27 september 2014

Jongensgeheimen

20140921_194016De drie verhalen onder de titel Jongensgeheimen behoren tot de mooiste verhalen uit de bundel De vreemdeling in het Palazzo d’Oro. Hier laat Paul Theroux zien dat hij een meester is in het schrijven van korte verhalen. Op een prachtige manier weet hij de weemoed van de jeugd op te roepen.

Het verhaal Shelter vertelt over een jongen die zich terugtrekt in een zelfgekocht tentje in de achtertuin, zijn shelter. Het buurmeisje weet hem hier ook te vinden. Totdat zijn strenge ouders erachter komen. Het is een ontroerend verhaal.

‘Truman komt’ speelt vlak na de oorlog als president Truman een ronde maakt door Amerika met een trein. Het verhaal speelt met zondebesef en het wangedrag van volwassenen waar kinderen onder lijden. Paul Theroux weet een heel weemoedige sfeer op te roepen, net als in het eerder verhaal.

Het derde Jongensgeheim onder de titel ‘Padvinders’ verwijst naar drie jongens die padvinder zijn en het geleerde in het bos in praktijk brengen. Ze blijken erg goede speurders te zijn, ook als één van hen door een vreemde man wordt misbruikt.

Het is een hartverscheurend verhaal waarbij de jongens het kwade bestraffen, maar wat al ver voor de hele discussie rond seksueel misbruik in de katholieke kerk is geschreven. Daarmee geeft het verhaal een heel mooi beeld van de jaren ’50 waarbij veel onder het priesterkleed werd weggemoffeld.

Een verhaal over een onderwerp dat de laatste jaren veel aandacht heeft gekregen. De verteller speelt heel mooi en integer met de schijnheiligheid die het (katholieke) geloof ook weet op te roepen.

Het slotverhaal ‘Slonzinge nimfen’ is eveneens een verhaal van Paul Theroux dat contrasteert tussen ouderdom en de kloof tussen arm en rijk. Een rijke advocaat krijgt best warme gevoelens voor de moeder en dochter die zijn huis schoonhouden. De kloof tussen hen is minder groot dan je aanvankelijk zou vermoeden.

Paul Theroux: De vreemdeling in het Palazzo d’Oro. Oorspronkelijke titel: The Stranger at the Palazzo d’Oro. Vertaald door Theo Hendriks. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas, 2003. ISBN: 90 450 1059 3.

Geen opmerkingen: