Sientje had niets tegen autorijden. Onze huidige teckels Saartje en Teuntje hebben weinig met een autoritje. Ze krijsen en willen er zo gauw mogelijk uit. Sientje kon er zelfs van genieten. Ze liet de wind in de haren wapperen als een raampje openstond en ging er lekker bij liggen. Daarbij pakte ze ook elke gelegenheid om te knuffelen met de bestuurder.
Dat gebeurde zeker op vakantie als de auto achterin helemaal afgeladen was en de bench binnen bereik van de bestuurder viel. Dan kreeg je een onverwachte lik of zag ineens een hondensnuit in de achteruitkijkspiegel op je afkomen.
Achteruitrijden
Alleen achteruitrijden was wat minder geslaagd met Sientje achterin. Dat ontdekten we op de eerste vakantie toen we de camping niet konden vinden en een aardig eind achteruit moesten rijden omdat we daar niet konden keren.
Op vakantie gaf het meeste plezier. Zeker als de achterraampjes opengingen en een windje de auto binnenwoei. Sientje hield dan haar neus in de lucht en snoof de geuren van het onbekende gebied waar we doorheen reden. Dan genoot ze zichtbaar. Als het warm was, verkoelde het briesje ook, wat dubbel zoveel plezier gaf. De vakantie begon en eindigde altijd op een leuke manier.
Genieten van autorijden
Ook bij andere ritten, genoot ze. Misschien kwam het door de eerste rit waarbij ik naast haar was gaan zitten. Ze kroop elke kilometer dichter tegen me aan. Heel haar lijf drukte tegen me aan toen we Almelo inreden. Ze zocht duidelijk toenadering. Het bracht ons samen. Dat zou wel helemaal goedkomen, dacht ik. Onzeker als ik was, want ik voelde me ergens ook besodemieterd door de verkoper.
Later vond ze het ook heerlijk om met andere mensen achterin te zitten. Als we mijn schoonmoeder meenamen van Almelo naar Almere, zat ze gezellig tussen haar en Doris in. Mijn schoonmoeder die niks met honden had, vond het erg gezellig. Ze liet Sientje zelfs haar pepermuntje aflikken, waarna ze het zelf in haar mond nam. Iets waar ik zelfs als hondenliefhebber van walg.
Smurrie
Op vakantie kwamen we een keer in de buurt van een visvijver. We zochten naar een camping die onvindbaar leek. Niks te vinden. Sientje vond het ergens wel heerlijk. Ze rolde uitgebreid in het gras en wilde helemaal niet mee. We moesten haar meetrekken achter ons aan. Bij de auto aangekomen, viel ons op dat er iets vies op haar rug zat. Langs haar zij zat een smurrie die verschrikkelijk stonk.
‘Dat nemen we zo niet mee’, zei Inge. Maar er was helemaal niks om de hond mee schoon te kunnen maken. Dit stinkende geval konden we echt niet mee in de auto nemen. De stank hield het midden tussen een lijklucht en de dampen uit een gierput. Wat moesten we? We hadden niks in de buurt om haar schoon te kunnen maken. Tot Inge er ineens aan dacht dat er nog een flesje handenzeep moest liggen in het handschoenenkastje. Zeep zonder water. We smeerden het over de plekken waar het zo verschrikkelijk stonk en zetten Sientje in de auto.
Lijklucht
Nog dagen stonk de auto naar de lijklucht die Sien in haar vacht had zitten. Wat het nu geweest is, konden we niet meer achterhalen. Maar het stonk meer dan een uur in de wind, het meurde nog lang na. Zeker ook omdat het vakantie was en het onmogelijk was om de boel te verschonen. Zo stapten we met afkeer in de auto, terwijl Sientje zich genoegzaam neervlijde in de geur die ze daar zo mooi had neergelegd.
Lees het vervolg: Weglopen »
Abonneer je op de nieuwsbrief en lees elke week een nieuwe herinnering aan Sientje. De nieuwsbrief is geheel gratis en verplicht je tot niets.
[mc4wp_form id=”20905″]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten