16 september 2015

Ica en Connie Palmen

image

In de roman Ica vermengt Eva Posthuma de Boer feiten met fictie. Ze refereert in haar boek expliciet naar de schrijfster Connie Palmen, die ze Ica Maria Metz noemt. Ze past hiermee een procedé toe dat de schrijfster Connie Palmen veelvuldig toepast in haar boeken.

De roman Lucifer van Connie Palmen is een duidelijk werk waarin feit en fictie vermengt worden. Het leverde onder lezers veel verwarring op omdat het zo expliciet de val van de vrouw van componist Lucas Loos op een Grieks eiland van een 40 meter hoge afgrond. De verwijzing naar de componist Peter Schat die zijn vrouw zo verloor in 1981.

De roman leverde veel ophef op omdat Connie Palmen zo expliciet verwijst naar Peter Schat. Ze verdraait de werkelijkheid en zoekt naar een de toedracht bij het ongeval. Al kan ze het niet bewijzen, ze suggereert dat de val niet een ongeluk is geweest. De vermenging van fictie met de feiten, in het Engels aangeduid met faction, moet de kijk op de werkelijkheid duidelijker maken.

Iets soortgelijks doet Eva Posthuma de Boer in haar roman Ica. Overal suggereert de vertelster dat Connie Palmen model staat voor Ica. Ica rookt en drinkt, net zo gulzig als Connie Palmen. Als ze samen buiten staan te roken – Nadine Sprenger rookt voor de gelegenheid mee – dan zou wat Ica zegt, zo uit de mond van Connie Palmen kunnen komen:

‘Het zijn gevaarlijke tijden, geloof me. De kleinburgerlijkheid heeft zijn intrede nu werkelijke in alle lagen van de bevolking gedaan, zelfs in de kunstenaarskringen. Ongezond is taboe, we mogen niets meer behalve verantwoord eten, vroeg naar huis en ons ongans sporten. Zelfs het verlangen naar alles wat verboden is, moeten we verbannen, met onzin als acupunctuur, mindfulness en andere zelfhulpquasch. En het neemt steeds excessievere vormen aan, de doctrines maken de mensen onuitstaanbaar, dat wijzende vingertje van hen die zelf nooit anders hebben gedaan, als bekeerden trachten ze je aan te steken met hun gezondheidsleer: als je doodgaat is het je eigen schuld! Straks komen er nog straffen op te staan ook. Het is toch verdomme de dood in de pot voor het vrije denken, elke vorm van creativiteit wordt in de pan gehakt. En wat willen ze, dat we allemaal honderd worden, gerimpeld en kreupel eindigen, zonder ooit nog iets te hebben gedaan wat ons geluk bracht?’ (52/3)

Connie Palmen kan het gezegd hebben. Ik herinner mij de rel rond het roken op televisie bij het televisieprogramma Zomergasten nog. Haar persoon sijpelt op alle mogelijke manieren door in de roman van Eva Posthuma de Boer. Zo vermengen werkelijkheid en fictie zich, zoals ook in Connie Palmens boek Lucifer gebeurt.

Overigens is de vergelijking nog verder te trekken. Kijk alleen al naar de opbouw van Ica: als een Griekse tragedie. De vertelster legt het in de proloog uit. Connie Palmen hanteert deze opbouw in Lucifer ook. Net als dat de verantwoording aan het einde keurig de citaten vermeldt waarvan Eva Posthuma de Boer gebruik heeft gemaakt in haar boek.

Ze gaat zelfs nog een stapje verder. Ze weet het oeuvre van Connie Palmen te parafraseren. Zo doemt regelmatig de roman De vriendschap op die ik voor mijn middelbare school las en die bij het lezen van Ica weer in mijn gedachten opdoemt. Daarvoor hoef ik het boek van Connie Palmen zelfs 20 jaar later niet voor te herlezen.

Eva Posthuma de Boer: Ica. Amsterdam: Ambo/Anthos, 2015. ISBN 978 90 414 2626 0. 280 pagina’s. Prijs: € 19.99.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is mijn tweede bijdrage over de roman Ica van Eva Posthuma de Boer. We lezen dit boek bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.

Geen opmerkingen: