14 juli 2011

Van weesfiets tot schroothoop

Voor weesfietsen aangemerkte fietsen rond station Amsterdam Zuid

Bij de fietsenstalling op het station Amsterdam Zuid trof ik laatst een meisje aan dat een beetje schichtig rondliep. In haar hand hield ze een map vast. Ze sloeg het soms open als ze bij een fiets stond. Dan bladerde ze aandachtig. Keek nog eens en pakte een vel uit de map waarop ze dan iets schreef. Daarna volgde een felle sticker die ze op de fiets plakte.

Ik besteedde er niet zoveel aandacht aan. Totdat ik aan het einde van de werkdag terugkeerde op het station en op alle fietsen de stickers zag. Het draaide om zogenaamde weesfietsen. Dat zijn fietsen die voor onbepaalde tijd ergens staan en nooit meer worden opgehaald door hun eigenaar.

Van de weesfiets bestaat een keurige definitie, net als een handboek voor gemeenten. Veel gemeenten hebben een compleet beleid ontwikkeld voor het verwijderen van deze overtollige fietsen. Het schijnt dat niet elke fietseigenaar even zuinig is. Een groot deel van de fietsen wordt vergeten en verandert zo langzaam van een rijwiel in een stuk schroot.

Ik kom ze ook weleens tegen en bekijk ze met de belangstelling waarmee ik naar het verval in het algemeen kan kijken. Een boom die langzaam afsterft, een huis dat transformeert in een ruïne of een vogelkadaver die langzaam versmelt met zijn omgeving. Allemaal dingen die gebeuren en die bij het leven horen.

De weesfietsen bij het station worden nu volgens een zorgvuldig beleid, in meerdere stappen, uit de stallingen rond het station gehaald. De sticker is de eerste stap. Op basis van wat stof op het zadel, roest op het stuur en gekneusde wielen wordt een fiets een weesfiets. Het begint met een belerende sticker, dan wordt de fiets verwijderd en tenslotte eindigt hij op de schroothoop.

Onbewust moest ik denken aan een passage in Tonio, Een requiemroman van A.F.Th. van der Heijden. Binnenkort verschijnt van dit boek een recensie van mijn hand op neerlandinet van de Zuid-Afrikaanse literatuursite litnet.co.za. Van der Heijdens zoon Tonio verongelukt op een fiets van een vriendje. Hij wordt geschept door een auto en overlijdt diezelfde dag nog. Hij heeft de fiets van het vriendje geleend, omdat zijn eigen fiets op het Centraal Station stond.

Mirjam Rotenstreich, de vrouw van Adri van der Heijden, zegt dan: ‘Zoals zo vaak. Er zijn daar heel wat fietsen van hem geruimd.’ Tonio had niet zo’n innige band met fietsen. Vaak liet hij ze verweesd achter om ze nooit meer op te halen.

Geen opmerkingen: