In 1966 interviewt de jonge Ischa Meijer de populaire schrijver Godfried Bomans. Bomans vertelt over zijn imago als gesjeesde student. Tot twee keer toe heeft hij een studie afgebroken voor het einde. Eerst rechten in Amsterdam en daarna psychologie in Nijmegen. Daar schrijft Bomans het boekje Erik dat onverwacht een succes wordt. Bomans vertelt aan Ischa Meijer:
‘Ik […] hing de geniale student uit… Daar is die goeie ouwe Rutten nog in getrapt. Ik werd samen met een vriend erop uitgestuurd om het iq van de Zeeuwse kinderen te meten… Drie kinderen hebben we getest. Toen hebben we drie maanden gebiljart en zomaar de tabellen ingevuld. Te hoog. (Grinnikt.) Daarom staan de kinderen in Zeeland nog steeds aangeschreven als de intelligentste in Nederland. Trouwens, die Zeeuwse kinderen zijn schattig…’ (14)
De hoogleraar Rutten kreeg bij zijn aanstelling in Nijmegen de opdracht om het wetenschapsgebied van de psychologie van de grond te krijgen. Hij ontwikkelde hiervoor een laboratorium. Hij had de wetenschap hoog in het vaandel staan.
Wetenschapsfraudeur Diederik Stapel was eveneens psycholoog en leverde gefantaseerde data aan voor collega-onderzoekers en studenten. Hij moet dit interview met Bomans hebben gelezen, want de overeenkomst in werkwijze lijkt vrijwel identiek. De aanlevering van het wetenschappelijk bewijs hoeft niet moeilijk te zijn. Dat Diederik Stapel van biljarten houdt, is een kwestie van invullen van de tabel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten