13 mei 2017

Hop Marjanneke

Het kinderliedje ‘Hop Marjanneke’ is direct verbonden met de Franse tijd in Nederland. Het zit boordevol met verwijzingen naar historische feiten. Het is duidelijk een liedje dat over de Nederlandse revolutie gaat.

Bij het lezen van Joost Rosendaals boek over De Nederlandse Revolutie moet ik vaak aan het liedje denken. Er zijn veel verbanden. Zo verwijst Marjanneke naar de Fransen, de Fransen zonder pruik worden genoemd en de prins (of de Pruis) komen aan de orde.

Het is leuk om een liedje als ‘Hop Marjanneke’ te integreren in de geschiedenisles. Zo worden kinderen zich bewust van de geschiedenis in schijnbaar onschuldige kinderliedjes. Al is wel een beetje de vraag of veel kinderen nog dit liedje leren.

Brandenburger Tor

Over die Pruis heeft Joost Rosendaal nog een interessant weetje in zijn boek. Want stadhouder Willem V schakelt de hulp in van zijn zwager koning Frederik Willem II van Pruisen. De hoge kosten voor deze militaire ingreep zijn later bekostigd door de speciaal hiervoor ingevoerde belasting: de 25e penning.

Van het geld richtte Frederik Willem II in Berlijn de Tor des Friendens ofwel de Brandenburger Tor op. Joost Roosendaal merkt het volgende op:

Dit is een grove miskenning van Nederlandse eigenheid. De situatie in de Republiek was geheel anders dan in het koninkrijk Frankrijk en bovendien bleken de Nederlandse revolutionairen sterk geïnspireerd door hun christelijke geloofsovertuiging. (15)

Het latere symbool van de Duitse eenheid was het product van de onderdrukking van de Nederlandse democratie en vrijheid van meningsuiting, betaald met van Nederlanders afgeperst geld. (65)

Zo die staat. Zouden veel Nederlanders dat weten als ze bij deze poort staan. De poort herinnert aan de zegetocht van Frederik Willem II van Pruisen. Daarnaast herdenkt deze poort de militaire successen van Frederik de Grote. Niet allemaal even vredelievend…

Joost Rosendaal: De Nederlandse Revolutie, Vrijheid, volk en vaderland 1783-1799. Nijmegen: Uitgeverij Van Tilt, 2005. ISBN: 90 77503 18 8. 256 pagina’s.

Geen opmerkingen: