30 juli 2013

Een nieuwe waarheid

image

In De man met de witte das rekent Godfried Bomans af met zijn vader en met politici. De grote overeenkomst tussen politici en schrijvers is dat ze allebei over een teveel aan fantasie beschikken en spelen met de waarheid.

Het verschil is misschien dat politici voordoen of hun leugen de waarheid is, terwijl schrijvers liever proberen de waarheid voor een leugen aan te merken. Schrijvers onttrekken zich het liefst aan de werkelijkheid door te zeggen dat het verhaal allemaal verzonnen is, terwijl er weldegelijk elementen uit de werkelijkheid zijn ontleend. Politici zijn allergisch voor de leugen, omdat ze zich eerlijk willen voordoen. Maar ze liegen meer dan dat ze de waarheid spreken.

Godfried Bomans beschrijft dat heel treffend als hij zegt dat zijn vader verkiezingspraatjes opende met de bewering dat hij jarig was. Het leverde een mooie binnenkomer op. Hij kon laten zien dat zijn gehoor belangrijk was, al besefte hij ook dat het vieren van zijn geboortedag in het gezin ook heel mooi was.

Dat vader Bomans dit elke avond deed, wist zijn gehoor niet en hij is er ook nooit op betrapt. Het is misschien liegen in de eigenlijke zin van het woord, maar volgens Bomans is het de goede verteller die ‘een nieuwe waarheid schept’.

Onder het kopje ‘liegen’ schrijft Godfried Bomans het volgende over zijn vader:

‘Mijn vader vertelde vaak uit het evangelie en zelfs daar veroorloofde hij zich enige vrijheden. Een daarvan herinner ik mij. De apostelen hadden de gewoonte om in de Hof van Olijven hun namen in de bomen te snijden, hoewel Christus zelf dat niet deed. Eén boom sloegen zij altijd over, zij wisten zelf niet waarom. Alleen Judas Iskarioteh bespeurde die weerzin niet en kerfde zijn letters in het verboden hout. Na de dood van Christus kwamen de elf verslagen in de Hof bijeen en zie, de boom was weg. Zij gingen nu naar het kruis op Golgotha en vonden daarin de letters J.I. gesneden. Ik zie ons nu weer zitten, in de ademloze stilte na die laatste woorden. Alleen een tovernaar kan zoiets bedenken.’ (46/47)

Dat is een nieuwe waarheid scheppen wat goede vertellers en dichters doen. Ik kan mij die beleving als luisteraar goed voorstellen. Ik herinner mij dominees die dit op soortgelijke wijze wisten te doen in een bomvolle kerk. Muisstil waren de toehoorders en de waarheid was er op dat moment. Al klopte er niks van het verhaal, het verhaal was zo goed dat het een beleving werd.

Geen opmerkingen: