Het is heerlijk om in de middagpauze een rondje te wandelen. Daarom probeer ik elke dag rond het middaguur een momentje in te ruimen om lekker naar buiten te gaan. De hele dag tussen 4 muren, achter een glazen vissenkom staren naar het licht, is ook niet wat.
Mijn werk ligt midden op een bedrijventerrein dat het midden houdt tussen druk en rustig. Zeker er heerst bedrijvigheid al doet het aantal panden vermoeden dat het veel bedrijviger zou kunnen zijn. Er staan best veel panden leeg, valt mij op.
Een paar bedrijfsgebouwen laten duidelijk sporen van leegstand zien. De leeuwen voor een van de gebouwen beginnen meer en meer af te bladderen. Blijkbaar is er bij dat pand niet een directeur die het ziet en aan de bel trekt. De dichte luxaflex achter de ramen bezit al een indrukwekkend laagje stof. Die zijn al een tijdje niet meer opengeweest.
Een ander gebouw krijgt al mooie mosvorming op het dak. Zonder dat de architect daar een bepaalde filosofie over had, heeft het organisch en duurzaam bouwen bezit genomen van het gebouw. De bomen en struiken rond het bedrijfspand doen de rest. Het staat al een tijdje leeg.
Ik kan daar echt van genieten. Net als dat de natuur ook langzaam bezitneemt van het gebied. Dat is niet alleen het muizenholletje dat ik tegenkom. Het zijn ook de zaadjes van de iep die zich overal verzamelen, het bloemenveld tussen de konijnendrolletjes onder de elektriciteitsdraden en de klaprozen die op het parkeerterrein tussen de tegels uitschieten.
Het maakt zo’n ommetje extra interessant. De voorjaarszon geeft alles ook een mild kleurtje. Dan valt het niet meer zo op. In de winter komt het door de kale bomen en grauwe kleuren wat deprimerender over. De lente maakt het allemaal een beetje vrolijker.
Zo vrolijk dat je even helemaal vergeet dat zo’n leeg bedrijventerrein eigenlijk te triest voor woorden is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten