We reden naar de kringloopwinkel. Gewoon om er even uit te zijn en te genieten van rommel. Boeken die in stapels voor een prikkie liggen. Oude bestsellers en titels die een paar jaar geleden grif over de toonbank van de boekhandel gingen. De verleiding van de boeken lokte mij naar buiten.
Onderweg naar de ring, zag ik een prachtig stuk asfalt liggen naast de weg waar wij over reden. Het was een nieuwe busbaan die de nieuwe wijk Noorderplassen verbindt met de rest van de stad. Het zag er adembenemend uit dat donkere asfalt tegen de strook groen aan. Naast de weg groeide het gras nog met enige aarzeling. De sprieten staken uit het pas omgewoelde zand.
Donker asfalt heeft altijd iets veelbelovends. Het is nieuw en je denkt dat er nog nauwelijks een auto overheen heeft gereden. De weg ziet er nog zo onbereden uit dat je elk bandenspoortje nog kunt zien. Een onzorgvuldige remactie onderweg laat nog iets achter. Normaal moet je daar veel moeite voor doen, maar op nieuw asfalt ligt het er zonder veel moeite.
Ik vroeg mij hardop af waarom Almere hier niet een evenement van maakt. De prachtige busbanen die dwars door de stad gaan. Ze liggen er altijd heel rustig bij. Op sommige plekken, zoals bij ons, rijden de bussen af en aan. Maar meestal ogen de banen heel kalm. Geen drukke weg doorkruist de baan. En fietsers kunnen er heel vaak overheen.
Als je ieder jaar een rally zou houden met snelle wagens, dan kon je van deze prachtige voorziening zelfs een groot evenement maken. Het station Almere Centrum ligt in het midden voor de start en finish. En rijden maar met die formule-1-auto’s. Al sinds ik hier woon fantaseer ik erover. Ik zie sportwagens met piepende banden voorbij de bushokjes stuiven. Een tijdelijke tribune bij het station doet de rest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten