16 mei 2017

Hunebed van Borger - Naar de hunebedden (3)

Het nagebouwde graf in het Hunebedcentrum is al best imposant. De stenen zijn helemaal verstopt in de aarde en het is een heus mausoleum van binnen. Zo krijg je een heel aardige indruk van de grafkelders die de hunebedden voor hun overledenen maakten. Het nagemaakte hunebed vormt het centrale punt van het hunebedcentrum. Je kunt helemaal staan in het graf en ziet hoe groot het eigenlijk is. Onze verre voorouders zullen er flink wat werk aan gehad hebben om het op te bouwen.

We neuzen verder. We zien bijvoorbeeld de film over de 2 jongens van 14 jaar die bij de hunebedden in 1983 graven terwijl de oude grafkelders werden afgedekt door betonnen platen. Het moest vandalen zoals deze jongens weren. De scherven die de vinder bewaart in een doosje van een modelbouwauto krijgen meer dan 25 jaar later extra betekenis.


Onderzoek wijst namelijk uit dat niet alleen de hunebedbouwers het graf hebben gebruikt, maar dat het in de bronstijd het hunebed is hergebruikt. Een vondst die nieuwe inzichten geeft in het onderzoek naar hunebedden en de bouwers van de hunebedden.

De eerste opgraving van het hunebed van Borger is door de dichteres Titia Brongersma in 1685. Ze schrijft er een lang gedicht over, vermeldt het bord bij het hunebed. Het gedicht draagt de naam ‘Loff op ’t HUNNE-BED’. De naam hunebed dankt het bouwwerk aan een predikant, dominee Picardt, die op de kansel suggereert dat deze enorme stenen alleen door reuzen, hunnen, kunnen zijn gebouwd.

Van de opgravingen die Titia Brongersma deed, zijn geen vondsten meer bewaard gebleven. Later zijn er eigenlijk niet zoveel opgravingen geweest bij D27, de code die hunebedonderzoeker Van Giffen aan het grootste hunebed van Nederland gaf.

Scans wijzen uit dat de grafheuvel onder de grond nog veel schatten verbergt. Het lijkt er zelfs op dat de oorspronkelijke kleivloer nog intact is. De vondst van de 2 jongens in 1983 laat zien dat er nog veel te vinden is. Maar voorlopig lijkt verder onderzoek nog niet in het verschiet te liggen.

Zo genieten we in het centrum vooral van de geschiedenis van dit ongeschreven deel van de Nederlandse geschiedenis. Het centrum besteedt nog aan allerlei andere facetten aandacht, zoals de wolf en de beer die in de Nederlandse wildernis leefden. Of wat dacht je van de vele soorten trechterkannen en andere gereedschappen van vuursteen en andere steensoorten.

Dit is het 3e deel van een serie. Lees morgen het 4e deel: Aanraking met verleden.

Geen opmerkingen: