Maarten 't Hart mocht je net lezen, maar Jan Wolkers ging echt te ver. In het onderwijs op gereformeerde grondslag waarin ik opgegroeid ben, was dit de centrale boodschap. Met Maarten 't Hart begon voor mij als zestienjarige de literatuur, Jan Wolkers kwam pas veel later.
Voor mij was het eerste optreden van Jan Wolkers in de populaire televisieserie Prettig geregeld met Anne Wil Blankers en Peter Faber. In de serie van het onderwijsechtpaar speelde elke week een bekende Nederlander mee. Die was dan te gast in de klas van Hanna (Anne Wil Blankers). Joris (Peter Faber) ontdekte dat zijn boekenkast geen enkel boek van Wolkers bezat en de grote schrijver zou zo langskomen. Bij een bevriende boekhandelaar leende hij het hele oeuvre van de schrijver.
De leerlingen in de klas vroegen de schrijver wat zijn mooiste boek was. 'De bijbel', zei hij resoluut. Ik twijfelde aan de oprechtheid van deze mening voor een NCRV-serie. Hoe kon iemand die zoveel vunzigheid schreef, de bijbel het mooiste boek vinden. Ik vergat dat de bijbel niet alleen een vroom boek is, maar soms ook heel expliciet kan zijn.
Erg leuk was dat de geleende boeken door Jan Wolkers uitvoerig werden gesigneerd. 'Ja, ik vond ze er veel te nieuw uitzien', reageerde de schrijver. Daarna kwam de grootste hilariteit toen Jan Wolkers de koeienpoep, die voor de tuin bedoeld was, op de muur in de hal smeerde, bij gebrek aan verf voor het kunstwerk dat hij de familie wilde aanbieden.
Pas veel later ging ik Jan Wolkers lezen toen hij in 1995 het boekenweekessay 'Zwarte bevrijding' schreef. Een essay waarin hij verbanden legt, zoals hij die ook in zijn romans kan leggen, maar met een veel sterkere intellectuele verdieping. Als ik bij dodenherdenking de Last Post hoor, denk ik altijd aan die zinsnede uit dit essay. Wolkers trekt de wereld van Laurel en Hardy zijn verhaal binnen als hij bij de dodenherdenking staat: 'En iedere keer had ik de neiging om met de tranen over mijn wangen te roepen, zoals Oliver Hardy in Saps at Sea, 'Blow the horn, Stan, blow the horn.'
Daarna volgde snel de wereld van de romans. Terug naar Oegstgeest, Kort Amerikaans, Groeten van Rottumerplaat met de naaktfoto van Wolkers achterop en Een roos van vlees, ik las ze allemaal. Het best is mij de roman bijgebleven over de politionele acties in Nederlands-Indië: De walgvogel. De wereld die hij oproept in zijn romans, maakte voor mij een nieuwe wereld open: de wereld van de echte literatuur. Compleet met vieze woorden, gevoelige scènes, de natuur en de dood.
Afgelopen juli kocht ik eindelijk de verzamelde essays De schuimspaan van de tijd van Jan Wolkers. Het summum van de Nederlandse essayistiek. Wolkers maakt van het essay een verhaal, waarin hij het intellectualisme naar binnen haalt. Ergens laten de essays een andere Wolkers zien, in een andere stijl. Net zoiets als De achtertuin, waarin Wolkers laat zien dat hij ook kinderen kan aanspreken.
Het is jammer dat hij niet meer onder ons is. Al merkte ik sinds zijn tachtigste verjaardag dat het kaarsje langzaam uitdoofde. Hij was op en dat merkte je in zijn hele verschijning.
Tegelijk gebeurde dat ook met zijn literatuur, het boekenweekgeschenk Zomerhitte tien jaar na het boekenweekessay viel mij enigzins tegen. De verfilming van dit boek, is helaas te laat voor Jan Wolkers. Hij was wel heel enthousiast over de dijen van Sophie Hilbrand tijdens de opnames vorige zomer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten