Hoe ver reikt weerbaarheid? Het tegenovergestelde van weerbaar is weerloos. De beroemde dichtregel van Lucebert ‘Alles van waarde is weerloos’ prijkte heel lang op het dak van een kantoorflat van een verzekeraar bij Station Blaak in Rotterdam. De regel komt uit het gedicht ‘De zeer oude zingt’.
De weerbaarheid van het weerloze kan alleen maar door het af te schermen. Uit het zicht te halen, eindeloos in te pakken. En dan nog kan het makkelijk stuk. Verzekeren heeft helemaal geen zin. Iets van waarde dat weerloos is, is onvervangbaar. Anders heeft het geen waarde.
Wat is van waarde? Een mensenleven, een bijzondere herinnering. Het verweert snel. De weerbaarheid van iets weerloos is eigenlijk als een eendenkuikentje. Machteloos en zonder moeder weerloos. Het diertje kan elk moment opgeschrokt worden door een roofdier.
Weerbaarheid is stoere verdedigingstaal. Je bent weerbaar als je de aanval van je af wendt. Of klappen incasseert zonder te verliezen. Stevig en vasthoudend. Je maintiendrai. Ik houd stand.
Ik vind het egoisme. Juist het zwakkere en weerloze heeft bescherming nodig van de weerbare. Weerbaarheid houdt zichzelf in stand, maar dat gaat ten koste van het weerloze. En daarmee staat het waardeloze overeind en is het weerloze verdwenen.
Vecht daarom mee om het weerloze te behouden. Het kost veel moeite en tegenslag. Maar wat overeind blijft is iets van waarde. Onschatbaar en onverzekerbaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten