De fietsen moesten in de schuur en bij het openen van de schuurdeur keek ik recht in de ogen van een merel. Het dier keek me geinteresseerd in de duisternis met 1 kraaloogje aan. Doodstil zat het op de vloer.
Het dier leek te wachten op dit moment en ik haalde er een fototoestel bij. Dit was te mooi om waar te zijn. Zoiets bestond toch niet, een merel in de schuur. Veel gekker moest het niet worden.
De zangvogel schrok toch wel van al die aandacht en besloot een veilig stekje hogerop te zoeken. De dame ging op de uitklapbare werkbank zitten. Ze zocht nog een veiliger heenkomen en ging bij de racefiets zitten. Hoog en droog. Daar bleef ze zitten.
We lieten de schuurdeur maar open. Als het licht werd zou de merel wel wegvliegen. En inderdaad toen ik vanmorgen in de schuur stapte, was ze verdwenen.
Het was daarom best erg toen ik vanmorgen dromend en al op een soortgenoot trapte. Het dier moest tegen de glazen wand van het nieuwe rechtengebouw zijn gevlogen. Deze merel hapte naar lucht, de vleugels waren breed uitgespreid en de ogen waren dicht.
Ik had een duidelijke krak gehoord en vroeg me de rest van de morgen af hoe het met het dier zou gaan. Ik denk dat het is afgevoerd. Er lag niks meer toen ik later nog een keer ging kijken. Zelfs de rommel die er omheen lag, was weg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten