07 november 2011

Hoog staaltje vakmanschap van leermeester Gerben Mourik

image
Het Flentrop-orgel in de Oosterkerk te Bergentheim

Als afsluiting van de 3-daagse cursus Koraalimprovisatie gaf Gerben Mourik een improvisatieconcert. Het cursusorgel bood genoeg inspiratie voor een improvisatieconcert van een uur. Vooraf konden de deelnemers thema’s opgeven. Zo ontstond een aantrekkelijk en gevarieerd programma waarbij allerlei aspecten van de cursus in de praktijk uitvoerde.

Preludium en fuga
Gerben Mourik opende in de Hervormde Oosterkerk van Bergentheim met een preludium en fuga op een aangeleverd thema. Het was een lastig thema dat niet zomaar een kwint hoger of lager te spelen was. Daar was docent en improvisator Gerben Mourik zich goed van bewust. Hij begon met een overtuigend preludium, rustig met de prestanten en van een zorgvuldige opbouw.

De fuga deelde hij op en dat bracht verrassende elementen. Zeker de laatste fugatische inzet was een hoog staaltje vakmanschap. Het thema vroeg veel concentratie en een zorgvuldige afwerking. Het element van de ritmische accenten in de fuga, werkte Gerben Mourik hier voorbeeldig uit.

Psalm 138 in stijl Vierne
In de improvisatie over psalm 138 greep Gerben Mourik terug op een berceuse-stijl van Louis Vierne. Hier werkte hij met kleine bouwsteentjes uit de eerste psalmregel. Ook vormden tegenbewegingen en ritmische variatie een belangrijke rol. Daarnaast bewees Gerben Mourik dat hij weldegelijk een romantische sfeer weet op te roepen met een op-en-top neobarok instrument als het Flentrop-orgel in Bergentheim uit 1959. De fluiten lenen zich uitermate goed voor dit effect.

image
De Oosterkerk te Bergentheim

Fantasie over gezang 487
De fantasie die Gerben Mourik als derde improvisatie uitvoerde, had gezang 487 als thema. Ook hier hoorde je de opvatting terug dat een improvisatie een duidelijke structuur moet hebben. Het stuk begon bijna als een scherzo met de mooie gemshoorn van het rugwerk als registratie. Het middendeel met de echo’s zorgde voor een verrassingseffect. In het slotdeel vervulde de dulciaan 16′ van het hoofdwerk een belangrijke rol. Dit 16-voets-tongwerk versterkte de sfeer van dit lied.

Sonate over psalm 43
Voor de improvisatie op psalm 43 koos Gerben Mourik voor een sonatevorm. Hierin waren duidelijk verwijzingen te horen naar een klank idioom zoals in de orgelsonates van Mendelssohn te horen is. In het middendeel maakte de kromhoorn 8′ van het rugwerk mooie loopjes. Tegen de ingetogen begeleiding van het hoofdwerk.

In het laatste deel speelde Gerben Mourik juist een soort mars met de trompet van het hoofdwerk in de registratie. De charmade leende zich hiervoor uitstekend. Het werd een mooie bewerking waarin de bekende melodie van psalm 43 goed past. Bovendien liet Gerben Mourik hierin ook horen hoe je een improvisatie overtuigend opbouwt. Gebruikmakend van kleine elementen uit de melodie. Hij liet weinig materiaal verloren gaan en gebruikte alles.

Variaties over gezang 16
Dat kwam terug in de galante stijl die hij gebruikte in de partita over gezang 16. Hierin zette de leermeester verschillende fugavormen in, variërend begon hij de fuga in sopraan tenor en zelfs bas. Ook de tweestemmige fugette met de fluiten zorgde voor een leuk effect. De fluiten 4′ van het rugwerk en hoofdwerk vormen mooie tegenhangers van elkaar.

In de vijfde en laatste variatie op gezang 16 zette Gerben Mourik een canon met de sesquialter van het rugwerk neer. Tegenover de prestant van het hoofdwerk. Het vormde een vorm die niet al te moeilijk in de praktijk is uit te voeren.

image
Gerben Mourik luistert naar de verrichtingen van een cursist

Alain en vrij thema
Wat hij in de zesde improvisatie deed was wat moeilijker uit te voeren. Gerben Mourik combineerde 2 thema’s binnen 1 improvisatie. Hij speelde een thema van mij met het thema van Alains Litanies. Beide melancholische thema’s voerde hij majestueus uit. De opbouw was groots en breed. De forse registratie met de tongwerken erin deed de rest. Het stuk had alles in zich voor een mooie afsluiting van het concert.

Psalm 47
De ware afsluiting lag in de bewerking van psalm 47. Hij koos hierbij voor de scherzo-vorm. Een vorm die we eveneens geoefend hadden tijdens de cursus. Een scherzo betekent een korte schets. Gerben Mourik zette een serie schetjes achter elkaar. Het vormde een nuttige uitwerking wat je allemaal niet met deze vorm kunt doen. De kwintvorm hoorde ik terugkomen, waarin mooie parallellen juist wel mogen. Net als de overtuigende pedaalsolo waarmee Gerben Mourik liet horen dat hij niet alleen goed kan lesgeven. In zijn spel is hij werkelijk niet te overtreffen.

image
Flentrop-orgel in de Oosterkerk te Bergentheim

Drempel bij improviseren
Aan het begin van de cursus vertelde Gerben Mourik dat veel mensen bij het improviseren een drempel voor zichzelf opwerpen. Dat kan bijvoorbeeld zijn dat je een niveau in je hoofd hebt dat je nog niet haalt. Zo werp je een barricade bij jezelf en durf je niet te improviseren. Begin eenvoudig en denk vooral niet te moeilijk.

De bouwstenen die hij gebruikt verschillen niet zo wezenlijk. De uitwerking echter wel. Zo verlaat je de cursus bijna weer met een drempel. Het verschil is dat ik nu materiaal heb waarmee ik aan de slag kan. Al ligt het niveau van de leermeester heel ver van mij vandaan.

Geen opmerkingen: