Zij wil naar een museum en ik wil gaan fietsen. Voor een rit naar Amersfoort is ze nog iets te klein, maar een rondje meer in de buurt moet ze best kunnen. Ik denk het Vestingmuseum in Naarden. Een tochtje naar Naarden is niet een lang eind. Leuk om te doen op haar laatste vakantiedag.
Dat is goed te doen op de fiets. In gedachten rijden we door naar Huizen en via de Stichtse brug terug. Een mooie route voor een mooie dag als vandaag. We gaan op pad in de richting van Naarden. De wind is fel vanuit het westen. Het is hard trappen door het kale polderlandschap.
Natuurlijk stappen we even bij de kringloopwinkel binnen in Naarden. Gelijk een moment om krachten te verzamelen voor de rest van de middag. Een sauzijsenbroodje met een flesje chocomel. We komen met een paar boeken naar buiten en fietsen de vesting binnen. Het museum zit een bastion verder dan ik denk.
Schaftwagen
De kassa in een heuse schaftwagen bij de ingang. Geiten die zich verschansen op de aarden wallen alsof het de ruige rotsen zijn in de bergen. Verstopt in de gaten van de weggespoelde aarde. Ze kijken met een kritische blik naar de bezoekers. En kom niet teveel in de buurt, want dan zijn ze uit de buurt.
We komen dieper en dieper in het bastion. De kazematten als de ingegraven holen in de wallen. De lange gangen in het donker verbergen de expositieruimten. Pas op, staat er waarschuwend in een ruimte dat een oorlogssituatie uitbeeldt. De harde knallen kunnen een schrikreactie veroorzaken. Niet geschikt voor kleine kinderen dus. Als de eerste granaatinslag klinkt, schrikt ze op. Dat had ze niet verwacht. Een klein meisje gedragen door haar vader huilt.
Luistergang
Ik durf de 61 meter lange luistergang niet in. Aardedonker. Alleen de kleine blauwe lichtjes langs de zijde verraden waar de gang loopt. ‘Ik ga er niet in’, zeg ik. Maar als we weer buiten staan en boven op het bastion geklommen zijn, wil ze terug. ‘Ik ga erin’, zegt ze dapper. ‘Dan ga je maar alleen, ik ga er niet in.’ Ze daalt de hoge trap af en verdwijnt in de kazemat.
Ik kan het toch niet over mijn hart verkrijgen en volg haar wat later. Ze komt net uit de lange luistergang als ik bij de ingang van de deur sta. We gaan samen en lopen helemaal tot het einde. Het is nog steeds zo donker, maar niet meer zo eng. Ze houdt mijn hand stevig vast.
Een heerlijk museum om onbevangen doorheen te lopen. Ik zie de naam Simon Stevin. De jaartallen komen voorbij. De tachtigjarige oorlog, 1672 en 1795. De latere vernieuwing voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De mobilisatie in 1914 en uiteindelijk de Tweede Wereldoorlog. Elk jaar heeft zijn eigen soldatenpak. Ook Nederlanders liepen met een Steek rond.
Elke kasemat heeft zijn eigen verhaal. Wat verderop krijg je een inkijkje in het leven in een garnizoen. Aan het einde van de gang staan de opgemaakte bedden. De installaties achter de smalle gangetjes verbeelden situaties waarbij het kruit gewogen wordt en een soldaat knikkebollend pauze heeft in zijn wacht.
Buitenwal
Voor ons de hoogste tijd verder te gaan. We stappen op de fiets en rijden de stad uit. Op de buitenwal genieten we van de lunch op een bankje. De wespen vliegen over de broodjes, maar worden niet vervelend. Een hond springt in de gracht in de hoop dat zijn vrouwtje het balletje in het water gooit.
We gaan weer verder over de oude zeedijk het bos in. Voorbij Oud-Valkenveen dat ze herkent en door in de richting van Huizen. Een prachtige route dwars door de oude duinen. Veel fietsers staan midden op het fietspad om uit te rusten of het verloop van de route te bepalen. Ik schreeuw aanwijzingen waardoor het lijkt of ik in paniek het kind door alle smalle wegen loods.
Geruststellend zeggen mensen die ons inhalen dat het zo knap is zoals zij fietst. Een afkeurende blik gaat uit naar de schreeuwende vader. Ik trek mij er niks van aan en schreeuw dat ze goed aan de kant moet blijven fietsen omdat er een lange stroom fietsers langs ons rijdt over het smalle paadje.
Huizen
De kalkovens en de Haven van Huizen doemen op. We rijden snel verder, langs het strand en de kade. Huizen weer uit. Iets verderop drinken we even wat water en stappen snel weer op de pedalen naar het hoogtepunt: De Stichtse Brug. Bij de klimtocht op de hoge brug halen traktoren met volle hooiladingen in de trailers. Ze rijden met hoge snelheid over de smalle weg. Ik roep weer de nodige aanwijzingen. Onder ons vaart een klein zeilbootje. Wat is het bootje toch klein en wat staan wij hoog.
We verbazen ons over de hoogte van de brug als we op de andere kant op de dijk staan. We rijden weer de tegenwind in. In de polder moet het altijd waaien. We zijn blij dat we weer door het bos mogen rijden, langs de grootste populier van Almere. Verder het Waterlandse bos in. We kiezen de lange route langs de bruggetjes waar we vorig jaar aan het einde van de fietsvakantie zo van genoten. Maar het Vier bruggenpad is afgesloten vanwege de slechte conditie van de vier houten bruggen.
Dreigende luchten
Bij de Kemphaan hangen donkere luchten dreigend boven ons hoofd. De landgoedwinkel gaat net dicht, daarom snel even naar het toilet en dan snel verder naar huis. Wie weet halen we de eindbestemming droog. We rijden de bekende weg sneller dan we de eerdere route reden. Gedreven door de dreigende lucht en de donder die ik in de verte hoor rommelen.
We naderen thuis en voelen ons trots. Voor de bui binnen en een heerlijk eindje gereden. Een mooie laatste vakantiedag. Tevreden en heel hongerig duiken we een uurtje later op de zelfgesneden en gebakken friet. Bij de natuurdocumentaire op televisie zitten we te dommelen. Bedtijd na een enerverend fietsritje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten