Het platenboek Langs de Zuiderzee van Jac. P. Thijsse maakt mij bewust van de voormalige Zuiderzee die ik snel tegenkom bij mijn omzwervingen. Een fietsrit naar Amsterdam of de andere kant op richting Huizen kom ik het IJsselmeer tegen. Naar de dijk is al genoeg. Het ziet er nu uit een rustig kabbelend binnenwater. Niet de onstuimige zee die er eerder woelde.
Als ik een fietsrit maak naar Naarden, word ik mij onverwacht bewust van die zee. Ik rij dwars door het rustiek ogende golfterrein dat deels op de voormalige vuilstort ligt. Het gebied met de veelzeggende naam Naarderbos bedriegt je wel een beetje. Het is namelijk helemaal niet zo oud als het lijkt. Het is buitendijks gebied, door Jac. P. Thijsse steevast buitenland genoemd.
Door dit buitendijkse gebied loopt de A1 onder Naarden langs. Zo bleef de oude vesting gespaard. De voormalig Zuiderzee liep namelijk veel dichter onder de stad door. Het viel mij nooit zo op, maar als je goed kijkt zie je zo de oude zeedijk liggen. Tegen het industrieterrein aan.
Als je door de grote polder fietst nader je eigenlijk de stad zoals de schepen vroeger deden. Zo kom ik Naarden binnen vanaf de zeekant en bestijg de oude zeedijk. De vesting grenst direct aan de zeedijk, waarmee de stad alleen maar imposanter wordt. Hoe kun je deze stad ooit innemen met de extra strook water erbij?
Vlak onder de snelweg door loopt nog een deel van de vesting. Het lijkt een langs slurf die sliepuit roept naar de voorbijrazende auto’s. Niemand ziet het met de snelheid waarmee ze passeren. Zo blijft de stad zelfs voor de hedendaagse schepen met luidruchtige motoren en rubberbanden niet in te nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten