Wil je de polder echt beleven, dan moet je naar de Knardijk rijden. Afgelopen zomer reden Doris en ik al over de dijk die Zuidelijk en Oostelijk Flevoland van elkaar scheidt. De dijk refereert naar de Knar, een ondiepte in de oude Zuiderzee. Het gelijknamige bos vlakbij de dijk ligt op de plek van de ondiepte.
Vandaag waren we er weer in de buurt en ik kon het niet laten er even langs te rijden. Over de langste weg van Flevoland: de Vogelweg. Deze weg begint bij het Larserbos ten zuiden van Lelystad en loopt over de Knardijk door tot aan het Cirkelbos bij Almere.
We zijn even bij de dijk uitgestapt. Een racefietser passeerde ons in volle vaart, reed met hoge snelheid over het wildrooster en stak de Vogelweg over. We keken even naar de bomen en de aparte uitsparing onder de Knardijk. Daarna stapten we weer in en vervolgden de route over de lange Vogelweg.
Gelukkig hebben we deze lange route niet genomen afgelopen zomer. Op de fiets moet de afstand zeker met de harde wind zwaar zijn geweest. In de auto was het al een eind. Laat staan hoe ver het voor de fietser is.
De brede uitsparing tussen de driedubbele bomenrijen links en rechts, doet vermoeden dat de weg is bedacht om nog met 2 rijstroken te kunnen worden verbreed. Nu ligt er een brede groene mat naast de weg. Verder is het uitgestorven langs de weg en zagen we geen enkele fietser over het fietspad rijden.
De bushokjes bij elke kruising oogden eveneens verlaten. Alleen in een film van Alex van Warmerdam zouden deze nog een rol kunnen vervullen. Als dan de bewoonde wereld van Nobelhorst opdoemt achter de populierenrijen, weet je dat het einde heel dicht in de buurt is. Het einde, waar Almere begint.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten