In Papieren tijgers van Gerrit Komrij komt zijn voorliefde voor poep voorbij. Net als het voornemen een mooie bloemlezing hierover te schrijven. Het boek dat Kakafonie moet gaan heten, verschijnt pas dertig jaar later, maar in zijn bijdrage ‘Met een broek vol stront de wereld rond’ geeft hij een klein voorproefje met De geschiedenis van de plafondschijter.
De meligheid komt vooral op bij boeken uit deze tijd. De ngegentiende eeuw behandelt Komrij met een groot respect en liefde voor die tijd. Zelfs een facsimile-uitgave met gedichten van De schoolmeester bekoort hem. Vooral vanwege de inleiding door Marita Mathijsen en Tom van Deel.
In deze uitgave citeren de editeurs uit de brieven van Gerrit van de Linde. Gerrit Komrij hoopt dat spoedig een uitgave van deze brieven komt. Een bespreking later is dit boek inderdaad verschenen. Ik ken het boek en ben het roerend met Gerrit Komrij eens:
Dat taalgebruik! De preciezen en de preutsen hebben de negentiende eeuw zo geterroriseerd, dat het je elke keer als een verrassing overvalt dat ze ’t een en ander tóch bleken te hebben uitgevonden. ’t Is zo weldadig wanneer je een iemand die naar buiten toe zo geslachtsloze eeuw zijn kloten ziet tellen. (207) |
Alsof dat nog niet genoeg is, sluit Komrij zijn bundel af met een prachtige bijdrage over negentiende eeuwse dichtende arbeiders. Ze komen voorbij, de arme wegwerker, de dienstmaagd uit Sneek die versjes schrijft en de boerenknecht uit Vorden. De laatste krijgt zelfs een aanbeveling van de domineedichter Bernard ter Haar in zijn bundel. Al is het jammer dat de dominee de naam van de bundel verkeerd schrijft.
Zo levert het lezen van Papieren tijgers veel plezier op. Het is heerlijk om je onder te dompelen in stijl, humor en ironie die Gerrit Komrij zo eigen is. Dat hij zichzelf daarbij niet spaart, is vanzelfsprekend. Daarvoor kent hij zichzelf en zijn lezers maar al te goed.
Gerrit Komrij: Papieren tijgers. Amsterdam: Uitgever De Arbeiderspers, 1978. ISBN: 90 295 2708 0. 234 pagina’s.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten