29 oktober 2010

Junghuhn en de Merapi

Zelfportret van Junghuhn als hij de de noordzijde van de Javaanse vulkaan de Merapi bekijkt
De Javaanse vulkaan de Merapi komt de laatste dagen veel in het nieuws vanwege de hevige uitbarstingen die vrijwel dagelijks plaatsvinden. Zo zag ik gisteren beelden van een dikke laag as die in de wijde omgeving rond de vulkaan ligt en de zware wolken die de vulkaan uitblaast.

De Merapi is voor de Duits natuuronderzoeker in Nederlandse dienst, Franz Wilhelm Junghuhn (1809-1864) de eerste vulkaan geweest die hij beklom. Deze indrukwekkende vulkaan heeft ongetwijfeld de basis gelegd voor zijn latere interesse om 43 vulkanen op Java te beklimmen. Een vrijwel onmogelijke opgave die hij gedurende de dertien jaar van zijn eerste verblijf in de Nederlandse kolonie heeft uitgevoerd.
Kaart van de kruin van de Merapi opgenomen en getekend door Junghuhn in 1836, nader herzien en afgewerkt in 1838
Junghuhn heeft meerdere keren de Merapi beklommen, in 1836 (5 tot en met 8 september en 4 tot en met 6 november), 1837 (april), 1838 (5 tot en met 8 juli) en 1844. Ook in deze tijd was de vulkaan zeer actief. In zijn werk Java beschrijft Junghuhn voornamelijk zijn bevindingen op de vulkaan in 1838 bij een uitvoerige besschrijving van de vulkaan (2e afdeeling, 1e gedeelte, p. 417-465). Dat was kort na de uitbarsting in augustus 1838. Junghuhn zegt zelf dat hij verbaasd is over de geringe veranderingen van de vulkaan na die uitbarsting:


Hoewel hij gedurende een geheele dag eene ontzaggelijk hooge aschzuil uitbraakte en de kloof Blongkeng volkomen door de uitgeworpene massa's vulde, zoo scheen het als of geen enkele slak van de kegel verschoven was geworden, ja, zelfs de kleine aschvlakte, [...], was nog geheel onveranderd! (464-465)

De Merapi-uitbarstingen in 1822 en 1832 waren volgens Junghuhn heel heftig en veranderden ook het aanzien van de vulkaan.

Junghuhns bevindingen uit 1838 en 1844 zijn niet meer actueel als hij Java schrijft, want in 1846 en 1849 zijn opnieuw uitbarstingen van de Merapi. Junghuhn eindigt zijn verhaal over de vulkaan dan ook als volgt:


De uitwerking door de eruptiën van den 2den September, en volgende dagen in 1846, en van den 14den September en volgende dagen in 1849 te weeg gebragt, is nog niet waargenomen geworden. (465)

Figuren van de Merapi getekend door Junghuhn in verschillende periodes
Al zijn er na de bezoeken van Junghuhn nog vele uitbarstingen geweest, de platen die Junghuhn bij zijn boek Reisen durch Java uit 1845 maakte, laten een vulkaan zien die heel herkenbaar is. Ondanks de hevige erupties in 1872 en 1930 hebben de platen van Junghuhn erg veel overeenkomstige herkenningspunten als de prachtige foto's van de Merapi die verschijnen. Misschien laat een vulkaan zich inderdaad als het karakter van een mens beschrijven: onveranderbaar wisselvallig.

Update 1 november:
De vulkaan blijft rommelen, zelfs het 25 kilometer van de vulkaan gelegen Jogjakarta wordt overdekt met een laag as.

Geen opmerkingen: