05 juni 2015

Overbodige goden

image

Wotan laat zich in Elfriede Jelineks politieke pamflet Rijngoud niet uit het veld slaan door het betoog van zijn dochter Brünnhilde. Sterker nog, het sterkt hem in de overtuiging dat de goden niet meer nodig zijn. Hij is verworden tot een spook dat door Europa waard. En dat vindt hij prima. Van hem hoeft hij niet zonodig de mensheid te redden. De mens is zelf een god geworden:

Dat is de revolutie: dat iedereen overal naartoe kan gaan, als een god, en tegelijk thuis kan blijven of in het cafénet, in het internetcafé, dat ook allang niet meer wordt gebruikt omdat ieder mens zijn eigen hotspot is, iedere mens is heet en hij heet ook zus of zo en hij is ook zijn eigen portaal, alleen is geen mens nog zichzelf, iedereen is in zichzelf gekeerd of zit met zijn toestel in een normaal café, want het portaal waar hij doorheen moet, is hij immers zelf, ieder in zichzelf of waar hij graag wilde zijn. De ene freak naast de andere. (230)

Daarom moet de mensheid zichzelf maar zien te redden en verdwijnt Wotan. Geen contracten meer voor Wotan. Alleen de liefde zou hem nog kunnen prikkelen.

Elfriede Jelinek trekt Wagner in onze tijd. De goden zijn geen goden meer en hebben aan kracht verloren. Een leuk spel met de opera’s van Wagner. Ze weet met humor de bombastische componist te doorbreken. Maar het vraagt bijna evenveel concentratie als het luisteren naar een opera van Wagner.

De zwaarte is soms een lichtheid, maar vaker sleurt de lange gedachtestroom je mee. Zonder er erg in te hebben verdwijnen de mooie zinnen en gedachten in een kolkende maalstroom waar je als lezer geen enkele vat op hebt. Als je dat overwint, heb je een heerlijk boek in handen. Maar het vraagt wel wat van je om daar te komen.

Elfriede Jelinek: Rijngoud. Roman. Oorspronkelijke titel: Rein Gold. Vertaald door Inge Arteel. Amsterdam: Querido, 2014. ISBN: 978 90 214 5501 3. 238 pagina’s. Prijs: € 22,99.

Geen opmerkingen: