De aankomst in Apeldoorn leverde nieuwe bezoekers op. Ook trok een groep mensen onze wagon binnen. Ze drongen zich door de openstaande deur naar het balkonnetje. Ze wilden meemaken hoe de locomotief zich vastklonk aan de wagon. Het ging met een behoorlijke dreun.
Een vader ging op de bank aan de andere kant van het gangpad zitten. Elke voorbijganger die wilde gaan zitten, kreeg de opmerking dat de plekken bezet waren. Zijn zoon en dochter zouden er moeten zitten, maar de twee kinderen renden door de hele wagon zonder op het bezette plekje te zitten. Vader staarde onophoudelijk naar zijn mobieltje en keek soms ongeïnteresseerd op om te kijken of hij er al was.
Ik drong naar voren om toch een filmpje van de hortende en stotende locomotief te kunnen maken. Het zag er heel indrukwekkend uit zoals de pluim met stoom zich vervoegde met de rijrichting. Soms drong een vonk uit de vuurmond naar buiten. Hoe de viezigheid van weleer is veranderd in vergane schoonheid.
Daar reden we het station Beekbergen weer binnen. De trein naar Loenen stond op het andere spoor opgesteld. Maar we stonden nog niet stil of de andere trein met de groene wagons zette zich in beweging. Naar goed voorbeeld van de NS. Een trein die aansluit, hoort weg te rijden op het moment dat de trein met de reizigers die die aansluittrein moeten hebben, het perron binnenkomt.
Daarom mochten we nog even op het station Beekbergen blijven wachten. We grepen de gelegenheid aan het toilet te bezoeken. De lange rij beloofde veel goeds. Ik was ondertussen via de andere kant naar het ingangsgebouw gelopen. Onderweg zag ik hoe de stoomtrein zich in positie plaatste.
De kleine stoomlocomotief zonder tender, kreeg water en reed al bellend verder. Het was genoeg vertier voor de toeschouwer, al moest ik voortdurend opletten of niet iemand door mijn beeld stiefelde of voor de voeten zou lopen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten