23 april 2013

Italiaanse reis - #50books

image

Ik ben niet zo snel verliefd op een stad. Daarvoor vind ik teveel steden te mooi. Daarom richt ik mijn stedelijke liefdespijlen eerder op een heleboel steden dan een enkele stad. Ik ben gek op Rome, Leiden en Berlijn. Die liefde komt niet door een boek, maar omdat ik door die steden gelopen heb en rondgezworven.

Eerlijk beeld vormen
Ik moet de stad toch zien om een eerlijk beeld te kunnen vormen. In bijna alle verhalen en boeken spelen steden een rol, maar de stad vormt het decor. De woorden en de verbeelding maken een stad mooi, maar ik word er niet verliefd. En misschien heb ik niet zoveel fantasie om mij door een boek te laten verleiden een plaats te bezoeken. Ik heb het nooit gedaan.

Hoe anders is het om een boek te lezen over een bepaalde plaats als je er geweest bent. De mooie verhalen van Hotz spelen in de omgeving van Leiden. Ik kan er juist extra van genieten omdat ik er gewoond heb. Dat geldt voor veel andere verhalen en boeken die in Leiden spelen zoals De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch of romans als De walgvogel en Kort Amerikaans van Jan Wolkers.

Italiaanse reis
Nog mooier was de reis naar Italie die ik met het boek Italiaanse reis van Goethe in mijn hand maakte. Ik heb genoten van die reis. Vooral ook omdat de Goethe zo prachtig schrijft over het land. Ik volgde het boek op de voet, maakte soms zelfs een omweg om de belevenissen van Goethe te staven aan de mijn tijd.

Ik had het boek een maand voor mijn vertrek gekocht in de prachtige vertaling van Wilfred Oranje. De eerste complete vertaling van Goethes bijzondere reisverlag, dat misschien wel de basis vormt van het hedendaagse reisverhaal. Ik vond laatst in Weesp de eerdere vertaling van het boek zonder de correspondentie.

Zo zocht ik me rot naar het klooster van de Benedictijnen in Catania. In de kerk San Nicolo l’Arena waar tegenwoordig de Universiteit van Catania zit, hoorde Goethe een verschrikkelijk groot orgel bestaande uit 5 manualen, 72 registers en 2916 pijpen. Het instrument zou van de hand zijn van Donato del Piano.

Ik kwam met geen mogelijkheid in deze imposante kerk, de San Nicolo l’Arena, dat als de grootste van Sicilie geldt. Goethe schreef vol enthousiasme over de Benedictijn die als enige het orgel kon bespelen. Al beloofde ‘zijn droefgeestige en gesloten uiterlijk een weinig opwekkende conversatie’. Zijn spel was adembenemend:

Hij was echter de kunstzinnige man die als enige het kolossale orgel van deze kerk wist te bedwingen. Toen hij onze wensen meer geraden dan uit onze mond vernomen had, willigde hij ze zwijgend in; we begaven ons naar de zeer ruime kerk, die hij, terwijl hij het schitterende instrument bespeelde, tot in de verste uithoek vulde met zowel het zachtst ruisende zuchtje als de bruutst daverende klank.
Wie de man niet van tevoren had gezien, zou wel moeten geloven dat een reus de oorzaak van al dit geweld was, maar omdat we zijn persoonlijkheid al kenden, voelden we slechts bewondering dat zijn krachten in deze worsteling niet al lang waren gesloopt. (308-309)

Monte Pelgrino
Wel bekeek ik de gebouwen in Rome waarover Goethe schreef, liep door de ruines van Pompeii en beklom zelfs de heilige berg, de Monte Pelgrino, bij Palermo op zoek naar het kapeltje dat de Duitse schrijver op zijn reis bezocht. Het hing nu vol met autobanden en andere kitsch. Ik hield zelf een dagboek bij naast de uitgave van Goethe en voelde mij een heuse Italiereiziger in plaats van een toerist. Dat Goethe zich aanmerkelijk anders voortbewoog in rijtuigen en weldadige logementen, viel mij niet eens zo op.

Ik stapte met een zwaarbepakte rugzak – waarvan de inhoud voor de helft uit boeken bestond – de trein in. In een plaats aangekomen speurde ik naar de jeugdherberg. Die soms tot mijn eigen teleurstelling gesloten was. Ook ontmoette Goethe veel vrienden en bekenden. Hij behoorde wel tot de jetset van de 18e eeuw. Iets dat ik niet kan en kon zeggen. Maar voor een boek is dat niet erg.

Stiekem vond ik dat mijn reisverslag helemaal niet zo verkeerd was. Een paar jaar geleden heb ik de notities uitgewerkt en als blog op internet geplaatst. Iets wat ik toen niet deed omdat bloggen bij een select gezelschap in Amerika slechts bekend was. Ik schreef toen e-mails aan mijn vrienden met een reisverslag erin. Die e-mails heb ik niet meer, maar de blog wel.

En zo heb ik misschien een vervolg gemaakt op de reiservaringen van Goethe. Al blijft mijn stijl ernstig op de grote Duitse schrijver achter.

Geen opmerkingen: