De derde dag starten we rustig op. Niet allemaal te gehaast. Ik pak alles op mijn gemak in. Wel gaat alles meteen de tassen in. Het maakt de tent snel leeg, waarna ik meteen de tent ook inpak.
Zo zit het meeste nog voor het ontbijt in de tas. Het geeft wel even een adempauze voor vertrek. We stippelen samen de route uit. Eerst naar Wijk bij Duurstede. Ik vind de omweg via de knooppunten niet zo handig. Daarpm snijden wij de route af. Het blijkt een prachtige weg te zijn.
Zo voeren we langs weilanden en kleine stukjes bos. Passeren verschillende landgoederen. Hier vlakbij Neerlangbroek moet Gerrit Achterberg geboren zijn. De streek vormt een prachtige bodem voor gedichten. Ik geniet van dit prachtige stukje Nederland.
Bij Wijk bij Duurstede nemen we de pont. Een eerbetoon aan drs. P. Deze pont is groot, maar gaat als alle andere heen en weer. Er past zelfs een vrachtwagen op. De bootsman die het geld voor de overtocht moet innen staat meer dan de helft van de overtocht te ouwenelen met blonde bestuurster van een cabriolet.
Voor hem geen diepe overpeinzingen zoals in het lied, maar gewoon geslachtsdrift. Vlak voor de pont aanmeert moet hij nog snel afrekenen. Om zijn middel hangt een ouderwets bonnetjesautomaat: 1,60 euro voor de overtocht. De vrouw achter ons laat 20 cent vallen van haar gepaste geld. Het valt precies voor mijn neus.
We nemen nog een ijsje bij het veerhuis. Het meisje dat met de fiets naast ons stond, loopt nu met een man mee de snackbar uit. Ze eten ook een ijsje. ‘Pa moet jij niet shoarma’, vraagt ze hem. ‘Nee, dat doen we vanavond’, antwoordt hij.
We rijden de Betuwe in. Over de Rijnbandijk. Een bord waarschuwt motorrijders het niet voor zichzelf en ons te verpesten met snelheid en lawaai. Het is nog rustig als we over de bochtige weg met de rivier meekronkelen. De eerste motorrijders dienen zich aan. Inderdaad ligt de snelheid hoog. Ze genieten van de bochten en proberen met de knieën het asfalt te raken.
De combinatie van zon en wind zijn heerlijk op de dijk. Ze doen herinneringen herleven. Net als het kasteel van Wijk bij Duurstede. De fietsrit vanuit Veenendaal heb ik vaak gemaakt. Snel uitgerekend heb ik hier zeker 15 jaar niet meer gereden op de fiets.
Het pontje bij Amerongen is een stuk kleiner dan bij Wijk bij Duurstede. Doris verliest haar brillenkoker uit het mandje. Hij valt open op de grond en daar ligt de bril. Ik zie het en raap hem op tijd op voor er een auto aankomt.
Een prachtig ritje van de pont naar Amerongen langs het kasteel. Zwanen zwemmen tussen al het eendenkroos. De bocht om langs het Drostehuis waar Elisabeth Post Het land in brieven schreef. Voorbij de Andrieskerk het dorp uit in de richting van het bos. We kijken snel in de tabaksschuur, maar zien niet de verwachte dingen. Het bos in langs de route die ik zo vaak gefietst heb.
Eindelijk zie ik dan de eerste bosbesstruikjes. Geen bessen eraan. Als we ergens rustig gaan pauzeren, dan zie ik de laatste besjes. We proeven. De smaak. Dit is echt lang geleden zeg.
Ik heb me vergist in de knooppunten, zo schampen we Veenendaal nog net. Het kruis op de berg doen we nu aan. We fietsen achterlangs waar het oude Juliana-ziekenhuis stond. De berg over naar Rhenen is zwaar. Kaarsrecht omhoog. De afdaling met het prachtige uitzicht is geweldig.
We rijden door Rhenen zelf om nog snel een aankoop te doen voor de zondag. Daar is eenAlbert Heijn We zetten de fietsen langs de weg en klimmen omhoog. Als we uitgewinkeld zijn, kijkt Doris op het briefje bij de kassa. Ze zijn in de zomermaanden gewoon open.
Dan duiken we naar beneden om de route van de knooppunten te vervolgen. Wat is dit heerlijk. Het smalle fietspad biedt niet genoeg breedte om te passeren. Gelukkig wachten onze tegenliggers geduldig. Het is een mooie route dooe het zomergroen onderlangs de Grebbeberg. Als we op de dijk naar Wageningen zitten kijk ik af en toe om om het indrukwekkende silhouet nog even te zien.
Aan de overkant zien we Opheusden liggen. Nog een stukje naar Wageningen. Daar worden we ingehaald door een echtpaar opv elektrisch fietsen. Voorop zijn fiets staat een klein heidestruikje als troffee voor de gereden route. We halen ze bijna in bij de afdaling. Ze trappen even snel als net en wij krijgen in de gaten dat zo’n fiets je evenveel kracht meegeeft als bij een afdaling.
We moeten nu nog de Wageningse berg over. Ik had er niet aan gedacht bij het plannen. Wat een klim is dat. Hier staan de mooie huizen van Wageningen. Een voetpad voert recht het park in. Maar wij draaien rond op de Buitenlands aandoende bochtige klimweg.
Bovenaan zie ik dat het wandelpad door het park hier uitkomt. Wij rijden langs universiteitstuinen vol bijzondere planten. Iets verderop begint het bos: de Veluwe. Wat meteen opvalt is de andere uitstraling van het bos. De bomen staan verder uit elkaar en lijken hoger te reiken. De zandweg naast het fietspad is begroeid met plantjes. Zou hij wel gebruikt worden. De hoge bomen houden veel daglicht weg. Het is er heerlijk na de warme dijk en inspannende klim van zojuist.
Nog een klein eindje fietsen en dan zijn we bij de camping. We voelen het in de benen. Het wordt de grote camping De Dikkenberg bij Renkum. Het trekkersveld valt tegen. Het lijkt eerder een ontmoetingsplek voor jonge gezinnen. Het veld beslaat vooral vouwwagens en caravans. Bij alle aanwezigen zijn grote groepen vrienden en familie neergestreken. Een lekker dagje op de camping.
Ik weet niet of het een rustig nachtje wordt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten