03 december 2007

Elisabeth Eybers

Vandaag bereikte mij het nieuws van het overlijden van Elisabeth Eybers (1915-2007). Eybers behoort tot die schrijvers van wie je hoopt dat ze nooit zullen sterven. Helaas stierf ze zaterdag in haar woonplaats Amsterdam.
Haar laatste dichtbundel Valreep = Stirrup Cup was al bevangen van een doodsverlangen. Prachtige verzen en na het lezen van deze gedichten kon ik niet veel anders verwachten dan dat dit haar laatste dichtbundel zou zijn. Een waardige bundel om het leven mee af te sluiten.
De herinnering staat centraal in het oeuve van deze Zuid-Afrikaanse dichteres. Het heeft mooie gedichten opgeleverd, waarbij 'Herinnering' doorgedrongen is tot mijn persoonlijke canon:

HERINNERING

As kind het 'k eens die maan se ronde skyf
langsaam sien uitswel bo die silwer vlei
om saggies soos 'n seepbel weg te dryf
en tussen yl popliere in te gly.

Agter my in die donker was 'n raam
vol lig en mensestemme en gelag
en ín my angs en weekheid sonder naam
terwyl ek op die maan se loskom wag.

Die res is alles duister en verward…
Van tak tot tak het hy gewieg… ek weet
nog net dat die gekneusde gras se geur
soos naeltjies was en dat ek skielik seer-
gekry het van die inkrimp van my hart
en met my pols die trane weggevee't.

Al woonde ze sinds 1961 in Amsterdam, ze schreef haar hele leven in het Afrikaans. Aan het eind van haar leven vulde ze het aan met Engels. Wat fraaie tweetalige gedichten opleverde. Voor velen is Eybers de kennismaking met de prachtige poezie in het Afrikaans. Ze was gedurende de apartheid een van de weinige Afrikaanse dichters die nog gelezen werd in Nederland.
Als geen ander wist zij ondanks haar ballingschap in haar gedichten een groot verlangen naar Zuid-Afrika op te roepen. Voor Komrij stonden haar gedichten aan de basis van zijn bloemlezing van de Afrikaanse poëzie. 'Ik wil naar Afrika', roept hij aan het einde van zijn bespreking van haar gedicht 'Jong Seun'. Vrij snel na het schrijven van dit essay werkte hij gedreven aan een bloemlezing die de hele Afrikaanse poëzie terugbracht waar ze hoort.
De brug die Eybers was tussen hier en daar, is niet meer. Wat rest is een rijk oeuvre waarvan ik blijf hopen dat ze de eerste kennismaking blijft voor veel Nederlanders met de Afrikaanse poëzie.

Geen opmerkingen: