig vooraf door te nemen.
Het orgel geeft zich niet snel prijs. Dat ontdekte ik bij het concert van Anton Lagerweij. Zijn eerste orgelconcert, zo vernam ik gisteren, was niet op het makkelijkste orgel van Veenendaal. Dan mag het wel het mooiste van Veenendaal zijn, het is ook het minst toegankelijke.
Dispositie orgel Brugkerk
Hoofdwerk | Bovenwerk | Pedaal |
---|---|---|
Prestant 8′ Holpijp 8′ Octaaf 4′ Spitsfluit 4′ (1943) Quint 3′ Octaaf 2′ Mixtuur IV-V B/D Trompet 8′ B/D | Holpijp 8′ Gamba 8′ (1901) Prestant 4′ Roerfluit 4′ Nasard 3′ Woudfluit 2′ Terts 1 3/5′ (1943) Dulciaan 8′ (1950) Tremulant | Subbas 16′ Gedekt 8′ (1970) Bazuin 16′ (2007) |
Koppelingen Hoofdwerk – Bovenwerk Bovenwerk – Hoofdwerk Pedaal – Hoofdwerk Pedaal – Bovenwerk |
Lees ook de andere verslagen:
- 2e Veense Orgeldag: 5 orgels in 7 uur
Algemeen verslag van de orgeltocht door de plaats van mijn jeugd. Vergelijk hem met de 1e orgeldag in 2009. - Kil en toch warm in Oude kerk
Erik van der Heijden op het Vierdag-orgel (1974) van de Oude kerk - Historisch orgel Burgkerk moeilijk te ontginnen
Anton Lagerweij op het Lindsen-orgel (1848) van de Brugkerk te Veenendaal - Franse mystiek in Sionskerk Veenendaal (donderdag)
Adriaan van der Poel op het Verschueren-orgel (1976) van de Sionskerk te Veenendaal - De Grote orgelmis op een Skrabl (vrijdag)
Ad Verhage speelt op het Skrabl-orgel (2009) van de Westerkerk de Grote orgelmis van Johann Sebastian Bach en krijgt hulp van zijn zoon Wouter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten