Meestal sta ik niet stil bij de volle maan. Maar dan zie ik hem ineens bij het uitlaten van de honden. De dagen ervoor zag ik hem langszaam aan opzwellen. En nu is hij helemaal tot een ronde cirkel gevormd. Niks meer op aan te merken, niet meer een hap eruit, maar mooi rond.
De maan speelt een grote rol in Sinterklaasgedichten. In de poezie komt de maan beduidend minder voor. Het mooiste gedicht van de maan dat ik ken, is ‘Herinnering’ van Elisabeth Eybers in het Afrikaans.
As kind het ‘k eens die maan se ronde skyf
langsaam sien uitswel bo die silwer vlei
om saggies soos ’n seepbel weg te dryf
en tussen yl popliere in te gly.
Een mooiere maansopkomst ken ik niet. Het lyrisch ik vergelijkt de maan zo prachtig met een zeepbel van het bellenblazen. Tussen de bomen komt hij op en drijft langzaam weg. Erg mooi die vergelijking. Het beeld is herkenbaar. De opkomst van de maan verrast altijd. Het mooiste is als de maan de zon afwisseld.
In de tijd dat ik ’s morgens vroeg kranten bezorgde kon ik heel intens in het halfduister van de ochtend genieten van de volle maan. Of als de hemel helemaal helder is en de maan zijn schaduwen werpt. De schaduw valt altijd anders dan overdag en dat levert verrassende gezichten. De zon kan dat beeld niet overtreffen. Dan zou ik naar buiten willen gaan en lekker in het maanlicht een boek willen lezen. Misschien wel de dichtbundel van Elisabeth Eybers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten