Een dagje langs en over de Deltawerken rijden om kennis te maken met een belangrijk stukje geschiedenis van Nederland. Het idee leeft al een tijdje, maar in de zomer vind ik Zeeland te druk. Daarom gaan we op een dag dat alleen Doris vrij is: studiedag op school.
Hoe lang doe je over zo’n rit van meer dan 400 kilometer? Ik heb eigenlijk geen idee, daarom nemen we de honden maar mee. Het is meteen een goede training in autorijden. Ze houden er helemaal niet van. Bij het autorijden gillen, joelen en brullen ze dat het een lieve lust is. Daarom geeft Inge voor vertrek wat rustgevende en kalmerende pilletjes.
Daarom ook zit achterin ook een volwassene zodat de honden iemand hebben om door gerustgesteld te worden. Het lukt niet altijd, daar komen we al snel achter. Verloopt het eerste stuk van de reis op deze vrijdagochtend voorspoedig, op de A16 zit een kleine hic-up. Er staat een vrachtwagen vast op de Van Brienenoordbrug.
De vrachtwagen schijnt te hoog te zijn, beweert de man op de radio die de file-informatie voorleest. Daarom sluiten wij aan in de rij. Hij staat muurvast. Als ik de motor uitschakel, schiet Teuntje helemaal in de stress en knalt tegen Doris’ hoofd aan. Een pijnlijke toenadering.
Ik besef een beetje te laat dat we dus best hadden kunnen kijken naar de oudste van de Deltawerken, de eerste maatregel om het water tegen te houden. Het is de stuwdam waarmee de Deltawerken begonnen zijn: de stormvloedkering bij Capelle aan de IJssel. Hier stond het water op 1 februari dreigend hoog, maar bleef het beperkt tot de dreiging. Hiermee bleef een gebied waar 1 miljoen mensen woonden, een overstroming bespaard.
Gelukkig valt het allemaal mee. Waarschijnlijk is het voldoende om de banden leeg te laten lopen voor deze vrachtwagen. Wij mogen weer doorrijden.
Lees morgen het 2e deel van ons rondje Deltawerken
Geen opmerkingen:
Een reactie posten