13 februari 2009

Vooruit met de geit

We liepen het terrein van de kinderboerderij op. De deur ging open, de man van de kinderboerderij kwam naar buiten en liep ons tegemoet. Ik maakte net Sientje vast tegen het hek bij de schapen. 'Mogen we naar binnen?' vroeg ik. De schapen stonden dicht bij ons. 'Hé geiten', riep Doris. 'Het zijn schapen', corrigeerde ik. 'Als jullie heel stil mogen jullie naar binnen. Een geit is net aan het bevallen. Er is al één lammetje', zei hij. We volgden hem naar binnen.

Er lag een heel klein hoopje geit, de haartjes stonden vochtig overeind. Hij staarde wat verdwaasd om zich heen. Ik wees naar het diertje en vertelde dat het beestje net geboren was. 'Wat doet hij nou' riep Doris onthutst. 'Gaat hij poepen?' Een rode loper hing uit het achterste van het beest. Een bolletje vocht bengelde aan het vlies.

Het dier begon weer te persen. Een heel klein kopje met ernaast twee pootjes stak uit de opening. Het leek of het dier een duik wilde maken in het zwembad van het leven. De man boog naar de activiteit, want na de pers trok het hoofdje weer terug. Hij trok het met de volgende pers mee. Een vochtige klont viel eruit en plofte in het stro. Moeder draaide zich om naar haar jong en likte het gelige vlies eraf.

'En dat op vrijdag de dertiende', grinnikte de man trots. Zijn mobieltje zong iemand die hem wilde spreken. Hij nam op. 'Nee, de offerte moet ik nog met mijn baas bespreken.' Hij keek weer naar de opening, de spieren trokken samen. De sliert bloed bewoog. Er kwam nog wat bloed mee, maar geen nieuw lammetje.

Doris keek ondertussen naar de geiten in het hok naast de bevallende moeder. De geit boog in de richting van Doris en snuffelde aan de sterrenmuts. Ik wees Doris op de geit en Doris aaide haar vlak onder het oog. Het dier hapte in de mouw van mijn jas en trok eraan. 'Kijk hij ruikt aan mijn handschoen', zei Doris, de andere geit in het hok snuffelde aan de kleurrijke want die aan haar jas bengelde.

Ik liet Doris even achter om te kijken hoe met Sientje buiten ging. De schapen hadden zich gegroepeerd bij de paal waar Sientje aan vastzat. Sientjes rug keek de schapenogen toe. Ze rilde. Een schaap knaagde aan de riem. Zij had geen boodschap aan het geboren zien worden.

Geen opmerkingen: