13 mei 2011

Scootmobielers inhalen

Een eindje achter mij reed de stoet scootmobielers in een slurf keurig achter elkaar aan. Het fietspad dat meandert door de polder, zorgde ervoor dat de scootmobielers keurig voor de scherpe bochten afremden. De slurf bestond uit 4 scootmobielers en een begeleider die op de fiets reed. Ik rende van de Hollandse brug naar huis over het lange fietspad door Almere Poort.

Op het moment dat ze mij passeerden waren ze al een eindje uit elkaar gegroeid. De eerste man met baard passeerde mij. Hij remde even af om het hoogteverschil dat tussen 2 wegdelen viel, op te vangen. De grijsaard was bezig met de weg en leek mijn groet niet te horen. Wat later passeerde de tweede bejaarde mij. Ook hij richtte zich op de weg, keek niet op of om.

Sikkeneurig
De derde man in een scootmobiel keek even sikkeneurig als de rest. Het hoorde erbij. Je groette niet tegen een hardloper als je op de scootmobiel reed. Helemaal niet als hij je nog goededag zei ook. Het hoorapparaat van de oude man, eveneens met baard, zag ik duidelijk zitten.

Daarna passeerde de zwijgzame fietser gevolgd door de laatste grijsaard. Eveneens met baard. De grijze haar prikten in het zonlicht. De huid gebruind door diezelfde zon. Allemaal hielden ze hun mond. De voorste zag ik een paar honderd meter verderop wat afremmen. Hij moest een heuveltje nemen. Het verminderde dusdanig zijn vaart dat zijn behaalde voorsprong snel werd ingehaald door de achterblijvers.

Sliert
Toen ik over het heuveltje was, zag ik de sliert voor mij uit rijden. Niet meer zo uit elkaar als eerst. Ze vormden een trein van wagons die keurig in hetzelfde spoor reden. Niks wees erop dat ze gezellig met elkaar aan het kletsen waren. De vooruitgang was het onderwerp dat ze in praktijk brachten. Daar hoorden geen woorden bij, alleen daden.

Wat verderop haalde ik de scootmobielers in. Ze hadden zich genesteld rond een bankje dat bij een speelterreintje stond. De fietsers zat op het bankje. De scootmobielers hadden hun voertuig om het bankje geparkeerd. Alleen de dikke scootmobieler, had zich een kwartslag gedraaid waardoor hij in de richting van de fietser keek. De rest zat in hun voertuig alsof ze nog reden. Het hoofd naar voren, zonder een woord uit te brengen.

Geen opmerkingen: