Aan de achterkant van de plek waar ik werk, loop ik regelmatig langs een bijzondere kerk: de Andrieskerk. Ik herkende de stijl onmiskenbaar als de vorm van organische architectuur, in Nederland vooral bekend geworden door het architectenduo Alberts en Van Huut. Zij hebben ondermeer het hoofdkantoor van ING (1986) en het Hoofdgebouw van de Gasunie (1994) ontworpen.
Dat het organische architectuur in Nederland eigenlijk geïntroduceerd is door een heel andere architect, is wat minder bekend. Het is de architect van de kerk vlak achter mijn werk. De Rotterdammer H.W.M. Hupkes ontwierp in 1966 voor dezelfde de Christengemeenschap, een beweging tot religieuze vernieuwing, de kerk aan de Lumeystraat 33. Deze kerk krijgt overigens binnenkort de naam Michaelkerk (let op bestand in .pdf). Een goede uitleg over dit kerkgebouw geeft de website antroposofierotterdam.nl (let op bestand in .pdf).
Overigens vind ik de Amsterdamse kerk een krachtige uitstraling hebben. Het gebouw oogt eenvoudig, maar heel symmetrisch. Het kerk is helemaal gedacht vanuit een vijfhoek, de volmaakte vorm ontleend aan de Gulden snede. Het horizonale vlak bestaat alleen maar in de vloer van de kerk. Verder lopen allen lijnen in de verhoudingen van de vijfhoek. Het geeft een rustige uitstraling. Die bijvoorbeeld heel sterk tot uiting komt in de ramen en in het ingangsportaal.
Het organisch bouwen heeft haar oorsprong in de werken van Gaudi. Het ingangsportaal van Amsterdam bevat sterke verwijzingen naar de grote kerk van Antoni Gaudí, de Sagrada Família in Barcelona. De Zwitsers antroposoof Rudolf Steiner behoort eveneens tot een inspiratiebron voor deze achitectuurbeweging. De Rotterdamse architect Henk Hupkes kreeg ermee te maken bij de bouw van de kerk voor de Christengemeenschap in Zeist. Hij raakte onder de indruk van deze bouwwijze en paste dit veelvuldig toe.
Hupkes werd min of meer de huisbouwmeester van de religieuze beweging die onder voortkomt uit de antroposofische beweging van Rudolf Steiner. De kerkenbouw van Hupkes voor de Christengemeenschap verschilt hiermee flink van zijn eerdere gebouwen, zoals de Immanuelkerk in Rotterdam Alexanderpolder of de Marcuskerk in Delft.
De kracht van het kerkgebouw in Amsterdam ligt volgens mij bij de eenvoud. Het gebouw bevat van buiten geen enkele poespas, maar is prachtig in de gedetailleerde uitvoeringen zoals de hemelwaterafvoeren. Het staat in schril contrast met de weg die Alberts en Van Huut zijn ingeslagen. Zij ontwierpen slechts 1 kerk. Het was altijd een droomwens van het architectenduo om een kerk te ontwerpen. De verwachtingen waren dan ook hooggespannen toen ze de nieuwe katholieke kerk in Almelo mochten ontwerpen.
Het ontwerp van de Elisakerk valt ronduit tegen. Ik denk dat dit komt omdat het gebouw teveel opsmuk heeft gekregen. Het kenmerk van het organisch bouwen is de eenvoud van materialen en ontwerp. Hetzelfde geldt voor dat andere gebouw van Alberts en Van Huut dat iedereen kent maar niemand mooi vindt: de hoofdkantoren van DSB in Wognum. Al ligt bij de laatste ook een sentimentele reden.
Als ik nog een keer de gelegenheid krijg, bekijk ik de kerk in Amsterdam ook van binnen. Zo is er een prachtige muurschildering en wordt het lijnenspel van buiten de kerk ook in het interieur doorgevoerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten