Bij het kamperen op Westerholt, liepen we ’s avonds met Sientje over de camping. Bij al die stacaravans sloeg de fantasie snel op hol. Doris lag al te slapen en wij liepen een rondje met het hondje. We deden meteen uitgebreid studie van het arsenaal dat er zoal stond aan stacaravans.
Indrukwekkend geel
Een ongekende hoeveelheid en verscheidenheid aan stacaravans stond er. In alle soorten en maten, maar ook in alle vormen van kwaliteit en onderhoud. Aan het eind van een veld, helemaal aan de andere kant dan waar onze tent stond, stond een indrukwekkend gele caravan.
De knalgele caravan stak in vol ornaat uit boven het maaiveld. Zo in de avondzon zag hij er nog imposanter uit. Groot en oppermachtig stond hij daar. ‘Als we zoiets zouden kunnen hebben’, fluisterde ik. ‘Dan zijn wij de gelukkigste mensen op aarde.’
Een paar weken later zagen we uitgerekend deze caravan op marktplaats staan. Geen prijs erbij. Maar we belden voor meer informatie. Inge vroeg wat hij ervoor wilde hebben. Het was een jonge knul uit de omgeving van Staphorst. Hij woonde bij zijn schoonouders, die streng-christelijk waren. Hij deed heel stoer en zei erbij dat hij echt geen verstand had van verkopen.
We spraken een week later af en vroegen wat hij ervoor wilde hebben. Hij antwoordde vaag. ‘Ik kan niet verkopen, heb er geen verstand van, maar ik denk dat ik wel 2.500 euro ervoor wil hebben.’ We zouden eerst komen kijken voordat we akkoord gingen.
Likje verf en kozijnen stoppen
‘Dat is geen geld’, zei Inge nadat ze had opgehangen. De jongen had verteld dat er wel wat moest gebeuren. De ramen moeten een likje verf hebben en sommige kozijnen moeten gestopt worden omdat ze een beetje verrot zijn. Het viel allemaal best mee. Als ik een beetje handig was, zou het allemaal wel lukken. We beseften dat het niet de hoofdprijs was en we spraken af vooral niet verliefd te worden.
We kwamen binnen in de oase van rommel. Het terrein rond de caravan was ontzettend groot en stond boordevol met bijgebouwen. Achter de caravan was een ruimte aangebouwd met een groot stapelbed. Het onderste bed was een tweepersoonsbed. Achterin stond een klein houten schuurtje in de vorm van een blokhut. Ook dat was helemaal geschikt gemaakt voor beslaping. De jongen vertelde dat hij de caravan had overgenomen van zijn ouders. Hij kwam uit een gezin van 9 kinderen.
Caravan volgestouwd met bedden
In de blokhut stonden ook nog eens twee stapelbedden. Alle andere kamers in de caravan werden gevuld met bedden. Het hoogtepunt stond wel achterin de caravan (waarachter de aanbouw stond). Daar stond een groot tweepersoonsbed en een flinke wastafel onder het raam. Wat een ruimte. We waren helemaal onder de indruk.
Dat hij wat trilde, eigenlijk heel scheef stond en het hout van de kozijnen wel wat verrotter was dan ‘een enkel plekje’, zagen we niet. Voor de vorm dongen we nog een deel van de prijs af, maar voor 2.000 euro was hij van ons. Of we al het eerste deel wilden betalen. Dat hielden we af. ‘We betalen bij de overdracht.’ Het leek hem niet te lukken. Ook omdat Barend met vakantie was, maar uiteindelijk werden we de trotse eigenaars van een stacaravan. De herfstvakantie brak aan. We konden nu eens flink uitpakken.
Kluswoede
Dezelfde kluswoede als bij ons huis kreeg weer vat op ons. Het huis was nauwelijks klaar. In de winter ervoor had ik mijn bibliotheek ingericht en mijn studeerkamer gemaakt op zolder. De trap naar zolder moest nog helemaal worden aangepakt. Grote repen losgetrokken behang hingen over het trapgat.
Maar we waren verliefd. Of zoals de jongen zei: ‘Ik zie je al helemaal aan de slag gaan om die caravan aan te pakken.’ Zijn woorden riepen afschuw bij mij op. Ik dacht terug aan de makelaar die ons huis verkocht. ‘Mevrouw’, zei hij. ‘Ik verkoop geen huis, ik verkoop emotie.’ Het was een bouwval waarvan je echt moest huilen. De bouwval was half klaar en ik stond al tot mijn oksels in het volgende project: een grote bouwval ver van huis.
Alles verrot
We zouden het allemaal wel voor elkaar krijgen. We schakelen vrienden in, misschien wil de man van een kennis wel helpen. Het waren allemaal dingen die ons overreden vooral die caravan te kopen. Ons laatste zakcentje verdween zo in een project dat een grotere bodemloze put was, dan ons huis. Ik dacht niet na en trapte erin. We hadden een caravan. En wat voor één.
Na één nachtje slapen, zagen we dat er wel iets meer aan de hand was. Het licht in de voortent (of hoe noem je zo’n compleet afgetimmerde ruimte) deed het niet. Net als dat een deel van de caravan geen stroom had. Bijna alle kozijnen waren verrot. Net als dat de vloer in een hoekje van de caravan wel heel erg golfde als je erop stond.
Het bleek een diep verrot vloerdeel te zijn dat helemaal verpulverde als je er met een hamer op tikte. Of het slaapvertrek achter, waarvan de deurdrempel compleet opgegeten was door wormpjes. De deur kreeg je niet meer dicht. De complete gevel van het schuurtje bewoog als je de deur opentrok. Het zweefde een eindje boven de grond en hing meer aan het dak dan dat het ergens anders aan verankerd zat.
Alles, maar dan ook alles, was verrot. Terwijl Inge druk aan het gordijnen naaien was van oude spijkerstof, probeerde ik zoveel mogelijk de ergste achterstand weg te werken. Zonder stroom, met eindeloze lengten verlengsnoeren, begon een operatie. Een enorm project om het ergste aan te pakken. Ik wist niet waar ik moest beginnen.
Ik moest weer naar mijn werk. Terwijl Inge er een groot deel van de week zat, ging ik alleen terug naar Almere. Haar moeder zou haar komen helpen, maar ze weigerde naar huis te gaan. ‘Ik laat je niet achter op deze compleet uitgestorven camping. Straks gebeurt er iets’, zei ze. Ze bleef liggen op de bank, sliep slecht en wilde de volgende dag naar huis. Inge en Doris gingen mee. ‘Eindelijk in mijn eigen bed’, zei mijn schoonmoeder terwijl Inge probeerde te gaan slapen op het logeerbed.
Lees het vervolg: Verkeerd terechtkomen »
Abonneer je op de nieuwsbrief en lees elke week een nieuwe herinnering aan Sientje. De nieuwsbrief is geheel gratis en verplicht je tot niets.
[mc4wp_form id=”20905″]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten