30 januari 2012

En de zwaan zwoegt voort

De zwaan zwoegt voort terwijl ik glibberend probeer te fietsen op het naastgelegen fietspad. De platte voeten ploffen op het dunne laagje sneeuw dat op het voetpad ligt. Keurig zoals het hoort. Een week eerder liep hij nog op het fietspad. Maar nu heeft hij zich gekwalificeerd tot langzaam verkeer. Ik zie hem tussen de bomen door. De nek hoog en verheven.

Een dun laagje sneeuw bedekt fietspad en voetpad. Hij valt niet zo op tussen al dat wit. Zijn snavel maakt het contrast ruimschoots goed. Zeker ook met de donkere ogen. Waarvan er eentje mij eigengereid aankijkt tussen de bomen door. Trefzeker als vorige week.

Niet gehinderd door enige gladheid waggelt hij voort. Misschien nog iets statiger dan vorige week. Hij doet dit elke dag bedenk ik. Ik ben bijna voorbij. Een deur van de appartementen langs het fietspad gaat open. 2 oudere dames stappen uit.

Ze stoppen even en zien de zwaan in hun richting lopen. ‘Mien, hij is er weer’, zegt de ene oude vrouw tegen de andere. ‘Hij moet wat hebben hoor. Het is zo koud.’ De ander maakt rechtsomkeer en duwt de sleutel weer in het slot van haar deur.

Ik ben al verder gefietst, ga de bocht om en fiets langs de voorzijde van het verzorgingstehuis. Een klusjesman met een witte overall draagt een klusjesman met een blauwe overall op zijn rug. Ik hoor het groepje witte klusjesmannen dat erachter staat joelen.

Hier zit een blogje in, besef ik. En uit het plichtsbesef dat ik daar wel een foto bij moet doen,  maak ook ik rechtsomkeer. Het stuur om over de gladde tegels van het fietspad. Een vrouw heeft haar hoofddoekje strak rond het hoofd gespannen. Zo kan het geloof ook beschermen tegen de kou. Achterop bengelt uit de fietstassen een preistengel.

Als ik met mijn fototoestel het alles van een afstandje aanschouw, zie ik de 2 vrouwen stilstaan midden op het voetpad. De machtige zwaan staat voor ze. Hij hapt toe uit de zak die de ene vasthoudt en waar de andere uit put. Ik wacht rustig. De watervogel eet door als de dames vertrekken. De nek kromt tot een zwanenhals en hapt van de straat.

Het raadsel waarom een zwaan juist midden op het fietspad moet lopen, is geen raadsel meer.

Geen opmerkingen: