Hij stond stil op het kruispunt, voor de weg terwijl hij alle ruimte had. Voortdurend passeerden auto's en fietsers, maar niemand leek hem te zien. Ik had hem veel eerder al zien langsrijden voor ik de winkel binnen ging. De boodschappen waren gedaan en ik zag hem daar staan terwijl hij makkelijk naar de overkant kon.
Ik besefte pas op het vluchteilandje dat de man mij eerder passeerde. Daarom keek ik nog een keer om naar hem en vroeg of het wel met hem ging. Hij schudde het hoofd en was wat verward. Zijn wagentje stond stil en ik vroeg me af wat het precieze probleem was. Hij kokhalsde en mompelde dat zijn karretje het niet deed. 'Wat kan ik voor u doen?' vroeg ik hem. 'Kunt u de politie bellen?' Dat 0900-nummer schoot mij niet te binnen en ik vroeg een passerende mevrouw wat ik moest doen. 'Gewoon 112 bellen', riep ze en reed alweer verder met haar haast.
Ik belde en een ambulance en politiewagen stonden na een minuut of vijf bij ons. Toen dromde het volk samen. 'Wat is er gebeurd', vroeg een groep jongeren, uit op een verzetje. Passerende auto's keken naar ons en niet meer naar het verkeer dat voor hen reed. Kortom, toen was opeens iedereen er wel. Ik heb de man de ambulance in geholpen en de kar van de man naar de overkant van de weg mee gesleept.
'Bedankt meneer', mompelde de man schor, terwijl hij een bakje in de hand hield om eventuele kots op te vangen. Help een medemens en red zo de mensheid, ging door mij heen. Daar had ik graag die twintig minuten van mijn leven voor over.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten