De eerste tweets over Valentijn kwamen al vroeg voorbij vanmorgen. Een ontbijt op bed voor je geliefde, nog snel een bloemetje of een doos bonbons. Iedereen probeert moeite te doen voor zijn lief.
Het onthutsende nieuws kwam vrijwel gelijktijdig: slechts 15 procent van de mensen schijnt maar aan Valentijnsdag te doen. Alle commercie ten spijt. We worden al vanaf begin januari doodgegooid met hartjes en knuffels vanuit etalages en billboards. En het brengt weinigen ertoe de dag te vieren.
Zoals meer dingen in het leven, is het overgewaaid vanuit Amerika. Die westerstormen weten aardig wat commercie mee te nemen. Het doet de verkoop van bloemen goed en levert ook een aardig zakcentje op voor juweliers.
Door die commercie aangewakkerd is Valentijn vooral een feest van verwachtingen geworden. Net zoiets als vaderdag of moederdag. Het zijn dagen waarin je je bijna gedwongen voelt om iets te doen. Als je niks doet, dan hou je niet van de ander. Het is een druk die ik mij niet laat aanpraten. Net als die 85 procent die er ook niks aan doet.
Je moet er niet aan denken dat iedereen aan Valentijn deed. Dan stond je ’s morgens naast elkaar een ontbijtje voor de ander te maken. Je maakte ruzie om de sinasappelpers en het oventje. Terwijl je elke dag lief voor elkaar zou moeten zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten