Het fietspad voor ons huis wordt vernieuwd. Een dikke laag beton is gestort en ’s avonds bewaken mannen in hesjes het verse beton. Een stap in het beton is voldoende om een afdruk achter te laten. Daarom lopen de mannen in de felgekleurde hesjes rond.
Ze houden het sluipverkeer tegen dat toch over de afgezettingen heen wil. Met succes. Ze praten met elkaar in de walkie-talkie. Ik hoor het over de gracht galmen. Een groepje mensen klimt het taluud op. Ze zijn gestrand met hun bootje.
Een dame in zomerjurkje wil op het vers gelegde fietspad stappen. Het beton is nog niet helemaal hard. De man in het hesje stuur haar glimlachend om de afzetting heen. Ze belt bij ons aan. Of ze een tangetje kan lenen, want de motor doet het niet meer. Een pinnetje is losgeschoten.
Even later klinkt het geluid van een ronkende buitenboordmotor over de gracht, gevolgd door grote blauwe rookwolken. Even later komt een man met het hesje naar ons huis. ‘Namens de jongelui in de boot, veel dank voor het lenen.’
De hesjes blijven tot het donker wordt. Het verse beton wil niet drogen in de vochtige avond. Als de opperman in het hesje met zijn vingertoppen op het beton drukt en ze niet meer wegzakken, mogen ze gaan.
De volgende dag gaat het werk onverminderd voort. Nu snijden diepe messen door het verse beton. Ze frezen een dun gootje, maar niet helemaal door de dikke betonlaag heen. Misschien om het regenwater af te voeren. Het beton is zo dik dat de boomwortels het wegdek onmogelijk kunnen wegdrukken.
Iets verderop is een nieuwe laag beton gestort en wachten de mannen in hesjes weer tot het droog is. Een hele belevenis. Morgen zullen ze daar weer gootjes frezen. Maar eerst strandt er misschien wel een bootje met elfjes op zoek naar een tangetje om hun buitenboordmotor weer aan de praat te krijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten