In Het drijvende koninkrijk reist Paul Theroux langs de Engelse kust. Hij maakt een rondreis langs de hele kust van het Verenigd Koninkrijk, inclusief Noord-Ierland dat in het boek Ulster heet. Het is een leuk verhaal om te lezen na het streng opgezette treinverhaal van De oude Patagonië-expres.
In Het drijvende koninkrijk legt Paul Theroux delen van de reis te voet af. Hij wisselt dit af met stukken per trein. Alleen als het niet anders kan, dan pakt hij de bus. Dat laatste gebeurt wel enigszins met tegenzin. Zo gaat hij flink tekeer over een jengelend kind in de bus. Als hij in de trein zit, lees je niet over dit soort ergernissen.
De spoorlijnen die Paul Theroux bereist zijn meestal de secundaire lijnen, de lokaalspoorwegen. Hij verwacht zelf dat de meeste van deze spoorlijnen over niet al te lange tijd verdwenen zullen zijn. Dikwijls rijden er nog stoomtreinen. Aan de hoeveelheid personeel in verhouding met de hoeveelheid treinreizigers, meet Paul Theroux vrij snel af hoe rendabel de lijn is. Vaak is de rekening snel gemaakt met een handjevol reizigers. Niet rendabel, vaak wel handig en ook heel mooi.
Het levert een veel minder groots en meeslepend verhaal op dan bijvoorbeeld bij De oude Patagonië-expres of De grote spoorwegcarrousel wel het geval is. Dat is ook de charme van dit boek, boordevol vervallen pensionnetjes, bijna opgeheven spoorlijnen en werkloze jongeren. Het geeft een beeld van het Engeland aan het begin van de jaren ’80. De tijd van Margaret Thatcher. Engeland is duidelijk in crisis. In Liverpool breken rellen uit, fabrieken gaan failliet en de kust lijkt volgebouwd te worden met kerncentrales.
Engeland lijkt in verval. De rellen in de steden, het verdwijnen van al die treinlijnen en de grote hoeveelheid werkelozen. Alleen Londen lijkt zich aan al dit leed te onttrekken. De rest van het land kreunt onder de verandering in tijden. Zeker ook als de spoorwegen aan het einde van zijn reis gaan staken. De dreigende staking vormde aan het begin van zijn boek een reden juist op reis te gaan. Aan het einde is de staking een grote ergernis.
Het drijvende koninkrijk is een krachtig verhaal geworden over het Engeland aan het begin van de jaren 1980. Een land in verval. En Paul ziet dit overal: de vervallen pensions en hotels. De enorme caravanparken aan de kust en de krijtrotsen die in zee verdwijnen. Ze nemen bij hun val soms hele dorpen mee. Zo verdwijnt een Engeland dat hij nog probeert vast te leggen.
Al vraag ik mij af of het nog altijd onderbelichte deel van het Verenigd Koninkrijk – het land buiten Londen – zo wezenlijk veranderd is ten opzichte van het land dat Paul Theroux berschrijft. Maar dat zou ik dan een keer zelf moeten ondervinden, want na Paul Theroux hebben weinig schrijvers de moeite genomen dat Engeland zelf te leren kennen. En Paul Theroux schrijft mooi, maar het loont zeker als anderen ook het voetspoor langs de Engelse kust volgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten