Ook Jan Brokken maakt in Jungle Rudy een tocht door de jungle. Is hij in het eerste deel van zijn biografie over Rudy Truffino voornamelijk in het Canaima-kamp. Hij maakt enkele tochten in de omgeving zoals naar de Mayupa-stroomversnelling en met een groep van 6 mormonen de Angel Falls.
Terwijl hij door het bos zwerft op zoek naar de langste waterval ter wereld, vertelt Jan Brokken de verhalen van de ontdekkers en avonturiers die de berg trotseerden op zoek naar de waterval. De Amerikaan Jimmy Angel ontdekte de immense waterval vanuit zijn vliegtuig en vertelde het sensationele nieuws in Caracas. Het wekte vooral ongeloof.
Dat de waterval zijn naam draagt, is te danken aan de crash van de piloot. Latere piloten vinden het vliegtuigwrak terug van de Amerikaan. De vondst van de watervallen zorgde ook voor een goudkoorts. Jimmy Angel vond namelijk samen met een oude Mexicaanse mijningenieur goud in een riviertje nabij de Auyán Tepui, de tafelberg waaruit de Angel-waterval neervalt.
Als Jan Brokken naar de watervallen loopt, ziet hij de waterval. Hij hoort het water nauwelijks vallen:
De Salto Angel maakt geen donderend of kletterend lawaai. Het verval is te groot; voor het water de grond bereikt, is het tot immense wolken verstoven. Het geluid dat de waterval voortbrengt is dat van een constant lenteregentje. (109) |
Ze beklimmen de berg uiteindelijk niet. Een bezoek van de bosmeester in de door Truffino gebouwde berghut onder de waterval, zien de mormonen en de begeleidende indianen als een teken aan de wand. De zware regenval zorgt er verder voor dat ze de berg niet meer bestijgen. Ze keren terug naar het kamp. Zelfs de afgestroopte slangenhuiden moeten ze achterlaten. De indianen willen geen slachtoffer worden van de kracht van de canaima.
In het derde deel doet Jan Brokken opnieuw het gebied aan. Nu beschrijft hij in een stijl die sterk aan Redmond O’Hanlons tocht door de Amazone doet denken. Ook Jan Brokken verwijst regelmatig naar de grote voorgangers Von Humboldt en Wallace.
Hij schrijft over de regen aan blaadjes op het muskietennet rond zijn hangmat. In 1 nacht vreten de bladzijnmieren de hele boom leeg waaronder hij hangt. Met een horzel op de ene en een stelletje teken op de andere, is het lastig poepen in de jungle.
Hier manifesteert Jan Brokken zich bijna even onhandig als Redmond O’Hanlon. Hij haalt de Engelsman zelfs even aan als hij schrijft over de petrogliefen met rode verf op een stuk basalt geschilderd die hij onderweg vindt.
De scènes in het door zware bosbranden geteisterde gebied, weet Jan Brokken treffend te pakken. Het is lange tijd al kurkdroog in het gebied. Hoe het vuur ontstaan is, weet hij niet, maar een groot deel van de vallei waar ze doorheen trekken staat in brand.
Ze worden achtervolgd door het vuur. Ze zijn omsingeld door de vlammen en moeten dwars door de vuurzee heen om eraan te ontkomen.
Behalve rook en af en toe een vlam zag ik niets. Ik voelde takken tegen mijn schenen slaan en als ik me niet vergiste knaagde het vuur aan een van mijn broekspijpen; mijn voeten zwollen door de hite, knelden in mijn schoenen, maar de zolen smolten niet. (253) |
Hij weet te ontkomen aan het vuur, maar ze zijn er nog niet. De wilde dieren proberen ook te vluchten en dat levert ze een maaltje op. Al vindt ook Jan Brokken de keuze het vlees lang te koken in water net zo ongelukkig als Redmond O’Hanlon dat ervaart 400 kilometer zuidelijker.
Zo ervaart Jan Brokken ook even de jungle op zijn best. Hij kruipt hiermee diep in de huid van zijn held Rudy Truffino. Zijn boek Jungle Ruby is daarmee niet alleen een biografie van een bijzondere avonturier, maar ook een reisverslag van een tocht door het regenwoud van Venezuela.
Jan Brokken: Jungle Ruby. 3e druk. Amsterdam: Uitgeverij Atlas Contact, 2014 [eerst druk: 1999]. ISBN: 9789046704400. 272 pagina’s. Prijs: € 12,50.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten